ECLI:NL:RBGEL:2023:1304

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
C/05/377451 / HA ZA 20-566
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke aansprakelijkheid na gasexplosie in restaurant door losdraaien wartel

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Gelderland, is de vennootschap onder firma Restaurant "De Bodega" (hierna: De Bodega) de eisende partij tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V. (hierna: de verzekeraar). De Bodega vordert schadevergoeding na een gasexplosie in hun restaurant op 22 juli 2014, die volgens hen is veroorzaakt door een ondeugdelijk gemonteerde wartel door de monteurs van de verzekeraar. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen de mogelijkheid van alternatieve oorzaken voor de explosie onderzocht en deskundigen ingeschakeld om de situatie te analyseren. De deskundige concludeerde dat de wartel mogelijk niet deugdelijk was vastgezet, maar ook dat de kans groot was dat de eigenaar van het restaurant, [betrokkene 1], de wartel had losgedraaid, wat de explosie zou hebben veroorzaakt. De rechtbank oordeelt dat de verzekeraar niet aansprakelijk is voor de schade, omdat de mogelijkheid dat de explosie is veroorzaakt door de ondeugdelijk gemonteerde wartel veel onwaarschijnlijker is dan de mogelijkheid dat [betrokkene 1] de wartel heeft losgedraaid. De vorderingen van De Bodega worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten, inclusief de kosten van de deskundige.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/377451 / HA ZA 20-566 / 420 / 560
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
de vennootschap onder firma
RESTAURANT “DE BODEGA”,
gevestigd te Maasdijk,
eisende partij,
hierna te noemen: De Bodega,
advocaat: mr. J.H. Bargeman te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de verzekeraar,
advocaat: mr. B.M. Stroetinga te Eindhoven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 november 2021,
- het deskundigenbericht van 12 mei 2022,
- de conclusie na deskundigenbericht van De Bodega,
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van de verzekeraar.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 14 juli 2021 heeft de rechtbank het volgende overwogen. Het komt erop aan vast te stellen of [betrokkene 1] (een van de twee vennoten van De Bodega) de brand heeft veroorzaakt die op 22 juli 2014 in het restaurant heeft gewoed. [1] Beoordeeld moet worden of kan worden vastgesteld dat alternatieve oorzaken voor de explosie door het gaslek bij de wartel in redelijkheid kunnen worden uitgesloten, althans dat deze zoveel onwaarschijnlijker zijn dan de mogelijkheid dat [betrokkene 1] de wartel heeft losgedraaid (en daarmee uiteindelijk de ontploffing heeft veroorzaakt) dat dit laatste als bewezen kan worden aangenomen. [2]
2.2.
Een van de alternatieve oorzaken kan zijn dat een onbekend gebleven derde het restaurant is binnengedrongen en de wartel heeft losgedraaid. Die mogelijkheid is door de rechtbank verworpen. [3] De rechtbank heeft een deskundige benoemd om te rapporteren over andere alternatieve oorzaken. Daarover heeft de rechtbank zeven vragen aan de deskundige gesteld. De vragen 1, 2 en 3 gaan over de mogelijkheid dat de wartel door de monteur(s) van [betrokken partij 1] niet deugdelijk is vastgedraaid nadat deze op 22 juli 2014 was losgedraaid en weer bevestigd. [4] De vragen 4, 5 en 6 gaan over de mogelijkheid dat de wartel vóór de explosie al niet meer op de hoofdkraan was aangesloten. [5] Vraag 7 is een open restvraag. De rechtbank heeft de heer J.F. Zevenbergen, werkzaam bij TNO, als deskundige benoemd om deze vragen te beantwoorden.
2.3.
De deskundige heeft het volgende gerapporteerd.
1. Is het
in de hypothetische situatie dat de wartel door de monteur(s) van [betrokken partij 1] niet deugdelijk is vastgedraaid nadat deze op 22 juli 2014 was losgedraad en weer bevestigdmogelijk dat de wartel (pas) door gasexplosie en/of de daaropvolgende brand is losgeschoten en zo ja kunt u een oordeel geven over de waarschijnlijkheid van die mogelijkheid? (...)
Uitgaande van de hypothetische situatie dat de wartel niet deugdelijk is vastgedraaid, betekent dit dat de wartel met minder dan enkele handmatige slagen is vastgezet, dan wel dat de wartel er scheef op zit en daardoor lijkt vast te zitten. Voor de beantwoording van deze vraag moet verder worden gemeld dat de flexibele metalen slang ‘onder spanning’ staat. Door een externe kracht (in dit geval een explosie) kan de wartel losschieten, indien de wartel ‘provisorisch’ is aangesloten. Dat houdt hierbij in dat de wartel ten maximale op 1 zogenaamde spoed vastgrijpt (ook wel toer genoemd in de documenten). Wanneer de wartel op 1 complete spoed aangrijpt is de kans klein (maar niet nul) dat deze losschiet; wanneer de wartel op een fractie van 1 spoed vastgrijpt is de kans groot. Door de spanning in de flexibele slang en ten gevolge van de kracht van de explosie is het hierbij mogelijk dat dit losschieten gepaard gaat zonder schade toe te brengen aan de schroefdraad. Indien de wartel er scheef op heeft gezeten en daarmee ‘vast’ lijkt te zitten, is het waarschijnlijker dat dit wel gepaard gaat met schade aan de wartel, maar niet noodzakelijk. Uitgaande van de situatie dat de wartel met ten maximale 1 spoed
rechtheeft vastgezeten is het plausibel dat deze ten gevolge van een externe kracht, alsmede spanning in de flexibele slang, los kan schieten zonder hierbij schade aan te richten aan de schroefdraad. De (dynamische) kracht die een explosie op een object uitoefent is afhankelijk van de concentratie van het aardgas in de lucht. (...) Er komt een dusdanige kracht bij een explosie vrij dat die stevige schade kan aanrichten en daarmee dus ook een dusdanige kracht kan uitoefenen op de wartel en de daarmee verbonden flexibele metalen slang (welke onder spanning stond) dat – wanneer deze provisorisch is gemonteerd – door deze kracht kan losschieten. Naarmate de wartel zich op meer spoeds vastgrijpt, zal een steeds groter deel van het gas via de leiding naar de gaskooktoestellen stromen, in plaats van weglekken. Uitgaande van het vastgrijpen op ten maximale 1 spoed is het mogelijk dat er voldoende gas door de leiding stroomt om de gaskookstellen te doen ontbranden. Bij een dergelijke ‘provisorische’ aansluiting is de waarschijnlijkheid hiervan groot noch klein en sterk afhankelijk van hoe de wartel gemonteerd is (hoeveel slagen de wartel heeft gehad).
