ECLI:NL:RBGEL:2022:7334

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
29 december 2022
Zaaknummer
05/160161-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afdreiging en witwassen met gebruik van sextortion via dating- en chatsites

Op 29 december 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige man uit Spijkenisse, die werd beschuldigd van afdreiging, pogingen tot afdreiging en het medeplegen van witwassen. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Een tweede verdachte, een 25-jarige vrouw uit Spijkenisse, kreeg een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd. De man werd beschuldigd van het dwingen van meerdere slachtoffers tot het betalen van geldbedragen door middel van bedreiging met openbaarmaking van compromitterende beelden. Dit gebeurde via verschillende dating- en chatsites, waarbij slachtoffers werden benaderd en gedwongen om naaktfoto's te sturen. Vervolgens werden zij onder druk gezet om geld te betalen, anders zouden de beelden openbaar worden gemaakt. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij deze misdrijven, ondanks zijn ontkenning. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, aangezien hij geldbedragen had verworven die afkomstig waren van misdrijven. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/160161-22
Datum uitspraak : 29 december 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1999] in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Arnhem.
Raadsman: mr. L. Tricoli, advocaat in Alpen aan de Rijn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2021
tot en met 28 januari 2022 te Spijkenisse en/of in andere plaatsen in
Nederland, in elk geval (telkens) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
met het oogmerk om zich door bedreiging met smaad en/of
smaadschrift en/of openbaring van een geheim vederrechtelijk te
bevoordelen,
meerdere personen, waaronder
• [slachtoffer 1] ;
• [slachtoffer 2] ;
• [slachtoffer 3] ;
• [slachtoffer 4] ;
• [slachtoffer 5] ;
• [slachtoffer 6] ;
• [slachtoffer 7] ;
• [slachtoffer 8] en/of
• [slachtoffer 9]
heeft gedwongen tot het (indirect) betalen en/of overmaken van één of
meer geldbedragen en/of het doen van betalingen door middel van
paysafekaarten (prepaid creditcards) en/of door middel van (het toezenden van) digitale betaallinks en/of QR-codes en/of tot het voldoen
aan door verdachte en/of zijn mededader gestuurde betaalverzoeken,
danwel (in het geval van genoemde [slachtoffer 5] ) het ten gunste van verdachte
en/of zijn mededader plaatsen en betalen van een online-bestelling van
een jas en/of een paar slippers bij kledingwebsite [naam 1] ,
immers heeft verdachte en/of zijn mededader, (telkens)
- via dating— en/of chatsites (Novamora, Secondlove, KIK, C-date, Skype,
Ondeugend Daten) contact gelegd met genoemde personen en/of
seksueel getinte gesprekken gevoerd, en/of
- genoemde personen bewogen tot het sturen van naaktfoto’s en/of
andere compromitterende afbeeldingen van henzelf, en/of
vervolgens voornoemde personen via sociale media (Whats-app)
(opnieuw) benaderd danwel telefonisch contact met die personen
opgenomen,
waarbij door verdachte en/of zijn mededader dwingende en/of
dreigende uitlatingen werden gedaan en/of op dwingende en/of
dreigende toon eisen werden gesteld, (onder meer) inhoudende dat,
indien die personen zouden weigeren om voornoemde betalingen te
verrichten/voldoen, die personen via sociale media zouden worden
beschadigd/benadeeld (exposed) door naaktfoto’s en/of seksueel
getinte chatgesprekken en/of (ander) compromitterend (beeld)materiaal
van die voornoemde personen openbaar te maken bij familie, vrienden,
buren, (ex)partners en/of collega’s van die personen;
2.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27april2021
tot en met 28 januari 2022 te Spijkenisse en/of in andere plaatsen in
Nederland, in elk geval (telkens) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich door bedreiging
met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim
wederrechtelijk te bevoordelen,
meerdere personen, waaronder
• [slachtoffer 10] ;
• [slachtoffer 11] ;
• [slachtoffer 12] ;
• [slachtoffer 13] en/of
• [slachtoffer 14]
te dwingen tot het (indirect) betalen en/of overmaken van één of meer
geldbedragen en/of het doen van betalingen door middel van
paysafekaarten (prepaid creditcards) en/of door middel van (het toezenden van) digitale betaallinks en/of QR-codes en/of tot het voldoen
aan door verdachte en/of zijn mededader gestuurde betaalverzoeken,
(telkens)
- via dating— en/of chatsites (Novamora, Secondlove, KIK, C-date, Skype,
Ondeugend Daten) contact gelegd met genoemde personen en/of
seksueel getinte gesprekken gevoerd, en/of
- genoemde personen bewogen tot het sturen van naaktfoto’s en/of
andere compromitterende afbeeldingen van henzelf, en/of
vervolgens voornoemde personen via sociale media (Whats-app)
(opnieuw) heeft benaderd danwel telefonisch contact met die personen
heeft opgenomen,
waarbij door verdachte en/of zijn mededader dwingende en/of
dreigende uitlatingen werden gedaan en/of op dwingende en/of
dreigende toon eisen werden gesteld, (onder meer) inhoudende dat,
indien die personen zouden weigeren om voornoemde betalingen te
verrichten/doen, die personen via sociale media zouden worden
beschadigd/benadeeld (‘exposed’) door naaktfoto’s en/of seksueel
getinte chatgesprekken en/of compromitterend materiaal van die
voornoemde personen via openbaar te maken hij familie, vrienden,
buren, (ex)partners en/of collega’s van die personen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2021 tot en met 4 juli 2022 te
Spijkenisse en/of in andere plaatsen in Nederland, in elk geval (telkens)
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
meerdere geldbedragen, in totaal circa € 30.380,00 althans een
geldbedrag heeft verworven en voorhanden heeft gehad en omgezet, en
van genoemde geldbedragen gebruik heeft gemaakt,
terwijl verdachte en zijn mededader (telkens) wisten, danwel
redelijkerwijs dienden te vermoeden, dat die geldbedragen, -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig varen uit enig misdrijf.

