ECLI:NL:RBGEL:2023:1556

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
C/05/374297 / HA ZA 20-456
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor gebrekkige aardbei- en frambozenplanten en onrechtmatige daad in het kader van het Weens Koopverdrag

In deze zaak vorderde de Indonesische rechtspersoon P.T. Strawberindo Lestari (PTSL) schadevergoeding van de gedaagden, waaronder Kwekerij De Westerbouwing B.V. en Killiberry B.V., wegens gebrekkige aardbei- en frambozenplanten die zij had ontvangen. PTSL stelde dat de geleverde planten behept waren met ziekten, zoals Fusarium en Rhizoctonia, die de oogsten hadden aangetast. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden niet tekort waren geschoten in hun verplichtingen, omdat de planten fytosanitair gecertificeerd waren en voldeden aan de eisen van de Naktuinbouw. De rechtbank concludeerde dat de afkeuringen door de Indonesische quarantainedienst niet automatisch betekenden dat de planten non-conform waren. PTSL had onvoldoende bewijs geleverd dat de ziekten de oorzaak waren van de schade. De rechtbank wees de vorderingen van PTSL af en veroordeelde haar in de proceskosten. In reconventie vorderde [gedaagde conventie/eiseres reconventie] betaling van onbetaald gelaten facturen, wat door de rechtbank werd toegewezen, met inachtneming van verjaring en rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/374297 / HA ZA 20-456
Vonnis van 22 maart 2023
in de zaak van
rechtspersoon naar Indonesisch recht
P.T. STRAWBERINDO LESTARI,
gevestigd te Jakarta, Indonesië,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B.D. Bos te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde conventie/eiseres reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KILLIBERRY B.V.,
gevestigd te Rossum, gemeente Maasdriel,
gedaagde in conventie,
3. de vennootschap onder firma
KWEKERIJ DE WESTERBOUWING B.V.,
gevestigd te Rossum, gemeente Maasdriel,
gedaagde in conventie,
4.
[gedaagde in conventie 1],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
5.
[gedaagde in conventie 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
advocaat mr. L. Koning te Haarlem.
Eiseres in conventie zal hierna PTSL worden genoemd. Gedaagde partijen in conventie zullen hierna gezamenlijk [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. en afzonderlijk [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , Killiberry, Kwekerij De Westerbouwing B.V., [gedaagde in conventie 1] en [gedaagde in conventie 2] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 14 april 2021
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende overleggen producties in
conventie en reconventie van de zijde van PTSL met producties 99 tot en met 116
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 september 2021
  • de akte na mondelinge behandeling van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. met productie 15 tot en met 18
  • de antwoordakte tevens uitlaten producties van PTSL
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Vanaf 2002 exploiteert [betrokkene 1] (hierna te noemen: [betrokkene 1] ) vanuit PTSL een tuinderij in Indonesië waar hij zich bezig houdt met het kweken en verhandelen van (onder meer) aardbeien en frambozen.
2.2.
[gedaagde in conventie 1] is een veredelaar en teler van zacht fruitgewassen. Tot 19 december 2019 was [gedaagde in conventie 1] samen met zijn vrouw [gedaagde in conventie 2] vennoot van v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing. Deze vennootschap hield zich bezig met de teelt, productie en verhandeling van uitgangsmateriaal van onder meer aardbeien en frambozen. Dit uitgangsmateriaal werd op diverse locaties gebruikt voor de vermeerdering van nieuwe planten. In 2019 is de onderneming van v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing voortgezet door Kwekerij de Westerbouwing B.V.
2.3.
[gedaagde in conventie 1] exploiteert naast de kwekerij de vennootschappen Killiberry en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] . Dit doet hij via zijn persoonlijke holding [holding]
2.4.
Killiberry is een onderneming die zich bezig houdt met ‘handelsbemiddeling in landbouwproducten, levende dieren en grondstoffen voor textiel en voedingsmiddelen, beheer en beleggen, de handel in planten, teelt en productie van klein fruit’. Naast [holding] is sinds 2 juli 2018 ook [betrokkene 2] bestuurder van Killiberry.