2. Indien vraag 1 positief is beantwoord, is het mogelijk –
in dezelfde (hypothetische) omstandigheden dat de wartel door de monteur(s) van [betrokken partij 1] niet deugdelijk is vastgedraaid nadat deze op 22 juli 2014 was losgedraaid en weer bevestigd– dat bij de verbinding bij de wartel een dusdanige hoeveelheid gas kon ontsnappen dat daardoor een explosief mengsel ontstond dat tot de gasexplosie op 22 juli 2014 kan hebben geleid en zo ja kunt u een oordeel geven over de waarschijnlijkheid van die mogelijkheid, rekening houdend met – voor zover bekend – de inhoud van en de ventilatie in het restaurant. Wilt u bij de beantwoording van de vraag tevens ingaan op het standpunt in het rapport van Rijpkema/Kiwa van 7 januari 2016 (aangehaald in rov. 2.12 van het tussenvonnis) onder 3.1: “
Een kleine lekkage, bijvoorbeeld door het niet goed aandraaien van een wartelmoer, kan nooit tot uitstromen van grote hoeveelheden gas leiden. Daarnaast wordt deze kleine lekkage weg geventileerd door aanwezige ventilatiemogelijkheden in de meterkast” en onder 3.3: “
bij een klein lek is het vrijwel onmogelijk dat er een groot explosief mengsel kan ontstaan”.
Een kwestie die bij de beantwoording van deze vraag speelt is de definitie van niet goed aandraaien. De deskundige verstaat hieronder [de rechtbank begrijpt: onder wel goed aandraaien] een wartel die over nagenoeg alle beschikbare spoeds is vastgedraaid. Daarbij kan een kleine lekkage plaatsvinden waarmee het schadebeeld niet verklaard kan worden. (...) Wanneer de wartel ‘provisorisch’ is aangedraaid, ten maximale 1 spoed, dan is het plausibel dat een dusdanige hoeveelheid aardgas kan weglekken, welke het aangetroffen schadebeeld kan verklaren. (...)
3. Indien vraag 1 en 2 positief zijn beantwoord, kunt u dan een oordeel geven over de vraag of er in dat geval door [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en/of de monteurs ( [betrokkene 4] en [betrokkene 3] ) voor hun vertrek om respectievelijk (ongeveer) 20:15, 19:30 en 19:15 uur in het restaurant en/of de meterkast een gaslucht waargenomen zou moeten zijn en over de kans dat dit dan door hen onopgemerkt zou kunnen zijn gebleven?
Uitgaande van de ‘provisorische’ aansluiting is de kans dat een gaslucht onopgemerkt zou blijven door een van de personen aanwezig in het pand op de gegeven tijdstippen nihil. De geurstof die aan aardgas is toegevoegd is tetrahydrothiofeen. Deze stof heeft een kenmerkende geur welke sterk irriterend voor de luchtwegen is, met als doel om een persoon te alarmeren bij ongewilde uitstroom van aardgas. Deze stof heeft een lage geurdrempel waardoor bij kleine concentraties aardgas (≤ 1%) in de lucht deze stof al kan worden waargenomen door mensen.
(...)
4.
Indien er, anders dan bij de vragen 1-3, van wordt uitgegaan dat de situatie waarbij de wartel niet meer op de hoofdkraan was aangesloten al is ontstaan vóór de explosie:is daarvoor een andere oorzaak denkbaar dan dat deze door iemand (na het vertrek van de monteurs) is losgedraaid? (...)
Uitgaande van de situatie dat de wartel deugdelijk was vastgedraaid door de medewerker van het energiebedrijf, dan is er geen andere plausibele verklaring te geven voor het niet aangesloten zijn van deze wartel voor de explosie, dan dat iemand deze heeft losgedraaid. Een externe (niet menselijke) kracht is niet plausibel en als die kracht er al zou zijn, zou dat een ander schadebeeld aan het schroefdraad laten zien (de externe kracht zal niet netjes de wartel losdraaien). Daar is hier geen sprake van.
5. Kunt u indien u vraag 4 positief beantwoordt een oordeel geven over de waarschijnlijkheid van de/het door u daarvoor genoemde scenario(s)?