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren voor alle zaken die genoemd staan onder feit 1 en 2, behalve voor de zaak van aangever [slachtoffer 11] . Het indienen van een klacht, behorende bij de aangiftes van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 14] , is te laat gebeurd. Er wordt niet voldaan aan het vereiste dat de daar genoemde aangevers binnen drie maanden na het bekend worden van het mogelijk gepleegde delict een klacht hebben ingediend. Voor de aangiftes van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 13] , geldt dat zij hun aangifte niet hebben ondertekend.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is, zodat de behandeling ter zitting kan plaatsvinden. Uit de aangiftes kan de vervolgingswens van de aangevers worden afgeleid.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de te laat ingediende klachten als volgt. In artikel 66 lid 1 Sr is bepaald dat deze klacht kan worden ingediend gedurende drie maanden na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit.
In zijn arrest van 4 december 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2242) heeft de Hoge Raad overwogen dat in het geval dat voor het instellen van een vervolging een klacht is vereist en de klacht niet is ingediend binnen drie maanden nadat de klachtgerechtigde heeft kennisgenomen van het gepleegde delict, de vervolging daarop afstuit. De Hoge Raad heeft daarbij in ogenschouw genomen dat uit de wetsgeschiedenis volgt dat met het stellen van die termijn wordt voorkomen dat de klachtgerechtigde een wettelijk zwaard in handen wordt gegeven, waarvan hij gedurende de hele verjaringstermijn gebruik zou kunnen maken. De macht van de klachtgerechtigde om te bepalen of de verdachte wordt vervolgd, is dus in de tijd begrensd. De Hoge Raad heeft in dit arrest voorts geoordeeld dat ingeval de klacht weliswaar niet voldoet aan alle formele wettelijke eisen of niet is ingediend bij de bevoegde ambtenaar, maar vaststaat dat de klachtgerechtigde de vervolging heeft gewenst, van die wens binnen die termijn van drie maanden zal moeten zijn gebleken.
De rechtbank overweegt verder dat dat de essentie bij klachtdelicten is dat vaststaat - of vastgesteld wordt - dat het slachtoffer/de aangever wil dat de dader vervolgd wordt. Doorslaggevend is of op grond van het strafdossier en/of het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam komt vast te staan dat het ook de uitdrukkelijke wens is van het slachtoffer/de aangever dat het openbaar ministerie vervolging instelt tegen de dader. In deze zaak blijkt uit de aangifte van [slachtoffer 1] dat aangever wilde dat er vervolgd zou worden. Een formele klacht is daarnaast niet nodig. Voorts heeft aangever [slachtoffer 4] naast de aangifte wel degelijk tijdig een klacht ingediend. Het verweer met betrekking tot deze twee aangevers wordt dan ook verworpen. Het verweer van de verdediging met betrekking tot het klachtvereiste gaat wel op ten aanzien van [slachtoffer 14] , aangezien van hem noch een aangifte noch een klacht in het dossier zit. In zoverre is het openbaar ministerie dan ook niet ontvankelijk in de vervolging.
Ten aanzien van de niet door de aangevers ondertekende aangiftes overweegt de rechtbank dat de handtekening van de verbalisant op een – op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van aangifte – naar het oordeel van de rechtbank volstaat en dat het ontbreken van een handtekening van de aangever geen aanleiding is voor een niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank zal dit verweer van de verdediging verwerpen.
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 heeft de raadsman bepleit dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is waaruit de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten blijkt. Zo kan niet worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die de slachtoffers via de telefoon heeft benaderd. Er kan eveneens niet worden gesproken van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en een mededader, zodat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman bepleit dat niet vastgesteld kan worden dat het gehele geldbedrag van enig misdrijf afkomstig was. Voor het vaststellen van de hoogte van het witwasbedrag refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank zal deze feiten integraal behandelen gelet op de onderlinge samenhang.
Inleiding
Op 25 januari 2022 heeft [aangever] aangifte gedaan van afdreiging. [aangever] heeft verklaard dat hij een account had op de datingsite
Nova Mora. Hij is hier benaderd door een vrouw. Na het uitwisselen van telefoonnummers zette hun gesprek zich voort via WhatsApp. De (persoon die zich voordeed als) vrouw maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [aangever] kreeg een seksueel getinte foto toegestuurd waarop een vrouw, zonder bovenkleding aan, te zien was. Hierop stuurde [aangever] een seksueel getinte foto terug waarop hij met zijn geslachtsdeel en gezicht stond afgebeeld. Hij kreeg vervolgens het bericht toegestuurd dat hij nu een bedrag van 1000 euro moest overmaken via de aanschaf van PaySafe-kaarten. Toen dit niet lukte is de seksueel getinte foto van [aangever] via Facebook naar zijn vrouw en zoon gestuurd. [2]
Naar aanleiding van de aangifte van [aangever] is gebleken dat meerdere personen – op soortgelijke wijze – slachtoffer zijn geworden van zogenoemde sextortion.
Verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij door middel van bedreiging met smaad(schrift) of bekendmaking van een geheim aangevers heeft gedwongen tot afgifte van geld dan wel dat hij door bedreiging met enig andere feitelijkheid aangevers heeft gedwongen, althans heeft geprobeerd te dwingen, geld aan hem over te laten maken dan wel PaySafe-kaarten aan te schaffen of bestellingen te plaatsen. Verdachte ontkent de tenlastegelegde feiten.
