Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eisende partij 1] ,
2.
[eisende partij 2],
1.de maatschap [gedaagde partij 1] ,
2.
[gedaagde partij 2],
3.
[gedaagde partij 3],
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 januari 2023.
2.Partijen
3.De feiten
“(…)
Bijgaand de laatste facturen van het 3e kwartaal.
Mijn voorstel:
“
Bijgaand de inkoopfacturen 01-11 tm afgelopen vrijdag.(…)”
Tussentijds Rapport over de periode 1 januari 2020 t/m 31 oktober 2020” (productie 8 bij antwoord; hierna: het Tussentijds Rapport) gestuurd en in de begeleidende mail (productie 12 bij dagvaarding) onder meer geschreven:
Bijgaand de tussentijdse cijfers.
de facturen van Q4”, die ook allemaal al waren betaald, en zou nog een tweede lichting volgen met facturen van “
de afgelopen twee weken”.
Is m.b.t. punt a uitgelegd hoe facturatie van 1e 10% gebeurd met daarin de winstneming m.b.t. aanloopkosten?
We zijn vooral benieuwd welke omzet uit orderbook 2021 hier al inzit en welke kosten daarbij horen.”
Wat nu nog rest is puntje 3. De systematiek is dat i.o.m. [betrokkene 4] van de gefactureerde 1e termijn, ad 10% van de aanneemsom, 1/3 deel meteen is toegerekend aan de V/W. Dus 3,33% van de totale aanneemsom. Hier tegenover staan de aanloopkosten en verkoopkosten. Wij hebben destijds een inschatting gemaakt van de gemiddelde kosten in het voortraject, maar ik heb hiervan geen schriftelijke onderbouwing.
5. DE GARANTIES
of ingeval van een tekortkoming in de nakoming door Verkoper van enige andere verplichting uit hoofde van deze Overeenkomst, zal Verkoper Kopers met in achtneming van artikel 5.4 schadeloos stellen(...)
.
3. Balans en Jaarrekening
Ik heb vanmiddag kort gesproken met [voornaam gedaagde partij 3]( [gedaagde partij 3] – toevoeging rechtbank)
. Hij heeft de laatste zaken voor 2020 ingeklopt om een jaarrekening op te maken.
Hierdoor zijn de cijfers tot 31-10 te rooskleurig omdat er 13% extra op de marge staat i.p.v. inkoop. Dit zorg voor een megaverschil van 13% over 1.525.000 =€ 198.250,-Conclusie hieruit is dat de stand van zaken per 31-10 geen+ 134.000had moeten zijn, maar een min van -€ 64.250,-
2.Personeel
.
3.Upgrade
4.Uitloop/uitstel orders
5.Restant rekening courant
6.Verrekening 2019
. Dit geeft een groot verlies van marge in 2020!
7.Vooruit gefactureerde omzet (aanbetalingen)
zijn in de 33% niet voldoende meegenomen, maar moeten wel worden berekend. Het verschil tussen de 33% en 50% zal worden aangepast, zodat het resultaat verbeterd.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Vertrouwen speelt een belangrijke rol. Als accountant ben je voor een groot deel afhankelijk van vertrouwen.” Dit enkele citaat van de website van [gedaagde partij 1] leidt echter nog niet tot de conclusie dat [gedaagde partij 1] op één lijn kan worden gesteld met een accountant en dat de voor accountants geldende beroepsnormen ook op haar van toepassing moeten worden geacht.
te vermeerderen met wettelijke rente
wederhoorprocedure [betrokkene 4]”, “
Zitting NAI d.d. 11 november, voorbereiding, beantwoording nagekomen vragen”). Gelet hierop heeft [eisende partijen] onvoldoende onderbouwd waarom en in hoeverre de (resterende) kosten van [betrokken BV 3] redelijkerwijs aan [gedaagde partij 1] zouden moeten worden toegerekend. Ook deze schadepost is daarom niet toewijsbaar.
6.De beslissing
29 maart 2023voor het nemen van een akte door [eisende partijen] over hetgeen is vermeld onder 5.23, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,