Uitgaande van het scenario dat de wartel slechts ‘provisorisch’ was aangesloten en wetende dat er spanning staat op de flexibele leiding, is het plausibel dat de wartel is losgesprongen. Zoals ook door Kiwa vermeld, moet de wartel dan wel heel los hebben gezeten – fractie van 1 spoed. Dit laat onverlet dat er dan een gaslucht waargenomen had moeten worden na verloop van tijd, wetende dat de toevoer van aardgas omstreeks 18:45 was hersteld en de laatste persoon het pand om 20:15 heeft verlaten.
6. Kunt u daarbij tevens een oordeel geven over de vraag of in dat/die scenario(s) door [betrokkene 1] , [betrokkene 2] of de monteurs ( [betrokkene 4] en [betrokkene 3] ) voor hun vertrek om respectievelijk (ongeveer) 20:15, 19:30 en 19:15 uur in het restaurant en/of de meterkast een gaslucht waargenomen zou moeten zijn en over de kans dat dit dan door hen onopgemerkt zou kunnen zijn gebleven?
Uitgaande van de situatie dat de wartel slechts ‘provisorisch’ was aangesloten: (...) De lekken hadden daarom tijdens het afsoppen al moeten zijn waargenomen door de monteur van het energiebedrijf in dit scenario. Uitgaande van de weinig plausibele situatie dat de monteur het lek op enigerlei wijze toch niet had opgemerkt tijdens het afsoppen, dan had een van de andere personen aanwezig in het pand waarschijnlijk op dat moment een gaslucht kunnen ruiken, omdat de meterkast tijdens het afsoppen zeer waarschijnlijk open stond en het gas zich eenvoudiger in het pand had kunnen verspreiden. Door het slecht ‘provisorisch’ aansluiten van de wartel is het lekdebiet groot (...). De berekeningen van Kiwa laten zien dat het aardgasdebiet dermate substantieel was in het tijdvak [18:45 – 20:00/20:15] dat het niet waarschijnlijk is dat de gaslucht niet zou zijn waargenomen door de eigenaar van de Bodega terwijl desbetreffende nog in het pand was.
2.4.
De Bodega leidt uit het rapport van de deskundige af dat de verzekeraar niet in haar bewijsopdracht is geslaagd en dat de verzekeraar de schade van De Bodega moet vergoeden omdat zij geen goede grond heeft om dat niet te doen. De verzekeraar handhaaft haar standpunt dat zij de schade van De Bodega niet hoeft te vergoeden. Zij leidt uit het rapport van de deskundige het volgende af. Als de monteur de wartel provisorisch heeft gemonteerd en het gaslek is daardoor veroorzaakt, dan had het gaslek moeten zijn opgemerkt, in het bijzonder doordat iemand gas had moeten ruiken. Als de monteur de wartel deugdelijk heeft gemonteerd, dan kan de wartel niet anders zijn los gekomen dan doordat [betrokkene 1] hem heeft losgedraaid.
2.5.
Partijen trekken aldus verschillende conclusies uit het rapport van de deskundige, maar zij hebben geen commentaar op de wijze waarop de deskundige te werk is gegaan en ook niet op de inhoud van zijn rapport. Het rapport komt de rechtbank gedegen en overtuigend voor. Zij zal haar oordeel dan ook mede daarop baseren.
2.6.
De rechtbank zal thans op basis van het deskundigenbericht en het voorhanden bewijsmateriaal beoordelen of alternatieve oorzaken voor de explosie door het gaslek bij de wartel in redelijkheid kunnen worden uitgesloten, althans dat deze alternatieve oorzaken zoveel onwaarschijnlijker zijn dan de mogelijkheid dat [betrokkene 1] de wartel heeft losgedraaid dat dit laatste als bewezen kan worden aangenomen (zoals overwogen in het tussenvonnis van 14 juli 2021 en hiervoor onder 2.1).
2.7.
De rechtbank leidt uit het rapport van de deskundige het volgende af. Het is mogelijk dat de monteur van [betrokken partij 1] de wartel zo heeft gemonteerd dat er voldoende gas door de leiding stroomde om de gaspitten in de keuken te laten branden, dat er tegelijk voldoende gas is gelekt dat de explosie erdoor kan worden veroorzaakt en bovendien dat de wartel door die explosie is losgeraakt zonder daarbij de schroefdraad te beschadigen. De monteur moet de wartel dan met minder dan enkele handmatige slagen hebben gemonteerd en wel zo dat deze aangreep op slechts één spoed (toer) van de schroefdraad of zelfs minder. Naarmate de wartel met meer slagen was vastgezet, is het waarschijnlijker dat de gaspitten konden branden en minder waarschijnlijk dat er voldoende gas is gelekt dat de explosie erdoor kan worden veroorzaakt en dat de wartel door deze explosie is losgeraakt. Het kan ook zijn dat de wartel scheef op de aansluiting heeft gezeten. In dat geval zou de schroefdraad echter waarschijnlijk zijn beschadigd toen de wartel loskwam. Als de wartel inderdaad op slechts één spoed of minder of scheef is gemonteerd, dan was het lekdebiet dusdanig dat de kenmerkende gaslucht vanwege de lage geurdrempel door de aanwezigen moet zijn geroken.
2.8.