Aangiftes
[slachtoffer 4] kreeg op 21 december 2021 een mailbericht van website waarop personeel werd aangeboden. Op de website heeft [slachtoffer 4] het profiel van een vrouw aangeklikt; hier stond het telefoonnummer [telefoonnummer 2] bij. [slachtoffer 4] kreeg via Whatsapp contact met dit nummer. De persoon vroeg hem om een actuele selfie te sturen. Korte tijd later stuurde de persoon hem foto’s toe die op de telefoon van [slachtoffer 4] stonden. Dit betrof naaktfoto’s van [slachtoffer 4] . Hij kreeg vervolgens een bericht waarin stond dat de persoon wist wie hij was, waar hij woont, wie zijn vrouw en dochter zijn. Het zou alleen stoppen als hij zou betalen, anders zouden de foto’s naar al zijn contacten worden gestuurd, evenals de werkgevers van zijn vrouw en dochter. Na onderhandelen zou [slachtoffer 4] een bedrag van 1500 euro betalen aan Paysafe-kaarten. [slachtoffer 4] heeft 15 kaarten van 100 euro gekocht. Hij moest daarna van de persoon het hele gesprek verwijderen. [slachtoffer 4] moest opnieuw 500 euro aan Paysafe-kaarten kopen en de volgende ochtend nog 2500 euro overmaken. Hij werd vervolgens door het genoemde telefoonnummer gebeld. Een man vertelde hem dat hij moest betalen. [slachtoffer 4] is vervolgens nog benaderd door het nummer [telefoonnummer 3] . [3]
Aangever [slachtoffer 10] is op 10 december 2021 via
Skypeeveneens benaderd door de telefoonnummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] . Na het sturen van een naaktfoto werd hij gebeld door een man. [slachtoffer 10] moest 1000 euro betalen, anders zouden zijn vrouw en zijn vrienden op Facebook worden ingelicht. Hij heeft niet betaald. [4]
Aangever [slachtoffer 6] is op 12 september 2021 via de website
Second Loveeveneens benaderd door het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Nadat [slachtoffer 6] twee naaktfoto’s had verzonden moest hij 1500 euro betalen, anders zou zijn vrouw worden ingelicht. Hij heeft eerst voor 600 euro aan PaySafe-kaarten gekocht. Vervolgens werd hij gebeld door een man en moest hij opnieuw voor 500 euro aan PaySafe-kaarten kopen. Dit heeft hij niet gedaan. [5]
Aangever [slachtoffer 1] heeft via de app
KIKop 15 januari 2022 Whatsapp contact gehad met een persoon, genaamd [naam 2] , die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Hij moest na het sturen van een naaktfoto 1500 euro betalen aan PaySafe-Kaarten, anders werden zijn vrouw en kinderen ingelicht. Toen dit niet lukte werd hij gebeld door een man. [6]
Aangever [slachtoffer 2] heeft via de app
KIKop 27 juni 2021 Whatsapp contact gehad met een persoon genaamd [naam 2] , die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Na het sturen van een naaktfoto moest [slachtoffer 2] voor 1000 euro aan PaySafe-kaarten bestellen, anders zou de persoon de foto’s aan de familieleden van [slachtoffer 2] laten zien. De persoon heeft vervolgens de vrouw van [slachtoffer 2] gebeld. [7] Aangever [slachtoffer 11] heeft via de app
KIKeveneens Whatsapp contact gehad met een persoon met het nummer [telefoonnummer 5] . Na het sturen van een naaktfoto werd hij gebeld door een man en moest hij voor 1000 euro aan PaySafe-kaarten kopen. Toen [slachtoffer 11] niet betaalde zijn de foto’s naar zijn dochter en ex-partner verstuurd. [8]
Aangever [slachtoffer 3] is op 19 mei 2021 via de website
Ondeugend Dateneveneens benaderd door het telefoonnummer [telefoonnummer 5] alsmede het telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Hij moest na het sturen van een naaktfoto 2000 euro overmaken naar een Spaans rekeningnummer, anders zou zijn dochter worden benaderd. [9] Aangever [slachtoffer 13] is via de website
NovaMoraeveneens benaderd door de telefoonnummers [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 6] . Na het sturen van een naaktfoto zei de persoon “je bent erbij, ik heb voldoende bewijs”. Hij moest 2000 euro overmaken. Dit heeft hij niet gedaan. De persoon met wie hij contact had heeft vervolgens contact met de vrouw van [slachtoffer 13] opgenomen. [10]
Aangever [slachtoffer 5] is op 27 april 2021 via de website
C-Dateeveneens benaderd door het telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Na het sturen van een naaktfoto werd hij gebeld door een man. De man gaf aan dat [slachtoffer 5] voor 2000 euro aan PaySafe-kaarten moest kopen, anders werd zijn familie ingelicht. Toen dit niet lukte moest [slachtoffer 5] een bestelling voor een jas en slippers, ter waarde van 1175,00 euro, plaatsen op de website
[naam 1]. [11] Het afleveradres voor deze bestelling was [adres 1] . [12]
Aangever [slachtoffer 7] heeft via de app
KIKcontact gehad met een persoon met de telefoonnummers [telefoonnummer 7] en [telefoonnummer 8] . Na het sturen van een naaktfoto moest [slachtoffer 7] driemaal 1000 euro overmaken, anders werden zijn vrouw en kinderen ingelicht. [13] Aangever [slachtoffer 8] werd op 23 augustus 2020 via de website Speurders eveneens benaderd door het telefoonnummer [telefoonnummer 8] . Na het sturen van een naaktfoto moest hij 100 euro overmaken, de foto werd anders verspreid onder zijn familie en vrienden. [14]
