3.2.De man verzoekt de rechtbank (
na schriftelijke wijziging en aanvulling)het echtscheidingsverzoek en het verzoek met betrekking tot het huurrecht toe te wijzen en de verzoeken van de vrouw genoemd onder b), c) en g) af te wijzen. Bij wege van zelfstandig verzoek verzoekt de man:
de echtscheiding uit te spreken;
te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] , [de minderjarige 3] , [de minderjarige 4] en [de minderjarige 5] bij de man zal zijn;
te bepalen dat de vrouw binnen twee dagen na de datum van de beschikking haar medewerking en toestemming dient te verlenen aan inschrijving van [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] , [de minderjarige 3] en [de minderjarige 4] op de school [schoolnaam] te [plaatsnaam] en in het geval de vrouw deze toestemming niet geeft binnen de gestelde termijn, die toestemming wordt vervangen door de toestemming van de rechtbank, waardoor de kinderen kunnen worden ingeschreven op voornoemde school;
te bepalen dat de vrouw en de kinderen contact met elkaar hebben wanneer en op welke wijze de gecertificeerde instelling dit bepaalt;
te bepalen dat het huurrecht van de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] per datum beschikking toekomt aan de vrouw;
in het kader van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen te bepalen dat het saldo van de spaarrekening op naam van de man bij helfte wordt verdeeld per heden of op de datum van verdeling daarvan, alsmede dat de netto verkoopopbrengst van de auto op naam van de man bij helfte tussen partijen wordt verdeeld en dat de inboedel wordt verdeeld tussen partijen ten overstaan van een door de rechtbank aan te wijzen notaris;
te bepalen dat de man (naar de rechtbank begrijpt: de vrouw) aan de vrouw (naar de rechtbank begrijpt: de man) dient te verstrekken binnen zeven dagen na de datum van de beschikking de afschriften van de bankrekeningen van de kinderen van partijen vanaf 1 augustus 2021 tot en met de datum van afgifte daarvan en voorts te bepalen dat de vrouw daarop dient terug te storten de bedragen die hiervan afgehaald zijn vanaf 1 augustus 2021;
te bepalen dat de vrouw aan de man dient te betalen binnen zeven dagen na de datum van de beschikking de bedragen € 200,-, € 1.250,- en € 991,20 per maand vanaf 20 juni 2022 en € 1.023,93 vanaf 1 juli 2022 tot en met de dag dat het huurrecht aan de vrouw is toegewezen;
n het kader van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen partijen te bepalen dat het saldo van de spaarrekening op naam van de man bij helfte wordt verdeeld op de datum van verdeling daarvan, alsmede dat de netto verkoopopbrengst van de auto op naam van de man bij helfte tussen partijen wordt verdeeld (na aftrek van de onder het vorige gedachtestreepje genoemde/toegewezen bedragen) en dat de inboedel wordt verdeeld tussen partijen ten overstaan van een notaris.