De vraag is dus allereerst hoe de monteur die de wartel op 22 juli 2014 heeft gemonteerd te werk is gegaan. Tot het voorhanden bewijsmateriaal behoren verklaringen die de monteurs van [betrokken partij 1] [betrokkene 3] en [betrokkene 4] hebben afgelegd. Op 24 juli 2014 hebben zij verklaringen afgelegd tegenover de politie in het kader van het onderzoek naar de betrokkenheid van [betrokkene 1] bij de explosie en de brand in het restaurant. [6] Bij de documenten die de verzekeraar heeft verstrekt aan Kiwa, die in haar opdracht de mogelijke toedracht van de brand heeft geanalyseerd, [7] bevinden zich voorts als bijlage 8 getuigenverklaringen die [betrokkene 3] en [betrokkene 4] op 21 april 2015 tegenover de verzekeraar hebben afgelegd. [8]
2.9.
Tegenover de politie heeft [betrokkene 3] verklaard: [9]
V[vraag, toevoeging rechtbank]: Kan je omschrijven welke werkzaamheden bij het pand moesten gebeuren?
A[antwoord, toevoeging rechtbank]: Dit betroffen gastechnische werkzaamheden. Het betreffende pand, dus [adres] zat zonder gas.
(...)
V: Met hoeveel personen zijn de werkzaamheden daar verricht?
A: In eerste instantie was ik alleen, in het begin. Maar omdat de werkzaamheden meer waren dan eerst gedacht heb ik assistentie aangevraagd van een collega.
(...)
V: Kan je omschrijven welke werkzaamheden jij hebt verricht en wanneer dit was?
A: Op 22 juli 2014 omstreeks 16:00 ben ik naar het adres [adres] gegaan.
V: Welke werkzaamheden heeft u daar eerst verricht?
A: De melding was dat er geen gasdruk in het pand was. Ik ben daar ter plaatse gekomen en heb gesproken met de eigenaar van dat Restaurant. Ik heb toen eerst de gasdruk gemeten. Met andere woorden of er wel of geen druk was.
V: Waar heeft u dat gemeten?
A: Dit was bij de hoofdkraan.
V: Wat was daar het resultaat van?
A: Er was geen druk.
V: Ik ben een leek op dat gebied. Omschrijft u eens hoe het meten van de gasdruk in zijn werk gaat?
A: Op de binnenkomende leiding zit een hoofdkraan. Na deze hoofdkraan loopt er een flexibele leiding naar de meter. Na de meter gaat de leiding dus verder naar de binneninstallaties. Bij de controle heb ik de wartel bij de hoofdkraan losgemaakt. Voordat ik dit deed heb ik de hoofdkraan dichtgedaan. Daarna heb ik op de leiding een nanometer aangesloten en heb ik de hoofdkraan weer geopend om de druk te meten. Hierbij bleek dat er in het totaal geen druk was.
(...)
V: En toen?
A: Omdat ik toen in de gaten kreeg dat er meer werk verricht moest worden heb ik mijn werkverantwoordelijke [betrokkene 5] gebeld. Deze zou er voor zorg dragen dat ik assistentie zou krijgen.
(...)
V: Wat is er toen verder gebeurd?
A: Daarna zijn wij de leiding gaan opgraven.
(...)
V: Dan komt u bij de gasleiding en dan?
A: Ik moet hierbij vertellen dat de gasleiding zeg maar in het verlengde van het slobje naar de overkant van de [straat] loopt. Ik zag dat er een stukje tussen die leiding uitgehaald was en dat het gedeelte dat naar de overkant liep afgesloten was door middel van een dop. Het betrof een leiding van pvc. Dit had dan als gevolg dat de panden 10 en 12 geen gas meer hadden.
(...)
V: Wat heeft u toen gedaan?
A: Hierna hebben wij in het slob gezocht naar het T-stuk dat de verbinding verzorgt tussen de panden 10 en 12. Hiervoor hadden wij ook de grond verwijderd. Het T-stuk hebben wij daarop verwijderd. Hierna hebben wij de leiding van pand 10 doorverbonden met de bestaande leiding. Hiermede bereikten wij dat de aanlsuiting van pand 12 niet meer van toepassing was.
V: En toen?
A: Daarna hebben wij op de plek nabij het trottoir weer de leiding doorgemeten. Dus ik bedoel op druk gezet. Dit was goed. Vervolgens hebben wij deze leiding, afkomstig uit pand 10 doorverbonden met de gasvoerende leiding.
V: Wat heeft u daarna nog gedaan?
A: Er was op de binneninstallatie geen meetpunt aanwezig en ik heb vervolgens bij de inlaat de druk gemeten. Dat was ook goed. Vervolgens heb ik die flexibele slang weer terug geplaatst. Deze heb ik vastgezet. Daarna heb ik de hoofdkraan open gezet.
Als je de hoofdkraan open doet zorgt een regelaar ervoor dat je niet direct druk op de leiding hebt. Hij bouwt dit op. In de tijd dat hij de druk aan het opbouwen was ben ik weer even naar buiten gegaan. Net voordat ik naar buiten ging heb ik die klant nog medegedeeld dat de installatie druk aan het opbouwen was en dat voldoende druk er voor zorgt dat een membraan/veiligheidsklep opent en de installatie gebruiksklaar is. Dit zou enige tijd in beslag nemen, variërend van vijf tot tien minuten. Ik ben daarna naar buiten gegaan omdat buiten nog verschillende werkzaamheden moesten plaatsvinden (...)
V: En toen?
A: Vervolgens kwam de eigenaar van het restaurant naar buiten. Hij vertelde mij dat het pennetje bij zijn kooktoestel naar buiten was gekomen en dat dit in zou houden dat er gasdruk op stond. Vervolgens heb ik hem uitgelegd bij het kooktoestel met het oog op het aansteken dat er nog mogelijk lucht in de leiding zat en dat hij er bij moet blijven. Vervolgens kwam hij weer naar buiten en hij gaf een goedkeuring. Hij had een tevreden gezicht.
