ECLI:NL:RBGEL:2023:1236

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
10059656 \ HA VERZ 22-48
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • F.M.Th. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging ontruimingstermijn bedrijfsruimte op basis van belangenafweging tussen huurder en verhuurder

In deze zaak heeft de verzoekende partij, een fysiotherapiepraktijk, verzocht om verlenging van de ontruimingstermijn van een behandelruimte die zij huurt van Basic Fit Nederland B.V. De huurovereenkomst was opgezegd door Basic Fit, met een ontruimingstermijn die eindigde op 1 juli 2022. De verzoekende partij heeft aangevoerd dat zij volledig afhankelijk is van het gebruik van de behandelruimte voor haar inkomen en dat ontruiming ernstige gevolgen zou hebben voor haar onderneming. Basic Fit heeft in haar verweerschrift verweer gevoerd, maar ter zitting aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de ontruimingstermijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek tijdig is ingediend en dat de belangen van de huurder zwaarder wegen dan die van de verhuurder. De rechter heeft geoordeeld dat de verzoekende partij voldoende heeft aangetoond dat ontruiming haar onderneming in gevaar zou brengen. Daarom is de ontruimingstermijn verlengd tot 30 juni 2023. Basic Fit is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen, die zijn vastgesteld op € 86,00 aan griffierecht en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde. Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter F.M.Th. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 10059656 \ HA VERZ 22-48 \ 610 \ 40140
uitspraak van 19 januari 2023
beschikking
in de zaak van
[verzoekende partij]
zaakdoende te [vestigingsplaats]
verzoekende partij
gemachtigde mr. J.C.M. van der Biezen
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Basic Fit Nederland B.V.
gevestigd te Hoofddorp
verwerende partij
gemachtigde mr. L. Hennink
Partijen worden hierna [verzoekende partij] en Basic Fit genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 19 augustus 2022 met producties;
- het verweerschrift met producties;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling op 3 november 2022, mede inhoudende de pleitnotitie van de gemachtigde van Basic Fit;
- aan de zijde van [verzoekende partij] zijn ter gelegenheid van de mondelinge behandeling aanvullende producties ingediend, waartegen Basic Fit ter zitting bezwaar heeft gemaakt. Gelet op de omvang van de overgelegde stukken en het bepaalde in het procesreglement, zijn deze stukken, die kennelijk ook meer zien op de tussen partijen aanhangige dagvaardingsprocedure, ter zitting geweigerd;
- na afloop van de mondelinge behandeling is afgesproken de zaak een week aan te houden om partijen de gelegenheid te geven in onderhandeling te treden. Partijen hebben daarna nog twee keer om uitstel van een week gevraagd. Bij e-mail van 24 november 2022 van de zijde van [verzoekende partij] is verzocht om beschikking te wijzen, daar partijen niet tot een schikking zijn gekomen.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald op 12 januari 2023. In verband met ziekte is deze
datum niet gehaald en is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
[verzoekende partij] drijft een fysiotherapie praktijk en geeft training ter bevordering van de fysieke gesteldheid en het herstel van haar patiënten. Basic Fit is een fitnessketen met meerdere vestigingen.
2.2.
Sinds 1 januari 2011 huurt [verzoekende partij] van de rechtsvoorganger van Basic Fit, [naam 1] , (in ieder geval) een behandelruimte in de sportschool aan de [adres] .
2.3.
Met ingang van 1 augustus 2019 heeft Basic Fit de onderneming van [naam 1] overgenomen en is door rechtsopvolging verhuurder (en partij) geworden in de reeds bestaande huurovereenkomst.
2.4.
Op 15 juni 2020 heeft [verzoekende partij] een huurovereenkomst gesloten met Basic Fit met betrekking tot de huur van de behandelruimte in de sportschool van Basic Fit.
2.5.