Aangever [slachtoffer 9] heeft via de app
KIKop 11 maart 2022 Whatsapp contact gehad met een persoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 9] . Via dit nummer werd [slachtoffer 9] gevraagd om naaktfoto’s en filmpjes. Hij kreeg vervolgens bericht dat hij PaySafe-kaarten moest kopen omdat zijn vriendin anders zou worden ingelicht. Dit heeft hij gedaan voor een bedrag van 2.173,33 euro. [slachtoffer 9] bleef dreigende berichten krijgen, waaronder “ik steek je neer als je niet snel geld stort”. [15]
Uit de aangifte van [slachtoffer 4] volgt dat hij vijftien PaySafe-kaarten heeft gekocht. [slachtoffer 4] leverde kopieën van deze aankopen aan, waaruit de serienummers van de PaySafe-kaarten naar voren kwamen. Op basis van deze gegevens heeft PaySafe de gegevens van het account dat de PaySafe-kaarten heeft geïnd, verstrekt. Het account stond op naam van [medeverdachte] . In totaal is er voor 29.550,00 euro op het account van [medeverdachte] gestort. [16]
Doorzoeking [adres 1]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij woonachtig is op het adres [adres 2] te Spijkenisse. Hij woont hier alleen. [getuige] heeft verklaard dat [medeverdachte] en verdachte hier wel staan ingeschreven, maar feitelijk woonachtig zijn op het adres [adres 1] . [17]
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 1] in Spijkenisse zag verbalisant [verbalisant 1] dat er vanuit het dakraam twee voorwerpen naar buiten werden gegooid. Dit bleek te gaan om een Apple iPhone wit en een Apple iPhone zilver. [18] In de woning zijn onder meer vier mobiele telefoons en drie simkaarten aangetroffen. Er werden ook diverse aankopen van luxegoederen aangetroffen. [19]
Onderzoek telefoons
De [telefoon 1] die tijdens de doorzoeking werd gevonden is door de politie onderzocht. Uit onderzoek van deze telefoon is gebleken dat deze veel sextortion-chats bevat. In de opgeslagen notities van de telefoon staan teksten waarin gedreigd wordt naar een slachtoffer om de gestuurde naaktfoto’s naar bekenden te sturen. [20]
De [telefoon 2] die tijdens de doorzoeking werd gevonden is gekoppeld aan het Apple ID-account van verdachte. In de chats van de telefoon wordt een foto aangetroffen van een vrouw met ontblote borsten. De foto is verstuurd vanaf deze iPhone. Het betreft dezelfde foto als de foto die aangever [slachtoffer 6] heeft ontvangen. [21] De foto is gestuurd naar de chat van ‘ [naam 2] ’. Het telefoonnummer van [naam 2] , [telefoonnummer 6] , is eveneens het nummer waarmee aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 13] zijn benaderd. Uit onderzoek aan de [telefoon 2] blijkt verder dat een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich in het toestel heeft bevonden. Dit is het telefoonnummer waarmee aangever [aangever] is benaderd. [22] Uit het IMEI-nummer dat gekoppeld is aan dit telefoonnummer ( [telefoonnummer 1] ) heeft de politie afgeleid dat dit toebehoort aan een [telefoon 1] . In dit toestel hebben in totaal 4 simkaarten gezeten, waaronder het nummer [telefoonnummer 3] . [23]
In de data van de [telefoon 2] werd eveneens een Whatsapp-chat aangetroffen van [naam 2] , met als telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit is het telefoonnummer waarmee aangevers [slachtoffer 6] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 4] zijn benaderd. Aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn benaderd door een persoon die zich [naam 2] noemde. [24]
In de chats van de telefoon staat verder een chat tussen verdachte en een zekere [naam 3] . Verdachte geeft aan dat hij een telefoon heeft waarop hij afperst. [25] Vanaf de telefoon is op verschillende momenten ingelogd op de website van PaySafe. [26]
Beoordeling feiten
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of voldoende bewijs in het dossier aanwezig is om vast te kunnen stellen dat verdachte degene is geweest die telefonisch contact heeft gehad met de aangevers.
Schakelbewijs
Met de term schakelbewijs wordt een bewijsvoering bedoeld waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht dat uit bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was, waarbij de wijze waarop die verschillende feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een zelfde manier van handelen is niet alleen de waardering van het geheel van gedragingen van belang. Ook de context waarbinnen de feiten hebben plaatsgevonden en de omstandigheden waarmee zij zijn omgeven kunnen bijdragen aan het oordeel dat op essentiële punten overeenkomsten bestaan.
De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop aangevers zijn benaderd, waarbij de verdachte bepaalde namen heeft gebruikt, naaktfoto’s en -video’s heeft afgedwongen, aangevers bedreigd heeft met het online zetten cq. verspreiden van eerder toegestuurde naaktfoto’s en met hen heeft gesproken over het aanschaffen van PaySafe-kaarten, op essentiële punten in alle aangiftes met elkaar overeenkomt. Er is sprake van een zelfde manier van handelen. Deze omstandigheid kan mede tot bewijs in ieder van de zaaksdossiers, zoals tenlastegelegd, worden gebruikt.