(...)
V: En verder?
A: Mijn gereedschap stond nog bij de meterkast. Ik heb daarna nog alle verbindingen in de meterkast afgesopt. Dit was om te controleren of er lekkage was. Dit was niet het geval. Daarna zijn wij verder gegaan met het buiten afwerken. Vervolgens heb ik nog een leidingschets gemaakt, een tekening, hoe de leiding loopt. Daarna heb ik die man gedag gezegd. Ik ben naar mijn auto gegaan die voor de deur stond en heb daarin nog mijn opdracht verwerkt.
V: Hoe laat waren de werkzaamheden afgelopen?
A: Dit was tussen 19:30 en 19:45 uur.
2.10.
[betrokkene 4] heeft tegenover de politie verklaard: [10]
V: Zijn er nog werkzaamheden aan de binneninstallatie van het restaurant Bodega (...) uitgevoerd?
A: Mijn collega [betrokkene 3] , heeft de binnenleiding op de ingang van de gasmeter, binnen in het pand, afgeperst. Hierbij is de leiding losgehaald van de gasmeter om deze te kunnen afpersen met lucht. Er was namelijk geen meetnippel op de binneninstallatie gemonteerd, dus moest hiervoor de leiding van de binneninstallatie losgemaakt worden.
V: Was u daarbij aanwezig?
A: Nee, ik was buiten bezig. [betrokkene 3] vertelde mij wat hij gedaan had en dat hij de laatste verbinding die hij gemaakt had, bij het aansluiten van de binneninstallatie weer op de gastoeverleiding, deze met zeepsop had gecontroleerd op een eventuele lekkage. De leiding bleek echter dicht te zijn, zoals hij mij vertelde. Anders hadden wij de gastoevoer ook niet hersteld. (...)
V: Zijn er nog controles uitgevoerd aan de binneninstallatie van restaurant Bodega?
A: Ja, zoals ik al verklaarde heeft mijn collega [betrokkene 3] de binneninstallatie afgeperst. Toen deze gasdicht bleek te zijn hebben wij de gastoevoer hersteld.
2.11.
Tegenover de verzekeraar heeft [betrokkene 3] verklaard:
Op 22 juli 2014 was er overdag een storing in het netwerk. De planning heeft mij rond 15:30 opgebeld en mij doorgegeven dat er geen gas was op een adres, [adres] . Ik was daar om 16:00 uur ter plekke. In het pand waren een man en een vrouw aanwezig. De man was de eigenaar van het restaurant. Van de vrouw weet ik niet of het de echtgenote van de eigenaar was of een serveerster. Als eerste heb ik de meterkast onderzocht. Ik constateerde dat het een wat oudere meterkast bertrof. Ik bedoel daarmee te zeggen dat de draden wat minder netjes waren weggewerkt. De gasmeter was verder goed. Ik rook geen gas. Ik ben het pand verder niet ingegaan en ben in de meterkast aan de slag gegaan.
Ik heb allereerst de gaskraan dichtgezet. Dat doe je met een sleuteltje die bij de kraan aanwezig is. Iedereen kan overigens deze kraan open- of dichtzetten, je hebt hier geen speciaal gereedschap voor nodig. Ik heb eerst de wartel bij de gaskraan losgedraaid en daarna een meetnippel op de binnenkomende gasleiding gezet. Op een dergelijke meetnippel zit een kraantje. Vervolgens heb ik het kraantje op de meetnippel en de kraan op de binnenkomende gasleiding opengezet. Daarmee kan je de gasdruk meten. De meter gaf geen druk aaan. Ik heb dit zo verteld aan de eigenaar van het restaurant. Deze vertelde mij dat er de dag ervoor werkzaamheden waren geweest bij de erfgrens. Het pand naast het restaurant werd namelijk gesloopt. De eigenaar had begrepen, zo gaf hij mij aan, dat de dag ervoor het gas en de elektriciteit van het te slopen pand waren afgehaald.
Met deze informatie heb ik ons systeem op mijn laptop geraadpleegd. Dit is het “Spider” systeem. Het bleek dat er geen tekening/schets was van een gasleiding naar het adres [adres] . Deze was er ook niet naar het te slopen pand. Ik voelde de bui al hangen. Het moest een enkele aansluiting zijn van het slooppand en het restaurant. Mijn collega’s die de dag ervoor het slooppand hadden afgesloten zullen dit ook niet geweten hebben. Zij zullen de leiding op het terrein van het slooppand hebben opgezocht en opengelegd en deze hebben afgesloten. Aangezien er dan niets op de tekening staat, hadden zij niet hoeven weten dat zij daarmee ook het restaurant afsloten.
Ik besprak dit met de eigenaar van het restaurant. (...)
Ik heb gebeld met [betrokkene 5] van de wachtdienst. Ik heb aan [betrokkene 5] uitgelegd wat het probleem was. Deze zou een mannetje erbij regelen. [betrokkene 5] heeft mijn collega [betrokkene 4] gestuurd.
(...) Wij hebben toen de gasleiding vanaf de weg naar het restaurant doorgemeten. Het resultaat was goed, er was geen lekkage. Zou er in het stuk een lekkage hebben gezeten, al is het maar het allerkleinste gaatje, dan zou dat gemeten worden door de meter. Vervolgens heeft [betrokkene 4] de leiding weer aangesloten nabij de weg (...). Ik ben vervolgens naar binnen gegaan om mij bezig te houden met de binneninstallatie.