2.5.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] is een onderneming die onder meer aardbeien- en frambozenplanten in binnen- en buitenland verkoopt. Ook geeft [gedaagde in conventie 1] onder de naam van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] teeltadvies aan telers in zowel binnen- als buitenland.
2.6.
PTSL heeft aardbei moederplanten en framboos productieplanten bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] besteld en geleverd gekregen. PTSL wilde de aardbei moederplanten gebruiken voor haar teeltprogramma’s, zodat daarmee nieuwe planten (dochterplanten) konden worden geteeld waarmee vervolgens fruit zou worden geproduceerd. De bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] bestelde framboos productieplanten wilde PTSL direct inzetten voor het produceren van fruit.
2.7.
PTSL heeft in de jaren 2013 tot en met 2016 de volgende bestellingen bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geplaatst:
Totaal aantal aardbei moederplanten
Totaal aantal framboos productieplanten
2013
66
27.5
2014
64.4
48.1
2015
40.5
5
2016
45.8
20.200 of 21.700 [1]
2.8.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] heeft de door PTSL bestelde planten naar Indonesië getransporteerd. Bij invoer van de planten in Indonesië heeft de Indonesische quarantainedienst de planten gecontroleerd. Er zijn monsters genomen om steekproefsgewijs op uitheemse ziekten en plagen te onderzoeken teneinde te voorkomen dat deze Indonesië binnenkomen.
2.9.
Hierna volgen twee overzichten. In het eerste overzicht is per levering te zien welke soort planten zijn besteld, wanneer een fytosanitair certificaat [2] voor de planten is afgegeven, wanneer de planten vanuit [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan de transporteur zijn meegegeven en wanneer de planten op de luchthaven in Jakarta zijn aangekomen. Het tweede overzicht laat zien wanneer er ten behoeve van de inspectie door de Indonesische quarantainedienst monsters zijn afgenomen, wat de testperiode van de monsters is geweest, wanneer de uitslagen van de monsters bekend zijn gemaakt, wat de uitslagen zijn en of en zo ja, welke organismen er (onder meer) zijn aangetroffen.
Overzicht leveringen
Nr.
Aardbei moeder-planten (stuks)
Framboos
Productie-planten
(stuks)
Afgifte fytosanitair certificaat
Datum afgifte aan transportbedrijf
Datum factuur inklaringsagent luchthaven Indonesië / datum aankomst planten Indonesië
2013
1.
26
30/01/2013
01/02/2013
03/02/2013
2.
5
10/04/2013
11/04/2013
14/04/2013
3.
13.5
06/05/2013
06/05/2013
10/05/2013
4.
9
12/08/2013
14/08/2013
16/08/2013
5.
40
12/12/2013
13/12/2013
16/12/2013
2014
6.
16
21/03/2014
28/03/2014
31/03/2014
7.
29.4
18/04/2014
23/04/2014
25/04/2014
8.
5.6
18/04/2014
23/04/2014
25/04/2014
9.
13
26/05/2014
28/05/2014
30/05/2014
10.
5.6
26/06/2014
26/06/2014
28/06/2014
11.
7.9
08/08/2014
08/08/2014
11/08/2014
12.
35
03/12/2014
12/12/2014
15/12/2014
2015
13.
5
03/02/2015
05/02/2015
08/02/2015
14.
40.5 [3]
01/06/2015
?
?
2016
15.
36
29/02/2016
01/03/2016
03/03/2016
16.
10
13/04/2016
14/04/2016
16/04/2016
17.
4
13/04/2016
14/04/2016
16/04/2016
18.
1.8
?
14/06/2016
16/06/2016
19.
4
?
14/06/2016
126-94055894
16/06/2016
126-94055894
20.
5.700 of 7200
?
?
?
21.
4.5
12/08/2016
19/08/2016
22/08/2016
Overzicht keuringen Indonesische quarantaine dienst
Nr.
Datum afname monster
Testperiode
Datum uitslag
Uitslag
Aangetroffen organismen
1.
04/02/2013
04-12/02/2013
13/02/2013
Goedgekeurd
-
2.
15/04/2013
15/04/2013 s.d 06/05/2013
06/05/2013
Afgekeurd
Pythium sp
Rhodococcus fascians
3.