De rechtbank constateert op grond van voornoemde bewijsmiddelen dat de [telefoon 2] is aangetroffen op het adres waar verdachte woonachtig was ( [adres 1] ), dat zijn Apple ID gekoppeld was aan deze telefoon en dat verdachte de beschikking over deze telefoon heeft gehad. De rechtbank constateert eveneens dat vanaf deze telefoon een foto is verzonden die gelijk is aan de foto die aangever [slachtoffer 6] heeft ontvangen, dat het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , waarmee aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 13] zijn benaderd, aan deze telefoon gekoppeld kan worden en dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich als simkaart in het toestel heeft bevonden en dat dit het nummer is waarmee contact is gelegd met aangever [aangever] . Het IMEI-nummer behorende bij dit telefoonnummer, wordt eveneens gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer 3] waarmee aangevers [slachtoffer 6] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 4] zijn benaderd. Het voornoemde telefoonnummer wordt gekoppeld aan de naam [naam 2] , die ook aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft benaderd. De rechtbank overweegt verder dat aangever [slachtoffer 5] een bestelling van luxe kleding heeft moeten plaatsen, met als afleveradres het adres waar verdachte feitelijk woonachtig is ( [adres 1] ).
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die contact heeft gehad met – en berichten heeft gestuurd naar – de in de tenlastelegging genoemde aangevers.
Vervolgens ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of verdachte zich, door het sturen van genoemde berichten, schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met smaad(schrift) of openbaarmaking van een geheim, dan wel dat verdachte aangevers heeft gedwongen.
De rechtbank stelt vast de alle aangevers hebben verklaard dat zij zijn benaderd door een persoon, de rechtbank stelt vast dat dit verdachte is geweest, en dat zij vervolgens zijn gedwongen geld te betalen, vaak in de vorm van de aanschaf van PaySafe-kaarten. Als zij niet zouden betalen zouden de naaktfoto’s verspreid worden onder de familie en vrienden van de aangevers. Hierbij stuurde verdachte in veel gevallen ook een naam of gegevens van de directe familie van de aangevers. In het geval van aangevers [slachtoffer 11] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 13] en [slachtoffer 2] heeft verdachte ook daadwerkelijk contact opgenomen met hun partner en/of kind.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] heeft gedwongen geld naar hem over te maken, al dan niet in de vorm van PaySafe-kaarten, door te dreigen dat wanneer zij dit niet zouden doen, hun naaktfoto’s verspreid zouden worden in hun familie- en vriendenkring. Dit was voor aangevers een dreiging dat hun geheim openbaar gemaakt zou worden. Ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 13] geldt dat verdachte door op voornoemde wijze te handelen heeft gepoogd hen te dwingen om geld over te maken, omdat hun naaktfoto’s anders verspreid zouden worden.
Conclusie
Gelet op het voorgaande – in onderlinge samenhang bezien – is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de onder 1 ten laste gelegde afdreiging en de onder 2 ten laste gelegde poging tot afdreiging in de periode van 27 april 2021 tot 28 januari 2022 heeft begaan.
De rechtbank concludeert tot slot dat op basis van het dossier onvoldoende wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte deze feiten samen met een ander heeft gepleegd. Verdachte zal daarom worden partieel worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde medeplegen. Ten aanzien van de naam [slachtoffer 12] , zoals genoemd op de tenlastelegging onder feit 2, constateert de rechtbank dat deze naam niet in het dossier voorkomt. Verdachte zal daarom partieel worden vrijgesproken van een poging tot afdreiging van [slachtoffer 12] .
Alternatief scenario
De rechtbank gaat voorbij aan de verklaring van verdachte, dat anderen van zijn telefoon gebruik hebben gemaakt. De rechtbank acht zijn verklaring op dat punt niet geloofwaardig. Verdachte heeft in het geheel niet onderbouwd om welke “anderen” het dan zou gaan, zodat dit voor de rechtbank niet valt de controleren op juistheid. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de [telefoon 2] van verdachte zowel is gebruikt bij de afdreiging van aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , alsmede bij de poging tot afdreiging van aangevers [slachtoffer 13] en [slachtoffer 10] en ook een rol heeft gespeeld bij de afdreiging van aangever [slachtoffer 6] .
Feit 3
Uit de gegevens van het PaySafe-account van medeverdachte [medeverdachte] volgt dat er in periode van 6 mei 2021 tot 30 juni 2022 in totaal 29.550,00 euro op het account is gestort. [27] Er is vervolgens 17.842,00 euro van dit bedrag, door middel van het gebruik van een creditcard, uitgegeven aan onder meer diverse supermarkten in de buurt van Spijkenisse en winkels als De Bijenkorf en IKEA en McDonalds. Uit onderzoek naar de bankrekeningen van [medeverdachte] en verdachte volgt verder dat derden gelden hebben overgeboekt via ‘Tikkie’. Via Tikkie is 880,00 euro ontvangen. In totaal gaat het om een bedrag van 30.380,00 euro dat is verkregen via Tikkie en PaySafe-kaarten en is gestort op het PaySafe-account van [medeverdachte] . [28]
Uit het chatgesprek tussen verdachte en eerder genoemde [naam 3] volgt dat zij veelvuldig spraken over het afpersen van mensen. Daarnaast blijkt dat [verdachte] aan [naam 3] de opdracht heeft gegeven om PaySafe-kaarten, afkomstig van slachtoffers, op het account van [naam 3] op te waarderen en met dit geld slippers en een bodywarmer ter waarde van 732,00 euro te kopen. Deze spullen moesten worden afgeleverd op het adres van verdachte, [adres 1] . [29]
Uit de gegevens verstrekt door het UWV volgt dat verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 12 juli 2022 geen uitkering heeft ontvangen. [30] [medeverdachte] heeft in de periode van oktober 2021 tot en met 3 januari 2022 in totaal 2.141,49 euro aan uitkering ontvangen. [31]
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte en [medeverdachte] , [adres 1] , zijn diverse luxegoederen aangetroffen. In totaal hebben de goederen in de woning een waarde van 15.309,00 euro. Van dit bedrag bestaat 8.358,00 euro aan luxe kleding en schoenen. [32]