Van de binneninstallatie heb ik een schets gemaakt, die ik opneem als
bijlagebij deze verklaring.
[AFBEELDING]
Ik wilde de gasmeter en de binneninstallatie doormeten. Normaliter zit er een meetnippel op de binnenleiding, in de schets die ik als bijlage heb opgenomen bij deze verklaring op de plek waar ik een hoofdletter A heb opgenomen. Deze meetnippel was niet aangebracht op deze binnenleiding. Ik heb daarop de gasmeter en de binneninstallatie op een andere manier doorgemeten. Bij de kraan van de aanvoerleiding had ik de wartel al losgedraaid om de meetnippel op aan te brengen. Ik heb vervolgens een wartel losgedraaid die tussen de regelaar en de gasmeter zit. Ik heb vervolgens de regelaar en de flexibele verbinding die aan de regelaar vastzat en richting de gaskraan liep, verwijderd. Ik heb vervolgens met de digitale nanometer de gasmeter en de binneninstallatie doorgemeten. Beide waren goed. Bij het minste lek zou je het op de nanometer hebben gezien. Ook als het gasfornuis bijvoorbeeld had opengestaan, had je dat gezien. Alles was echter in orde. Ik heb vervolgens de wartel tussen de regelaar en de gasmeter weer vastgedraaid. Ook heb ik de wartel dichtgedraaid bij de gaskraan. Bij het aandraaien van de wartel bij het kraantje draaide het kraantje een heel klein stukje mee. Dat is overigens normaal. Het is een teken dat de wartel goed vastzit. Direct toen ik zag dat het kraantje een beetje meedraaide ben ik gestopt. Het aandraaien doe je ook met beleid. De wartel zat daarmee goed vast.
Ik heb vervolgens de kraan opengezet. Wanneer je dat doet staat er niet direct gasdruk op de meter. De regelaar die tussen de kraan en de gasmeter zit, houdt dat tegen. Bij de regelaar moet er druk worden opgebouwd. Bij voldoende tegendruk vanuit de binneninstallatie gaat er pas een veiligheidsklep, een zogenaamde B-klep, open. Dat is een veiligheidsmaatregel, het is een tweede check dat de binnenleiding niet lek is. Het opbouwen van druk in de regelaar duurt wel een aantal minuten. Ik ben toen even naar buiten gegaan. Waarschijnlijk heb ik daar even gesproken met [betrokkene 4] en ook met de eigenaar van het restaurant en zullen wij gesproken hebben over de werkzaamheden. De eigenaar van het restaurant kwam rustig over. Ik vond dat wel opmerkelijk. Bij andere restauranthouders waar een gasonderbreking plaatsvindt zie ik vaak een andere houding: ze willen zo snel mogelijk gas, er is dan paniek in de tent, gasten kunnen wegblijven of niet bediend worden, de restauranthouders lopen dan omzet mis. De restauranthouder kwam op mij laconieker over. Hij gaf mij aan dat hij al klanten had afgezegd, dat zou ongeveer rond vijf uur zijn geweest.
Binnen constateerde ik vervolgens dat er gas in het systeem zat. De klep was geopend. Ik heb aan de eigenaar aangegeven dat er wellicht wat lucht in de binneninstallatie zou zitten. Ik heb hem gevraagd om naar de keuken te gaan en hem gevraagd om de gaspitten aan te zetten. Ik heb de eigenaar bij het gasfornuis zien staan. Ik stond bij de meterkast. Ik heb de eigenaar niet op zijn handen gekeken, maar ik kon de gaspitten horen branden. Van de eigenaar kreeg ik goedkeurende blikken. Of de eigenaar op dat moment ook nog iets tegen mij gezegd heeft, weet ik niet meer zeker. Ik heb het branden van de gaspitten één à anderhalve minuut gehoord. Zou er lucht in het systeem hebben gezeten dan was deze lucht eruit gekomen. De lucht wordt er als het ware uitgeperst door het binnenkomende gas.
Vervolgens ben ik de meter gaan afsoppen. Ik maak daarbij mijn eigen zeepsop en spuit alle verbindingsstukken in. Daarmee bedoel ik alle wartels, onder andere de wartels bij de kraan, de regelaar, de verbindingsstukken op de gasmeter, etc. Bij een lek bij één van deze verbindingsstukken zou je het direct zien, hoe klein een dergelijk lek ook zou zijn. Je moet dit voorstellen als een sterk opgeblazen fietsband in een emmer water. Hoe klein het gat ook, door de druk vindt er belletjesvorming plaats. Dat was hier niet het geval. Alle verbindingsstukken waren goed. Er was geen lekkage.
Ik heb vervolgens gebeld met [betrokkene 5] . Deze had ik overigens gedurende de werkzaamheden telefonisch op de hoogte gehouden. Ik heb aan [betrokkene 5] aangegeven dat de aansluitleiding naar het pand nog van het oude systeem was. Dat betekent niet dat de aansluitleiding slecht of iets dergelijks was maar er is een interne richtlijn om deze oude systemen, zo’n veertig jaar oud, te vervangen wanneer deze worden aangetroffen. Vervanging van de aansluitleiding zou diezelfde week nog gaan plaatsvinden. Ik heb de gasmeter en de kraan naar de gasmeter daarom niet verzegeld. De zegelkapjes gaan normaliter om de wartels bij de kraan en om de wartels bij de gasmeter (dus tussen de regelaar en de gasmeter). Ik heb dit ook doorgegeven aan de eigenaar van het restaurant. Er zou nog contact met hem worden gezocht om een afspraak te maken om de aansluitleiding te vervangen.