13/05/2013
13/05/2013 s.d 05/06/2013
10/06/2013
Goedgekeurd
Fusarium solani
4.
19/08/2013
19-29/08/2013
30/08/2013
Afgekeurd
Alternaria alternata
Botryotinia fuckeliana
5.
17/12/2013
17-20/12/2013
20/12/2013
Goedgekeurd
-
6.
01/04/2014
01 – 11/04/2014
11/04/2014
Goedgekeurd
-
7.
22/04/2014
22-23/05/2014
23/05/2014
Afgekeurd
Pseudomonas syringae pv. Syringae
8.
28/04/2014
28-04-2014 s.d 07-05-2014
07/05/2014
Afgekeurd
Ringvlekvirus (RpRSV)
9.
02/06/2014
en
10/06/2014
(prod 33 bij dagvaarding)
02-09/06/2014
10-11/06/2014
09/06/2014
12/06/2014
Afgekeurd
Afgekeurd
Pseudomonas syringae pv. Syringae en Ringvlekvirus (RpRSV)
Pseudomonas syringae pv. Syringae
10.
08/07/2014
10/07/2014
12/08/2014
Afgekeurd
Ringvlekvirus(RpRSV)
11.
11/08/2014
11-19/08/2014
19/08/2014
Afgekeurd
Pseudomonas syringae pv. Syringae
Pratylenchus vulnus
Fusarium solani
Fusarium oxysporum
Colletotrichum truncatum
Verticillium dahliae
Alternaria alternata
12.
16/12/2014
16-24/12/2014
24/12/2014
Afgekeurd
Pratylenchus thornei
13.
09/02/2015
09-13/02/2015
13/02/2015
Afgekeurd
Pseudomonas syringae
14.
09/06/2015
09-16/06/2015
17/06/2015
Goedgekeurd
-
15.
04/03/2016
04-10/03/2016
10/03/2016
Goedgekeurd
-
16.
19/04/2016
19 s.d. 27/04/2016
27/04/2016
Goedgekeurd
o.a. Rhizoctonia solani en Verticillium tenerum
17.
19/04/2016
19 s.d. 27/04/2016
27/04/2016
Goedgekeurd
18.
17/06/2016
17-30/06/2016
30/06/2016
Afgekeurd
Phytophthora cryptogea
19.
17/06/2016
17-30/06/2016
30/06/2016
Afgekeurd
Phytophthora cryptogea
20.
17/06/2016
17-30/06/2016
30/06/2016
Afgekeurd
Phytophthora cryptogea,
Rhizoctonia solani
21.
23/08/2016
23-30/08/2016
30/08/2016
Goedgekeurd
Alternaria alternata,
Alternaria longipes,
Rhizoctonia Solani,
Verticillium lecanii
2.10.
Na aankomst van de planten op de luchthaven in Jakarta zijn de planten steeds op enig moment naar de tuinderij van PTSL vervoerd. Daar werden de planten in een daartoe bestemde zone gestald in afwachting van de bevindingen van de Indonesische quarantainedienst.
2.11.
Uiteindelijk heeft PTSL zowel de door de Indonesische quarantainedienst goedgekeurde planten als de afgekeurde planten voor haar programma’s gebruikt. PTSL was in staat om de afgekeurde planten te gebruiken door deze planten vóórdat ze zouden worden verbrand, met haar eigen planten te wisselen.
2.12.
In de jaren 2013 en 2014 heeft regelmatig e-mailcontact tussen (medewerkers van) PTSL en [gedaagde in conventie 1] plaatsgevonden over de kwaliteit van de geleverde aardbei moederplanten. Een deel van die correspondentie wordt hieronder geciteerd:
e-mailbericht d.d. 25 september 2013 van [betrokkene 3] (medewerker van PTSL en hierna te noemen: [betrokkene 3] ) aan [gedaagde in conventie 1] :
“mijn ervaring tot nu toe is dat er ongeveer 15 tot 20% uitvalt bij het afharden op gh11²… niet meegerekend dat er van het slecht blok van gh4 bij mijn eerste oogst al 40% afviel bij het oogsten!”