Uit het opgenomen tapgesprek van [medeverdachte] van 27 mei 2022 volgt dat [medeverdachte] zegt dat zij de huur wel wil betalen, maar dat zij ook de zorg voor haar zusjes heeft wat geld kost. Zij zegt dat het het één of het ander is. [33] Uit het later op diezelfde dag opgenomen tapgesprek van [medeverdachte] volgt dat zij vertelt dat zij voor de kleine een jas van het merk [merk 1] heeft gekocht en dat zijzelf een tas heeft van bijna 1.000,00 euro. Zij heeft verder verteld dat zij van haar vriend een auto heeft gekregen en dat hij een bril heeft gekocht van het merk [merk 2] van 1.200,00 euro. [34]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat geen werk had toen hij op 5 juli 2022 werd aangehouden. [35]
De rechtbank overweegt dat voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat vast komt te staan dat het geldbedrag waarop de verdenking van witwassen betrekking heeft uit enig misdrijf afkomstig is en dat verdachte dat wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan afdreiging waarbij hij de slachtoffers heeft bewogen tot afgifte van geld, vaak in de vorm van de aanschaf van PaySafe-kaarten, verdachte heeft geen legaal inkomen gehad en heeft met [naam 3] gesproken over de aanschaf van luxe goederen middels PaySafe-kaarten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden is gerechtvaardigd dat sprake is van witwassen en dat daarom van verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor een legale herkomst voor de luxegoederen die hij in zijn bezit had. Deze verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de luxegoederen die bij hem thuis zijn aangetroffen, cadeaus zijn van familieleden. Naar het oordeel van de rechtbank is deze verklaring onvoldoende onderbouwd en concreet om te dienen als een concrete, eenduidige, verifieerbare en op voorhand niet (hoogst) onwaarschijnlijke verklaring voor een legale herkomst van het geld op het PaySafe-account alsmede de aangetroffen luxe goederen. Verdachte heeft niet onderbouwd van wie de luxegoederen precies afkomstig zijn; daarbij komt dat verdachte deze verklaring voor het eerst ter terechtzitting heeft gegeven. De rechtbank is van oordeel dat verdachte met zijn verklaring onvoldoende tegenwicht aan het vermoeden van witwassen heeft geboden, waardoor dit vermoeden blijft bestaan en kan op basis van het voorgaande niet anders dan concluderen dat de gelden, van in totaal 30.380,00 euro, onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig is en dat verdachte dat wist.
Ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen overweegt de rechtbank dat uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte] en [verdachte] samenwoonden aan de [adres 1] , dat er in de woning diverse luxe goederen zijn aangetroffen en dat [medeverdachte] in een getapt telefoongesprek zegt dat zij dure spullen heeft en een auto krijgt van verdachte. [medeverdachte] geeft tijdens een gesprek eerder die dag aan dat zij niet zowel de huur kan betalen als voor haar zusjes kan zorgen. De rechtbank constateert gelet op het voorgaande dat [verdachte] en [medeverdachte] beiden hebben geweten dat de luxegoederen zijn bekostigd met geld uit enig misdrijf verkregen. Daarbij is van belang dat het legale inkomen van beide verdachten evident ontoereikend was om deze goederen te kunnen bekostigen, terwijl de stelling dat [verdachte] voldoende inkomsten verwierf uit gokken op geen enkele manier is onderbouwd en als ongeloofwaardig terzijde wordt gesteld. Bij verdachte gaat de rechtbank bij dat weten uit van op zijn minst voorwaardelijk opzet. Uit voormelde feiten en omstandigheden blijkt immers dat de kans dat de luxe goederen uit misdrijf afkomstig waren aanmerkelijk was en dat verdachte die kans naar de uiterlijke verschijningsvorm op zijn minst bewust heeft aanvaard.
Het onder feit 3 ten laste gelegde medeplegen van witwassen is naar het oordeel van de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen.

4.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de feiten 1, 2 en 3 heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 27 april 2021 tot en met 28 januari 2022 te Spijkenisse en/of in andere plaatsen in Nederland,
in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althansalleen, met het oogmerk om zich door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim vederrechtelijk te bevoordelen, meerdere personen, waaronder
• [slachtoffer 1] ;
• [slachtoffer 2] ;
• [slachtoffer 3] ;
• [slachtoffer 4] ;
• [slachtoffer 5] ;
• [slachtoffer 6] ;
• [slachtoffer 7] ;
• [slachtoffer 8] en
/of
• [slachtoffer 9]
heeft gedwongen tot het (indirect) betalen en/of overmaken van één of meer geldbedragen en/of het doen van betalingen door middel van paysafekaarten (prepaid creditcards) en/of door middel van (het toezenden van) digitale betaallinks en/of QR-codes en/of tot het voldoen aan door verdachte
en/of zijn mededadergestuurde betaalverzoeken, danwel (in het geval van genoemde [slachtoffer 5] ) het ten gunste van verdachte
en/of zijn mededaderplaatsen en betalen van een online-bestelling van een jas en/of een paar slippers bij kledingwebsite [naam 1] ,
immers heeft verdachte
en/of zijn mededader, (telkens)
- via dating— en/of chatsites (Novamora, Secondlove, KIK, C-date, Skype, Ondeugend Daten) contact gelegd met genoemde personen en/of seksueel getinte gesprekken gevoerd, en
/of
- genoemde personen bewogen tot het sturen van naaktfoto’s en/of andere compromitterende afbeeldingen van henzelf, en
/of
vervolgens voornoemde personen via sociale media (Whats-app) (opnieuw) benaderd danwel telefonisch contact met die personen opgenomen,
waarbij door verdachte
en/of zijn mededaderdwingende en/of dreigende uitlatingen werden gedaan en/of op dwingende en/of dreigende toon eisen werden gesteld, (onder meer) inhoudende dat, indien die personen zouden weigeren om voornoemde betalingen te verrichten/voldoen, die personen via sociale media zouden worden beschadigd/benadeeld (exposed) door naaktfoto’s en/of seksueel getinte chatgesprekken en/of (ander) compromitterend (beeld)materiaal van die voornoemde personen openbaar te maken bij familie, vrienden,
buren,(ex)partners en/of collega’s van die personen;
2.