Daarmee was eigenlijk alles binnen klaar. Wij hebben vervolgens buiten alles netjes gemaakt. (...) Vervolgens hebben wij afscheid genomen van de eigenaar van het restaurant. De vrouw was iets eerder weggegaan. Wij waren klaar. Ik heb nog een tijdje in mijn auto gezeten om de schets voor het Spider systeem uit te werken en ik heb de opdracht ingevuld. Vervolgens ben ik weggereden. Hoe laat dat was weet ik zo uit mijn hoofd niet meer.
(...)
Ook achteraf gezien kan ik mij niet voorstellen dat wij iets verkeerd hebben gedaan op de desbetreffende locatie. Alles zat gewoon goed vast, ik had mijn werk gedaan, zoals ik al 40 jaar doe. (...)
2.12.
[betrokkene 4] heeft tegenover de verzekeraar verklaard:
Op 22 juli 2014 werd ik gebeld door [betrokkene 5] . Hij vroeg mij om [betrokkene 3] te gaan assisteren in [plaats] . Ik was daar zo tussen vijf uur en kwart over vijf aanwezig. [betrokkene 3] heeft mij toen de situatie uitgelegd: er was een slooppand waar de elektriciteit en de gastoevoer naar was afgesloten maar waarschijnlijk bij die afsluiting hadden ze ook het restaurant afgesloten. Ik zeg waarschijnlijk want de leidingen zitten in de grond, dat kan je niet zien, het moet onderzocht worden. Wij hebben samen de hoofdkraan bediend, wij hebben gekeken of we wat konden horen, we hoorden echter niks. Er kwam geen gas uit. Het verhaal van de eigenaar van het restaurant was dat er de dag ervoor werkzaamheden waren geweest. Wij zijn vervolgens op zoek gegaan naar het probleem en hebben het probleem gevonden. Nadat wij de leiding vlakbij de weg hadden opengelegd vonden wij de afgesloten aansluiting. (...) Ik heb vervolgens het slooppand definitief afgekoppeld door het restaurant weer aan te sluiten op de gasleiding met een buis die de hoek omgaat. (...) Wij hebben opnieuw geperst en de leiding tot de hoofdkraan was helemaal goed. Zou er een kleine lekkage in de leiding hebben gezeten, dan zou je dat direct op de meter hebben gezien.
Ik heb voornamelijk buiten geweest. Daar heb ik mijn werkzaamheden verricht. Ik ben wel heel even binnen geweest. Ik heb de meterkast gezien. Het betrof een oude meterkast. De gasmeter zag er overigens gewoon goed uit. Ook was er een oude aansluitleiding buiten, die zou moeten worden vervangen. Ook de oude pvc-toevoerleiding van de straat naar het restaurant zou eruit moeten, die moest vervangen worden.
Ik heb met de eigenaar van het restaurant gesproken. Hij kwam heel rustig op mij over. Normaal komen wij gestreste mensen tegen wanneer het gas is afgesloten, bij restaurants zouden dan klanten komen en bij het gebrek aan gas, niet bediend kunnen worden. Toen ik de eigenaar sprak, begreep ik dat alle gasten al waren afgebeld. Omdat ik mijn werkzaamheden vooral buiten verricht, ben ik niet meer binnen geweest. Bij het einde van de werkzaamheden heb ik de meterkast nog wel gezien. De meter zat helemaal in elkaar, alle wartels zaten erop, de meter zag er gewoon goed uit. Alles zat erop zoals het zou moeten, zoals in de beginsituatie. Alleen de verzegeling ontbrak. [betrokkene 3] heeft deze niet aangebracht, aangezien de aansluitleiding op korte termijn vervangen zou gaan worden, dat hebben wij, althans dat heeft [betrokkene 3] , ook verteld aan de eigenaar van het restaurant. Ik rook geen gas in de meterkast. Overigens denk ik dat ik degene ben geweest die als laatste van [betrokken partij 1] de meterkast heeft gezien. (...)
Wij hebben het werk buiten afgemaakt. Toen dat was afgerond ben ik weggereden, dat was eerder dan [betrokkene 3] vertrok. Voor mij vertrok overigens de vrouw die heel de tijd aanwezig was. Ik weet eigenlijk niet wie zij was. Toen ik wegging was de eigenaar van het restaurant er nog.
2.13.
Deze verklaringen van de twee betrokken monteurs zijn onafhankelijk van elkaar en op verschillende momenten afgelegd. Zij scheppen een eenduidig beeld van de gang van zaken bij het herstel van de gastoevoer in het restaurant op 22 juli 2014. De monteurs die deze verklaringen hebben afgelegd, hebben er weliswaar belang bij te verklaren zoals zij hebben gedaan, namelijk dat zij zorgvuldig en degelijk te werk zijn gegaan, maar dat weerhoudt de rechtbank er niet van om haar oordeel mede op hun verklaringen te baseren. De verklaringen zijn naar het oordeel van de rechtbank overtuigend omdat zij gedetailleerd en consistent zijn, terwijl zij gaan over werkzaamheden die elementen vertonen zowel van routine als van afstemming op de concrete omstandigheden van het geval. Anders dan de Bodega stelt, heeft [betrokkene 3] niet verklaard dat hij ‘staand voor de meterkast’ [betrokkene 1] heeft zien staan voor het gasfornuis, wat volgens de Bodega feitelijk onmogelijk zou zijn, maar hij heeft verklaard dat hij ‘bij de meterkast’ stond, hetgeen ruimer geïnterpreteerd kan worden. Het maakt de verklaring van [betrokkene 3] dan ook niet minder geloofwaardig.