e-mailbericht d.d. 25 september 2013 van [gedaagde in conventie 1] aan [betrokkene 3] :
“Om een betere kwaliteit te krijgen in de GH zou je er ook aan kunnen denken om de bibit wat ruimer op de tray te zetten want meestal is de witte tray niet vol, En zeker de eerste planten die je stekt kunnen wel wat meer ruimte gebruiken om goed te ontwikkelen, als je dus meerdere malen gaat oogsten Kun je dus ook ruimer opkweken want jonge planten met wortel mogen eigenlijk geen 15% uitval hebben 5% mag met een max van 10%”.
e-mailbericht d.d. 26 september 2013 van [betrokkene 3] aan [gedaagde in conventie 1] :
“Uitval is toch erg hoog op gh11 en weet niet hoe dit te voorkomen.. Lijkt erop als de planten meer dan 3 weken blijven staan de uitval steeds hoger wordt.”
e-mailbericht d.d. 25 augustus 2014 van de heer [betrokkene 3] (medewerker van PTSL) aan [gedaagde in conventie 1] :
“Aardbeien productie is nog steeds klote…. Hoor graag je mening over de samenstelling van het irrigatiewater… heb daar mijn twijfels over … prunning van de planten is ok…. Irrigeren doen we op drain zoals je me geleerd hebt, dus geen zeiknatte of droge media meer… spuiten met fungi doen we na het prunen wat we met een schaartje doen”.
2.13.
Op 1 juni 2015 heeft [gedaagde conventie/eiseres reconventie] eenmalig aardbei moederplanten aan PTSL geleverd die afkomstig zijn van een vermeerderaar uit de Verenigde Staten. Zoals uit de overzichten volgt, is deze levering (levering 14) door de Indonesische quarantainedienst goedgekeurd.
2.14.
Bij e-mailbericht van 20 augustus 2015 heeft [betrokkene 1] aan [gedaagde in conventie 1] en [gedaagde in conventie 2] bericht dat PTSL al drie jaar een omzet van € 600.000,00 tot € 1.000.000,00 per jaar is misgelopen door problemen in de aardbeienteelt en dat [betrokkene 1] vermoedt dat de problemen (ziektes) met de moederplanten van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zijn meegekomen. Verder is in het e-mailbericht te lezen:
“(…)Wij zijn al ruim 2 jaren bezig met alles in de vermeerderingskassen en in de afhard kas te verschonen en te verbeteren, maar dit probleem houdt tot nu toe hardnekkig aan. Jullie laatste moederplanten van afgelopen juni werden binnen een week na aankomst door de quarantaine gezond verklaard en jullie weten wat wij allemaal hebben moeten doen om de planten van de afgelopen jaren te behoeden van verbranding, want elke partij werd afgekeurd. Wij hebben onze eigen planten klaargemaakt en gewisseld met die van jullie om vervolgens vernietigd te worden. Wij hebben kosten nog moeite gespaard om jullie planten te behoeden van vernietiging. (…)
Goed dat was ook omdat we voor 100% van jullie planten afhingen want anders hadden we helemaal geen aardbeien gehad. (…) Volgens [gedaagde in conventie 1] [opmerking rechtbank: [gedaagde in conventie 1] ] waren de planten gegarandeerd goed en was het lab van Indonesië onbetrouwbaar maar nu zijn de planten uit de VS wel met vlag en wimpel goedgekeurd, dat roept toch wel heel wat vragen op, waar komen die vorige planten vandaan? De herkomst van de planten is voor mij onduidelijk. Ik begrijp nu dat ze ergens uit [locatie 1] komen. Dat de planten niet meer direct bij jullie vandaan komen is mij nooit gecommuniceerd. Is de tuin van herkomst wel door de NAK tuinbouw gecertificeerd? (…)
In 2013 en 2014 hebben wij minder dan 7 kg per m2 bruto geproduceerd! Dit jaar ziet er niet goed uit en gaat waarschijnlijk hetzelfde opleveren wegens alle sterfte. Deze ziekte brengt het voorbestaan van ons bedrijf in gevaar. Zo simpel is het”
2.15.
