Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de conclusie na deskundigenbericht van De Bodega,
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van de verzekeraar.
2.De verdere beoordeling
in de hypothetische situatie dat de wartel door de monteur(s) van [betrokken partij 1] niet deugdelijk is vastgedraaid nadat deze op 22 juli 2014 was losgedraad en weer bevestigdmogelijk dat de wartel (pas) door gasexplosie en/of de daaropvolgende brand is losgeschoten en zo ja kunt u een oordeel geven over de waarschijnlijkheid van die mogelijkheid? (...)
rechtheeft vastgezeten is het plausibel dat deze ten gevolge van een externe kracht, alsmede spanning in de flexibele slang, los kan schieten zonder hierbij schade aan te richten aan de schroefdraad. De (dynamische) kracht die een explosie op een object uitoefent is afhankelijk van de concentratie van het aardgas in de lucht. (...) Er komt een dusdanige kracht bij een explosie vrij dat die stevige schade kan aanrichten en daarmee dus ook een dusdanige kracht kan uitoefenen op de wartel en de daarmee verbonden flexibele metalen slang (welke onder spanning stond) dat – wanneer deze provisorisch is gemonteerd – door deze kracht kan losschieten. Naarmate de wartel zich op meer spoeds vastgrijpt, zal een steeds groter deel van het gas via de leiding naar de gaskooktoestellen stromen, in plaats van weglekken. Uitgaande van het vastgrijpen op ten maximale 1 spoed is het mogelijk dat er voldoende gas door de leiding stroomt om de gaskookstellen te doen ontbranden. Bij een dergelijke ‘provisorische’ aansluiting is de waarschijnlijkheid hiervan groot noch klein en sterk afhankelijk van hoe de wartel gemonteerd is (hoeveel slagen de wartel heeft gehad).
in dezelfde (hypothetische) omstandigheden dat de wartel door de monteur(s) van [betrokken partij 1] niet deugdelijk is vastgedraaid nadat deze op 22 juli 2014 was losgedraaid en weer bevestigd– dat bij de verbinding bij de wartel een dusdanige hoeveelheid gas kon ontsnappen dat daardoor een explosief mengsel ontstond dat tot de gasexplosie op 22 juli 2014 kan hebben geleid en zo ja kunt u een oordeel geven over de waarschijnlijkheid van die mogelijkheid, rekening houdend met – voor zover bekend – de inhoud van en de ventilatie in het restaurant. Wilt u bij de beantwoording van de vraag tevens ingaan op het standpunt in het rapport van Rijpkema/Kiwa van 7 januari 2016 (aangehaald in rov. 2.12 van het tussenvonnis) onder 3.1: “
Een kleine lekkage, bijvoorbeeld door het niet goed aandraaien van een wartelmoer, kan nooit tot uitstromen van grote hoeveelheden gas leiden. Daarnaast wordt deze kleine lekkage weg geventileerd door aanwezige ventilatiemogelijkheden in de meterkast” en onder 3.3: “
bij een klein lek is het vrijwel onmogelijk dat er een groot explosief mengsel kan ontstaan”.
Indien er, anders dan bij de vragen 1-3, van wordt uitgegaan dat de situatie waarbij de wartel niet meer op de hoofdkraan was aangesloten al is ontstaan vóór de explosie:is daarvoor een andere oorzaak denkbaar dan dat deze door iemand (na het vertrek van de monteurs) is losgedraaid? (...)
bijlagebij deze verklaring.