Bij de brief van 29 april 2022 heeft Basic Fit de huurovereenkomst met [verzoekende partij] opgezegd tegen 1 juli 2022, waarbij tevens de ontruiming tegen die datum is aangezegd.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekende partij] verzoekt om bij beschikking, haar in haar voorwaardelijke verzoek ontvankelijk te verklaren alsmede de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden te verlengen voor de duur van één jaar, dus tot 30 juni 2023, althans voor een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen duur, met veroordeling van Basic Fit in de proceskosten.
3.2.
Aan haar verzoek legt [verzoekende partij] – samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag. Het verzoek heeft een voorwaardelijk karakter daar in de aanhangige bodemprocedure de vraag wordt voorgelegd of sprake is van een rechtsgeldige opzegging van de huurovereenkomst. In het kader van de belangenafweging stelt [verzoekende partij] dat haar belangen ernstiger worden geschaad bij ontruiming van het gehuurde dan die van Basic Fit bij voortzetting van het gebruik van het gehuurde door [verzoekende partij] . [verzoekende partij] is voor haar inkomen namelijk volledig afhankelijk van het gebruik van het gehuurde. Daarbij beschikt ze niet over een vervangende behandelruimte en zal bij ontruiming van het gehuurde de continuïteit van de onderneming van [verzoekende partij] met onmiddellijke ingang in het gedrang komen, aangezien [verzoekende partij] bij de uitoefening van haar onderneming en de behandeling van haar patiënten afhankelijk is van zowel een behandelruimte en de fitnessruimte als -apparatuur.
3.3.
Hoewel Basic Fit bij haar verweerschrift uitgebreid verweer heeft gevoerd met conclusie tot afwijzing van het verzoek van [verzoekende partij] , heeft zij ter zitting expliciet kenbaar gemaakt geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de ontruimingstermijn.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoekschrift is op 19 augustus 2022 ontvangen terwijl de ontruiming is aangezegd tegen 1 juli 2022. Het verzoek is dus tijdig, binnen de in artikel 7:230a lid 1 BW gestelde termijn van twee maanden, ingediend.
4.2.
[verzoekende partij] verzoekt om de ontruimingstermijn te verlengen tot een jaar na het eindigen van de huurovereenkomst onder de voorwaarde dat in een bodemprocedure wordt beslist of dat sprake is van een rechtsgeldige opzegging. De kantonrechter overweegt dat [verzoekende partij] gerechtigd is een dergelijke voorwaarde aan haar verzoek te verbinden, zodat beantwoording van de voorvraag of sprake is van een rechtsgeldige opzegging in deze procedure niet nodig is. [verzoekende partij] is in zoverre ontvankelijk in haar verzoek.
4.3.
Tussen partijen staat vast dat het gehuurde kwalificeert als een gebouwde roerende zaak in de zin van artikel 7:230a BW. Lid 4 van dat artikel bepaalt dat een verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn moet worden beoordeeld aan de hand van een afweging van de belangen. Daarbij geldt dat een verzoek tot verlenging van de termijn alleen dan wordt toegewezen als de belangen van de huurder ( [verzoekende partij] ) door de ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van de verhuurder (Basic Fit) bij voortzetting van het gebruik door de huurder. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is. [verzoekende partij] heeft voldoende onderbouwd dat zij voor de uitoefening van haar beroep en voor haar inkomen afhankelijk is van het gehuurde. Daarnaast weegt mee dat Basic Fit tijdens de mondelinge behandeling expliciet heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de ontruimingstermijn en zelfs bereid is een nieuwe huurovereenkomst met [verzoekende partij] aan te gaan, zij het onder voorwaarden waarover partijen het – na de bodemprocedure – onderling nog eens moeten worden. De ontruimingstermijn wordt daarom (voorwaardelijk) verlengd tot 30 juni 2023.
4.4.
Basic Fit wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
verlengt de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden (voorwaardelijk) voor de duur van één jaar, dus tot 30 juni 2023;
5.2.
wijst het meer of anders verzochte af;
5.3.
veroordeelt Basic Fit in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [verzoekende partij] vastgesteld op € 86,00 aan griffierecht en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde;
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. F.M.Th. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2023.