2.14.
De explosie en de daaropvolgende brand kunnen slechts worden verklaard anders dan doordat [betrokkene 1] de wartel bij de kraan heeft losgedraaid, in het geval dat [betrokkene 3] deze wartel op één spoed, of zelfs minder, dan wel scheef heeft gemonteerd. Geen enkel element in de verklaringen van [betrokkene 3] en [betrokkene 4] wijst erop dat dit zo kan zijn gebeurd. [betrokkene 3] heeft niet alleen verklaard dat hij de wartel deugdelijk heeft gemonteerd, maar bovendien dat hij, nadat hij de gaskraan had opengezet, vervolgens even naar buiten is gegaan terwijl de druk in het systeem werd opgebouwd en dat hij, toen dat was gebeurd, is teruggegaan en de verbindingen in de meterkast heeft afgesopt om te controleren of er een lekkage was. Uit niets blijkt dat [betrokkene 3] onder invloed van haast of om enige andere reden onzorgvuldig heeft gewerkt. Weliswaar heeft [betrokkene 3] de wartels bij de gasmeter en de gaskraan niet verzegeld, maar hij heeft daarvoor een plausibele verklaring gegeven, namelijk dat de aansluitleiding op korte termijn zou worden vervangen omdat hij zo’n veertig jaar oud was, dit op grond van een interne richtlijn. Hij is daar ook transparant over geweest, omdat hij dit met [betrokkene 1] heeft besproken, in aanwezigheid van [betrokkene 4] . Er valt bovendien geen goede reden of enig belang van [betrokkene 3] te bedenken om de wartel bij de gaskraan (die na de brand los is aangetroffen) zo te monteren dat deze aangrijpt met slechts één spoed, of zelfs minder, dan wel scheef. Hier komt bij dat [betrokkene 4] heeft verklaard dat hij, na afronding van zijn werkzaamheden buiten, de meterkast nog heeft gezien toen deze weer ‘helemaal in elkaar’ zat en alle wartels erop zaten en, belangrijker nog, dat hij geen gas in de meterkast rook. Dit terwijl op dat moment de gaskraan al enige tijd had opengestaan, namelijk voor de duur dat [betrokkene 3] eerst nog buiten is geweest bij de afronding van de werkzaamheden van [betrokkene 4] . Niemand van de overige aanwezigen heeft verklaard (wel) gas te hebben geroken. Ingeval van een ondeugdelijk gemonteerde wartel, had er een gaslucht waarneembaar moeten zijn geweest.
2.15.
Dat de explosie en de brand zijn ontstaan doordat de monteur de wartel op een van de twee genoemde manieren (‘provisorisch’) heeft gemonteerd, kan daarom naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid worden uitgesloten. Deze mogelijkheid is althans zoveel onwaarschijnlijker dan de mogelijkheid dat [betrokkene 1] de wartel heeft losgedraaid (en daarmee uiteindelijk de ontploffing heeft veroorzaakt) dat dit laatste als bewezen kan worden aangenomen. Daarbij betrekt de rechtbank dat door de Bodega na het deskundigenbericht geen feiten of omstandigheden meer zijn gesteld die, indien aannemelijk gemaakt, aan dat oordeel kunnen afdoen. Dat leidt tot het oordeel dat de brandschade van de verzekering is uitgesloten. Daarmee is ook de grond komen te ontvallen aan de vordering tot verwijdering van de registratie van [betrokkene 1] in het externe verwijzingsregister. De vorderingen van de Bodega zullen daarom worden afgewezen.
2.16.
De Bodega zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal zij worden veroordeeld in de proceskosten. Dat betekent dat ook de kosten van de deskundige voor haar rekening komen. Deze bedragen € 16.117,20. [11]

3.3. De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen van de Bodega af,
3.2.
veroordeelt de Bodega in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van de verzekeraar begroot op € 4.131,00 aan vast recht en € 2.957,5‬0 aan salaris voor de gemachtigde (2½ punt, tarief IV),
3.3.
veroordeelt de Bodega tot vergoeding aan de verzekeraar van de door haar betaalde kosten van de deskundige van € 16.117,20,
3.4.
veroordeelt de Bodega in de nakosten, aan de zijde van de verzekeraar bepaald op € 173,00, te vermeerderen, voor het geval dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en nodig is geweest, met € 90,00,
3.5.
verklaart de veroordelingen in de kosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.P. Heijmans en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.

Voetnoten

1.tussenvonnis 14 juli 2021, rov. 4.2
2.tussenvonnis 14 juli 2021, rov. 4.4
3.tussenvonnis 14 juli 2021, rov. 4.5, 4.6
4.zie de cursief weergegeven hypothetische situatie genoemd in de vragen 1 en 2, vermeld in het tussenvonnis van 17 november 2021 in het dictum onder 3.1
5.zie het cursief weergegeven uitgangspunt genoemd in vraag 4, vermeld in het tussenvonnis van 17 november 2021 in het dictum onder 3.1
6.zie tussenvonnis 14 juli 2021, rov. 2.15
7.zie tussenvonnis 14 juli 2021, rov. 2.12
8.dagvaarding productie 7A (vervolg)
9.dagvaarding productie 4, proces-verbaal van 21 augustus 2016, blz. 056
10.dagvaarding productie 4, proces-verbaal van 21 augustus 2016, blz. 052
11.begrotingsbeschikking 7 september 2022