ECLI:NL:RBGEL:2023:1160

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
414353
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot betrokkene met schizofrenie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 februari 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, omdat betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, niet in staat was om vrijwillig zorg te ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was om te worden gehoord en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de advocaat van betrokkene en twee zorgprofessionals gehoord, maar de officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. Er zijn incidenten geweest waarbij betrokkene buitenproportioneel reageerde, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van betrokkene.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter G.F. van den Berg, in tegenwoordigheid van griffier M.M. Verschuren. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 1 maart 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/414353 / FZ RK 23-271
Datum mondelinge uitspraak: 17 februari 2023
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Broersma te Putten.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
24 januari 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 februari 2023, in de accommodatie van GGNet te [plaats] .
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
de advocaat van betrokkene;
mevrouw [naam1] , als psychiater verbonden aan GGNet;
mevrouw [naam2] , als maatschappelijk werker verbonden aan het ACT-team van GGNet
1.4.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is de officier niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
1.5.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen.

2.Beoordeling

2.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft zij betrokkene voldoende gelegenheid gegeven om gehoord te worden en daarom zal de rechtbank het verzoek inhoudelijk behandelen.
De rechtbank heeft twee pogingen gedaan om betrokkene te horen. Op 9 februari 2023 is de rechtbank aan de deur geweest bij betrokkene thuis. Hij deed toen niet open. Ter plekke heeft de rechtbank een brief in de brievenbus achtergelaten met de oproep voor de mondelinge behandeling van 17 februari 2023 waar betrokkene niet is verschenen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling komt naar voren dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie. Weliswaar heeft de onafhankelijke psychiater van de medische verklaring betrokkene niet zelf gesproken, maar heeft redelijkerwijs voldoende gedaan wat van hem werd verwacht. De onafhankelijke psychiater heeft in dit geval drie pogingen gedaan om betrokkene te onderzoeken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de aanwezige psychiater (mevrouw [naam1] ) toegelicht dat de hulpverlening betrokkene al langer kent en dat er geen onduidelijkheid is over de stoornis. Ook de advocaat heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat de stoornis niet ter discussie staat.
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel (voor een ander);
ernstige psychische schade (voor zichzelf);
ernstige materiële schade (voor zichzelf en/of een ander);
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
Betrokkene heeft geen werk of dagbesteding. Hij woont op zichzelf in het voormalige huis van zijn oma. Hij trekt zich terug en komt afspraken met de hulpverlening niet na.
Tijdens contacten maakt hij een psychotische en verwarde indruk. Recent hebben twee incidenten plaatsgevonden waaruit naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat betrokkene buitenproportioneel reageert op zijn omgeving. Tijdens een aangekondigd bezoek van een servicemonteur heeft betrokkene de koffer van de monteur van de trap gegooid, en bij een eveneens aangekondigd bezoek van een makelaar heeft betrokkene gegooid met een schep waardoor de voorruit van een auto is gesneuveld. Bij beide incidenten heeft betrokkene uit het niets vanwege een voor hem onverwacht moment gegooid met spullen waardoor er schade is ontstaan. Anders dan de advocaat naar voren heeft gebracht, is de rechtbank van oordeel dat deze incidenten en de onvoorspelbaarheid van de aanleiding daarvan aantonen dat er ernstig nadeel bestaat. De psychiater acht de kans dat er een nieuw incident ontstaat hoog.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht en het wordt voor de hulpverlening steeds moeilijker om betrokkene te bereiken en hem te spreken. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, met dien verstande dat hieronder mede wordt verstaan dat betrokkene contact onderhoudt met het ACT-team;
alle voor de duur van zes maanden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Hulpverlening in een vrijwillig kader leidt tot onvoldoende inzicht in het ziektebeeld van betrokkene.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de psychiater toegelicht dat met de genoemde zorgvormen naar verwachting opnieuw samenwerking met betrokkene kan worden bereikt. Betrokkene heeft eerder een goede samenwerking met het ACT-team gehad. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het standpunt van betrokkene dat een zorgmachtiging niet noodzakelijk is, zoals zijn advocaat tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
17 augustus 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. G.F. van den Berg, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 1 maart 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.