ECLI:NL:RBGEL:2022:6746
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- M.J.M. Verhoeven
- M.H.Y. Snoeren-Bos
- Rechtspraak.nl
Huisvesting van arbeidsmigranten in caravans in strijd met bestemmingsplan; handhaving door college; schorsing van last onder dwangsom
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, een aardbeienkweker, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel, dat hem gelastte de huisvesting van arbeidsmigranten in caravans te beëindigen. Het college heeft op 29 augustus 2022 een last onder dwangsom opgelegd, waarbij verzoeker een dwangsom van € 30.000 riskeert als hij niet voldoet aan de last. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 november 2022 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de huisvesting van arbeidsmigranten in caravans in strijd is met het bestemmingsplan en dat het college bevoegd is om handhavend op te treden. Er is geen concreet zicht op legalisatie van de huisvesting, en het beroep van verzoeker op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. De voorzieningenrechter stelt vast dat de begunstigingstermijn van zes weken die aan de last is verbonden, voldoende is om aan de last te voldoen. Echter, gezien de belangen van verzoeker en de omstandigheden, schorst de voorzieningenrechter de last met terugwerkende kracht tot drie weken na de uitspraak, zodat verzoeker de tijd heeft om aan de last te voldoen zonder direct een dwangsom te verbeuren.
De uitspraak benadrukt dat de huidige situatie niet brandonveilig is en dat het college niet heeft ontkend dat alternatieve huisvesting voor de arbeidsmigranten moeilijk te vinden is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorst de last en bepaalt dat de schorsing drie weken na de uitspraak eindigt. De voorzieningenrechter ziet geen reden om het college te verplichten het griffierecht aan verzoeker te vergoeden, aangezien de voorlopige voorziening niet voortkomt uit een gebrek in het bestreden besluit.