Vervolgens heeft [betrokkene 1] bij e-mailbericht van 7 november 2015 het volgende aan [gedaagde in conventie 1] geschreven:
“Verder wil ik met jou bespreken hoe we de rest gaan oplossen want zoals ik in mijn mail van 20 augustus 2015 heb uiteengezet hebben wij een enorm verlies geleden in de afgelopen 3 jaren door de hardnekkige fungus problemen waardoor de aardbei planten praktisch net zo snel dood gingen als dat ze door de moeder planten geproduceerd werden. Na hier jaren aan gewerkt te hebben is het nu duidelijk dat deze ziekte met de moederplanten zijn meegekomen.
Je kunt nagaan dat de verliezen enorm zijn geweest, we dragen de productie kosten om 400 ton aardbeien te produceren en we produceren ergens rond de 220 ton.
De waarde van de certificering van NAK is twijfelachtig aangezien de planten niet door de quarantaine heen gekomen zouden zijn, en vooral ook omdat de planten uit Amerika en de laatste Fortuna planten er wel door zijn gekomen zonder problemen”.
2.16.
Vanaf november 2015 hebben [betrokkene 1] en [gedaagde in conventie 1] intensiever contact onderhouden over de kwaliteit van de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde aardbei moederplanten. Dit heeft er toe geleid dat [gedaagde in conventie 1] in november 2015 een bezoek aan de tuinderij van PTSL heeft gebracht en monsters heeft genomen van aardbei moederplanten die ziekte vertonen, waarna onderzoekslaboratorium Relab den Haan (hierna: Relab den Haan) die monsters met een DNA-Multiscan heeft onderzocht.
2.17.
Uit de rapportage van Relab den Haan d.d. 19 november 2015 (hierna: het 1e rapport) volgt vervolgens dat er in het door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aangeleverde monstermateriaal onder meer de volgende schimmels zijn aangetroffen, namelijk:
  • Fusarium sp. zeer sterk aangetoond
  • Fusarium oxysporum zeer sterk aangetoond
  • Rizoctonia fragariae sterk aangetoond
  • Rizoctonia solani sterk aangetoond.
Verder staat in de rapportage:
“ (…) De
Rhizoctonia-soorten kunnen wortelrot en voetrot veroorzaken. Van de aangetroffen schimmels zijn
Fusarium oxysporumen de
Rhizoctonia-soorten het meest schadelijk.
Op basis van deze resultaten is het aan te bevelen een bestrijding uit te voeren tegen Rhizoctonia met een middel zoals Rovral aquaflo (iprodion). (…) Tegen Fusarium zijn op het moment geen bestrijdingsmiddelen toegelaten in de teelt van aardbei”.
De uitslag van de Pestalotiopsis toets is gevolgd op 25 november 2015 (hierna te noemen: het 2e rapport). De schimmel Pestalotiopsis is niet aangetroffen, maar in dit tweede rapport van Relab den Haan wordt wel geschreven dat in het materiaal de schimmel Rhizoctonia sp. is gedetecteerd. [gedaagde in conventie 1] heeft beide rapportages, die zagen op dezelfde monsters, per e-mail aan PTLS doorgestuurd.
2.18.
Bij e-mailbericht van 1 december 2015 heeft [betrokkene 1] onder meer het volgende aan [gedaagde in conventie 1] bericht:
“Wij hebben net een uitgebreid onderzoek verricht met de productieplanten en de rijen van breeding planten, de Flevoplant planten, de Fortuna planten en de Camino USA planten.
Het onderscheid tussen deze planten en de Camino NL planten is onomstootbaar duidelijk in het nadeel van de Camino NL planten die het veel minder goed doen, ze zien er rondweg veel slechter uit en met veel uitval.
Het is voor ons nu duidelijk dat er niets mis is met onze teelt, cocos peat etc. Anders zouden alle rassen en planten het slecht doen.
Wij kunnen niet door gaan met de planten van jouw veld in [locatie 1] want we kunnen dit verlies niet verder dragen. (…)
Ik zal je foto’s hiervan sturen.
Daarom zie ik voorlopig af om jouw Camino uit [locatie 1] te importeren”.
2.19.
In reactie hierop heeft [gedaagde in conventie 1] diezelfde dag aan [betrokkene 1] geschreven:
“Dit is wel een erg adhoc beslissing.