hij op meerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 27april2021 tot en met 28 januari 2022 te Spijkenisse en/of in andere plaatsen in Nederland,
in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althansalleen, ter uitvoering van het door verdachte
en/of zijn mededadervoorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim wederrechtelijk te bevoordelen, meerdere personen, waaronder
• [slachtoffer 10] ;
• [slachtoffer 11] ;

[slachtoffer 12] ;
• [slachtoffer 13]
en/of

[slachtoffer 14]
te dwingen tot het (indirect) betalen en/of overmaken van één of meer geldbedragen en/of het doen van betalingen door middel van paysafekaarten (prepaid creditcards) en/of door middel van (het toezenden van) digitale betaallinks en/of QR-codes en/of tot het voldoen aan door verdachte
en/of zijn mededadergestuurde betaalverzoeken, (telkens)
- via dating— en/of chatsites (Novamora, Secondlove, KIK, C-date, Skype, Ondeugend Daten) contact gelegd met genoemde personen en/of seksueel getinte gesprekken gevoerd, en
/of
- genoemde personen bewogen tot het sturen van naaktfoto’s en/of andere compromitterende afbeeldingen van henzelf, en
/of
vervolgens voornoemde personen via sociale media (Whats-app) (opnieuw) heeft benaderd danwel telefonisch contact met die personen heeft opgenomen,
waarbij door verdachte
en/of zijn mededaderdwingende en/of dreigende uitlatingen werden gedaan en/of op dwingende en/of dreigende toon eisen werden gesteld, (onder meer) inhoudende dat, indien die personen zouden weigeren om voornoemde betalingen te verrichten/doen, die personen via sociale media zouden worden beschadigd/benadeeld (‘exposed’) door naaktfoto’s en/of seksueel getinte chatgesprekken en/of compromitterend materiaal van die voornoemde personen via openbaar te maken hij familie, vrienden,
buren,(ex)partners en/of collega’s van die personen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 27 april 2021 tot en met 4 juli 2022 te Spijkenisse en/of in andere plaatsen in Nederland,
in elk geval (telkens) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander, meerdere geldbedragen, in totaal circa € 30.380,00
althans een geldbedragheeft verworven en voorhanden heeft gehad en omgezet, en van genoemde geldbedragen gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en zijn mededader (telkens) wisten,
danwel redelijkerwijs dienden te vermoeden,dat die geldbedragen, - onmiddellijk of middellijk - afkomstig varen uit enig misdrijf.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
afdreiging, meermalen gepleegd
feit 2:
poging tot afdreiging, meermalen gepleegd
feit 3:
medeplegen van witwassen

6.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen en daarnaast een voorwaardelijke straf, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Verdachte krijgt op deze manier de kans om zijn leven opnieuw op te bouwen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verscheidene ernstige strafbare feiten. Verdachte heeft in ieder geval 12 aangevers die vermeld staan in de tenlastelegging en bewezenverklaring afgedreigd of gepoogd af te dreigen. Nadat de aangevers contact hadden gekregen met verdachte via een (dating)website, werd het contact voortgezet via WhatsApp. Nadat er in de gesprekken erotisch getinte foto’s werden gedeeld, werden aangevers vervolgens door verdachte onder druk gezet om geld over te maken, anders zouden familieleden, vrienden of collega’s worden geïnformeerd.
Verdachte heeft zo welbewust en op een geraffineerde manier persoonlijke gegevens van slachtoffers achterhaald. Hij maakte ze kwetsbaar door hen ertoe te brengen erotische foto’s met hem te delen, en maakte daarvan vervolgens op nietsontziende wijze misbruik. Een deel van de aangevers heeft ook daadwerkelijk één of meerdere keren betaald. Het enige doel van de afdreiging door verdachte was geld verdienen ten koste van de slachtoffers. Verdachte liet blijken geen enkel respect te hebben voor zijn slachtoffers. Hij ging volledig voorbij aan de gevoelens van angst en onveiligheid die hij door zijn handelwijze veroorzaakte. Verdachte heeft hiermee een forse inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangevers.
Verdachte heeft zich eveneens schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen. De met afdreiging verkregen criminele gelden konden zich op die wijze vermengen met legale gelden. Daarmee vormt het witwassen van geld een bedreiging voor de legale economie en tast het de integriteit aan van het financiële en economische verkeer. Bovendien vergemakkelijkt en bevordert het daadwerkelijk ten gelde kunnen maken van de met afdreiging verkregen opbrengsten het begaan van die misdrijven. Kennelijk hadden de verdachte en zijn mededader hier geen oog voor, en hadden zij slechts oog voor het financieel gewin.
