Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 juni 2022,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 augustus 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
aanbod’ in plaats van ‘
taxatie’ heeft aangeklikt om naar het webformulier te gaan. Aangezien [gedaagde partij] het schilderij voor taxatie wilde aanbieden (zie 4.2), stemde zijn verklaring niet overeen met zijn wil zodat in beginsel geen aanbod tot verkoop is gedaan. [eisende partij] heeft daar tegenin gebracht dat, indien
type aanvraag: aanbod’. Het gebruik van het woord ‘aanbod’ op zowel de website als het webformulier wijst naar het oordeel van de rechtbank niet eenduidig op een aanbod tot verkoop. In het gehele webformulier wordt het woord
verkoopniet genoemd, zodat ook daaruit niet blijkt dat sprake is van een webformulier specifiek bedoeld voor een aanbod tot verkoop.
vraagprijs’ staat ‘
uw verwachte vraagprijs’. Ter zitting heeft [eisende partij] erop gewezen dat in de bevestigingse-mail dit onderdeel wordt bevestigd als ‘
vraagprijs’ zonder toevoeging van het woord
verwachteen dat het vervolgens aan [gedaagde partij] was om aan [eisende partij] te melden dat hij geen vraagprijs maar een verwachte vraagprijs had ingevuld. Voor zover [eisende partij] daarmee bedoelt te stellen dat zij er vanwege het uitblijven van een specifieke reactie op haar bevestigingse-mail vanuit mocht gaan dat [gedaagde partij] had bedoeld een aanbod tot verkoop van het schilderij te doen, volgt de rechtbank [eisende partij] daarin niet. De toevoeging van het woord
verwachtewijst er naar het oordeel van de rechtbank veeleer op dat om een inschatting van of wens voor een vraagprijs wordt gevraagd en niet dat wordt gevraagd om een aanbod te doen. [eisende partij] mocht dan ook niet – uitsluitend omdat zijzelf achteraf een bevestigingse-mail stuurt waarin zij het woord
verwachteheeft weggelaten en een reactie van [gedaagde partij] hierop uitbleef – erop vertrouwen dat [gedaagde partij] iets anders bedoelde in te vullen dan zijn eigen inschatting van een vraagprijs. Daar komt nog bij dat het noemen van een vraagprijs niet noodzakelijkerwijs een aanbod hoeft in te houden maar ook kan plaatsvinden in het kader van een uitnodiging om in onderhandeling te treden.
1.126,00(2 punten × tarief II € 563,00)