ECLI:NL:RBGEL:2022:95

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
C/05/391146 / HA ZA 21-379
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en ambtshalve verwijzing naar de kantonrechter

Op 12 januari 2022 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis in incident gewezen in een zaak tussen twee eisers en de besloten vennootschap DE FONTEYN B.V. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. van Snippenburg, hebben een consumentenkoop aangevochten, waarbij de rechtbank ambtshalve heeft besloten de zaak te verwijzen naar de kantonrechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen de partijen een consumentenkoop betreft, omdat de verkoper handelt in het kader van zijn bedrijfsactiviteit en de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in dat kader. Dit leidt tot de conclusie dat de kantonrechter bevoegd is om het geschil te behandelen.

De rechtbank heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de locatie van de verwijzing. De eisers hebben gekozen voor de kantonrechter te Nijmegen, terwijl de gedaagde, DE FONTEYN B.V., zich primair op het standpunt heeft gesteld dat de kantonrechter te Apeldoorn bevoegd is. De rechtbank heeft uiteengezet dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is, maar in dit geval is de kantonrechter te Nijmegen aangewezen op basis van het Zaaksverdelingsreglement van de rechtbank Gelderland.

In de beslissing heeft de rechtbank de vordering in het incident afgewezen en de kosten van het incident gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak is verwezen naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 4 februari 2022. Tevens is aangegeven dat partijen niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen in de verdere procedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/391146 / HA ZA 21-379 / 167 / 1690
Vonnis in incident van 12 januari 2022
in de zaak van

1.[eis.hfdz./verw.inc. 1] ,

2.
[eis.hfdz./verw.inc. 2],
beiden wonende te [plaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. S.A. van Snippenburg te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE FONTEYN B.V.,
gevestigd te Uddel, gemeente Apeldoorn,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. R.C.H. Bruinier te Ede (Gelderland).
Partijen worden hierna [eis.hfdz./gedn.inc.] en Fonteyn genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis in het incident van 1 december 2021,
  • de akte uitlating in het incident van 15 december 2021 aan de zijde van [eis.hfdz./gedn.inc.] ,
  • de akte uitlating in het incident van 15 december 2021 aan de zijde van Fonteyn.
1.2.
Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Fonteyn vordert in het incident dat de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar locatie Zutphen van deze rechtbank.
2.2.
Naar aanleiding van deze incidentele vordering heeft de rechtbank een tussenvonnis gewezen. Hierin heeft zij partijen de gelegenheid gegeven zich uit te laten over het voornemen van de rechtbank de zaak ambtshalve te verwijzen naar een kamer voor kantonzaken, omdat de rechtbank aanwijzingen heeft dat de overeenkomst die partijen hebben gesloten een consumentenkoop betreft. Een dergelijke zaak wordt door de kantonrechter behandeld (art. 93 onder c Rv).
2.3.
[eis.hfdz./gedn.inc.] bevestigt in zijn akte dat de overeenkomst die met Fonteyn is gesloten een consumentenkoop is. Fonteyn heeft zich hierover in zijn akte niet nader uitgelaten. De rechtbank leidt uit de stukken af dat de koop van de swimpsa, een roerende zaak, is gesloten door een verkoper (Fonteyn) die handelt in het kader van zijn bedrijfsactiviteit en een koper ( [eis.hfdz./gedn.inc.] ), een natuurlijk persoon, die niet handelt in dat kader. De rechtbank is daarom van oordeel dat de aanschaf van de swimspa door [eis.hfdz./gedn.inc.] te kwalificeren is als een consumentenkoop, zodat de kantonrechter bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen. De rechtbank zal de zaak daarom op de voet van art. 71 lid 2 Rv verwijzen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.
2.4.
Partijen is tevens verzocht zich uit te laten over de locatie waarnaar de zaak in dat geval verwezen moet worden. [eis.hfdz./gedn.inc.] opteert voor de kantonrechter te Nijmegen. Fonteyn stelt zich primair op het standpunt dat de kantonrechter te Apeldoorn bevoegd is en subsidiair de kantonrechter te Arnhem.
2.5.
Als uitgangspunt geldt dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is (art. 99 Rv). In zaken betreffende een overeenkomst die wordt gesloten door een partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, is mede bevoegd de rechter van de woonplaats of, bij gebreke daarvan, van het werkelijk verblijf van die natuurlijke persoon (art. 101 Rv). In zijn akte doet [eis.hfdz./gedn.inc.] als consument een beroep op deze alternatieve bevoegdheid.
2.6.
Beide partijen zijn woonachtig respectievelijk gevestigd in het arrondissement van de rechtbank Gelderland. Op grond van het Zaaksverdelingsreglement van de rechtbank Gelderland (Staatscourant 2017, 10513
)en punt 3 van het daarbij behorende “Besluit interne relatieve bevoegdheid rechtbank Gelderland” met verwijzing naar bijlage 1 van dat Besluit (https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Gelderland/Over-de-rechtbank/Paginas/relatieve-bevoegdheid-rechtbank-gelderland.aspx), dient de zaak in dit geval te worden aangebracht bij en behandeld door de kantonrechter te Nijmegen.
2.7.
De slotsom is dat de vordering in het incident zal worden afgewezen en dat de zaak zal worden verwezen naar de kamer van kantonzaken van deze rechtbank, zittingsplaats Nijmegen.
2.8.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om de kosten van het incident te compenseren op de wijze zoals hierna in de beslissing te vermelden.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst de vordering af,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, zittingsplaats Nijmegen, op
vrijdag 4 februari 2022om
10.00 uur,
3.4.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.5.
wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2022.