De rechtbank houdt in het nadeel van verdachte ook rekening met het feit dat hij in het verleden eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Blijkbaar heeft dit verdachte er niet van weerhouden opnieuw, en op een vergelijkbare manier, slachtoffers af te dreigen.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 25 november 2022, waaruit blijkt dat verdachte in 2018 voor een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld tot een forse gevangenisstraf. Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van 13 december 2022. Daaruit volgt dat er gelet op de justitiële documentatie sprake lijkt te zijn van een delictpatroon. Tijdens een eerdere veroordeling voor een soortgelijk delict heeft verdachte aangegeven dat hij geld nodig had. De reclassering acht zijn financiële situatie alsmede het gebrek aan dagbesteding delictgerelateerde criminogene factoren. In het geval van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf adviseert de reclassering om het advies met betrekking tot de bijzondere voorwaarden mee te nemen bij een re-integratieproject of bij de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Gelet op de ernst van de feiten en het geldbedrag dat daar in zijn totaliteit mee gemoeid geweest is alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Alles afwegende ziet de rechtbank geen aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie. De rechtbank zal aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft in verband met het onder feit 2 ten laste 1.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard nu de vordering niet goed is onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft gedreigd de naaktfoto die hij van [slachtoffer 10] had ontvangen kenbaar te maken aan zijn vrouw en zijn gehele vriendengroep als [slachtoffer 10] niet zou betalen. Toen [slachtoffer 10] hier niet op inging heeft verdachte contact gelegd met zijn vrouw. De benadeelde partij is hierdoor in zijn eer en goede naam aangetast. De exacte omvang van de schadepost staat echter niet vast. De rechtbank ziet aanleiding gebruik te maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank is van oordeel dat de omvang van de schade vastgesteld kan worden op € 500,00. De benadeelde partij wordt in het overige deel van de vordering wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Verdachte is vanaf 10 december 2021 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.

10.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorwerpen waarop conservatoir beslag ligt, 29 goederen in totaal, verbeurd dienen te worden verklaard nu deze goederen uit misdrijf zijn verkregen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld het merendeel van de goederen genoemd op de lijst zelf zijn gekocht of zijn gekregen. Zij dienen daarom te worden teruggeven aan verdachte.
De rechtbank zal de 29 voorwerpen, zoals genoemd op de lijst van het conservatoir beslag, te weten:
[merk 3] serie X (G728631)
[merk 4] baby gympen maat 20 (G741452)
[merk 5] trainingspak baby, maat 60 (G74 1456)
[merk 5] trainingspak baby, maat 68 (G74 1826)
[merk 6] boxpakje (G74 1457)
[merk 1] Luiertas zwart (G74 1459)
[merk 1] babyjasje, zwart, maat 62 (G74 1462)
[merk 1] skibroekje, groen, maat 60 (G74 1464)
[merk 7] babyschoenen, wit (G728630)
[merk 8] babyschoenen (G741827)
[merk 9] babyslippers (G741 828)
[merk 10] babyschoenen (G741829)
Herenjas [merk 11] , zwart (0741740)
Herensjaal [merk 12] (G741741)
Herenschoenen [merk 13] , maat 43 (G741 742)
Herenschoenen [merk 14] , maat 43 (G741 743)
Herenschoenen [merk 22] , maat 43,5 (074 1744)
Herenjas [merk 15] , maat L (G741830)
Herenjas [merk 16] . groen/grijs/bruin (074 1831)
Armband [merk 12] . Ieder met goud (0728642)
[merk 2] brilkoker (eeg). rood (G741834)
[merk 2] zonnebril met inscriptie [tekst] , mcl. Koker (G728597)
Heren bodywarmer merk [merk 1] (0728639)
[merk 1] regenjas, zwart (G741735)
T-shirt [merk 17] , maat M (G741 738)
T-shirt [merk 18] , groen (0741 736)
[merk 19] herenslippers (G741739)
[merk 20] damesschoenen, maat 38 (G728638)
Damesjack [merk 21] , maat M (G741 705)
en die aan verdachte toebehoren of die verdachte geheel of ten dele ten eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de bewezen verklaarde feiten zijn verkregen, verbeurd verklaren. De rechtbank overweegt dat door de verdachte volstrekt onaannemelijk is gemaakt dat hij deze spullen heeft gekregen of met legale middelen heeft gekocht.

11.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 33, 36f, 47, 57, 318 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

12.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging van [slachtoffer 14] , zoals vermeld onder feit 2;
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden;
 verklaart verbeurd de 29 voorwerpen zoals genoemd onder ‘de beoordeling van het beslag’;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10]
 veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 2 tot betaling van schadevergoeding aan de
benadeelde partij [slachtoffer 10]van
€ 500,00aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
10 december 2021tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. E.H.T. Rademaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 december 2022.
mr. Ter Hart en mr. Goossens zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de districtsrecherche IJsselland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022037739, gesloten op 27 september 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 841 – 842.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 973 – 975.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , p. 1365 – 1366.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 1195 – 1196.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 1616 – 1618.
7.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 1611 – 1613.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , p. 1318 – 1320.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 1380 – 1381.
10.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] , p. 1496 – 1497.
11.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 1060 – 1062.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1052.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , p. 1623 – 1624.
14.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 1628 – 1629.
15.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 1633 – 1634.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 100 – 102.
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 154.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 171 – 173.
19.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname, p. 177 – 178.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 203 – 489.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 552.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 492.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 72 – 73.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 545.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 494.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 551.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 100.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 703 – 704.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 101; het proces-verbaal van bevindingen, p. 493 – 520.
30.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 672.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 753 – 757.
32.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 688 – 692.
33.Het tapgesprek van 27 mei 2022, p. 156.
34.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 698 – 700.
35.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 december 2022.