Toen ik op de tuin was hebben we uitgebreid naar de zieke planten gekeken en zelfs gezien dat er bijzonder weinig verschil was te zien in onze pl en die van de US
Behalve dat de planten uit de NL veel eerder geplant zijn en de pl uit de US al veel onder de nieuwe teelt zijn opgegroeid. We hebben ook gezien dat de planten van Flevo plant ook veel uitval gaven!!!!!!
(…)
De toetsen hebben aangetoond dat er geen enge ziekte in de planten zitten die lastig te bestrijden zijn, ik heb toevallig gister nog een monster van onze camino opgestuurd voor analyse want ik heb er natuurlijk ook baat bij dat de tuin zo snel mogelijk weer winst gaat maken.
Door de analyse is wel duidelijk geworden dat de ziekten die voorkomen op een vrij eenvoudige manier zijn te bestrijden, door de juiste teelt maatregelen en de juiste bestrijdingen toe te passen op het juiste tijdstip, daar is de laatste tijd erg hard aan gewerkt en we zien zeer duidelijk voortuitgang.
Verder wil ik melden dat het veld in [locatie 1] dit jaar weer op nieuwe grond staat en zoals ik al zei heb ik gister toe we de planten klaar hadden een monster opgestuurd.
Laten we de uitslag even afwachten en dan een beslissing nemen, want zoals ik al zei we hebben alles al export klaar verpakt incl de frambozen. (…)”.
2.20.
Bij e-mailbericht van 5 december 2015 heeft [gedaagde in conventie 1] de uitslagen van de DNA Multiscan van de nieuwe aardbei moederplanten aan [betrokkene 1] gezonden. Het onderzochte monstermateriaal is afkomstig van [locatie 1] , ofwel van de locatie [betrokken partij 2] .
In de rapportage van Relab den Haan d.d. 3 december 2015 die
volgens PTSLdoor [gedaagde in conventie 1] is meegezonden [4] (hierna: versie 1 van het 3e rapport), staat dat diverse schimmels in het monstermateriaal zijn aangetroffen, namelijk:
  • Botrytis sp., sterk aangetoond
  • Botrytis cinerea, sterk aangetoond
  • Pythium sp., zeer licht aangetoond
  • Pythium sylvaticum, zeer licht aangetoond
Verder staat in de rapportage: “In uw monster zijn verschillende schimmels aangetroffen.
Alternaria, Botrytis cinereaen
Gnomoniakunnen de bovengrondse delen van de plant infecteren. Deze schimmels zijn secundaire ziekteveroorzakers en worden gemakkelijk door de lucht verspreid.
U kunt overwegen een behandeling uit te voeren tegen
Rhizoctonia, Gnomoniaen
Botrytismet een fungicide zoals Rovral aquaflo (iprodion) (…)”
2.21.
Volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie]is op 5 december 2015 de DNA Multiscan-rapportage van 3 december 2015 aan PTSL toegezonden die PTSL in 2017 bij Relab den Haan heeft opgevraagd (hierna te noemen: versie 2 van het 3e rapport). [5] Daarin is te lezen dat in het destijds onderzochte monstermateriaal de volgende schimmels zijn aangetroffen:
  • Alternaria sp., sterk aangetoond
  • Botrytis sp., sterk aangetoond
  • Botrytis cinera, sterk aangetoond
  • Fusarium sp., zeer sterk aangetoond
  • Fusarium oxysporum, matig aangetoond
  • Gnomonia comari, sterk aangetoond
  • Pythium sp., zeer licht aangetoond
  • Pythium sylvaticum, zeer licht aangetoond
  • Rhizoctonia fragariae, matig aangetoond
  • Rhizoctonia solani, matig aangetoond.
Verder staat in de rapportage: “In uw monsters zijn verschillende schimmels aangetroffen.
Alternaria, Botrytis cinereaen
Gnomoniakunnen de bovengrondse delen van de plant infecteren. Deze schimmels zijn secundaire ziekteveroorzakers en worden gemakkelijk door de lucht verspreid.
Fusarium oxysporumkan de vaatbundels blokkeren waardoor planten kunnen verwelken.
Rhizoctoniaen
Pythiumkunnen wortelrot en voetrot veroorzaken.
U kunt overwegen een behandeling uit te voeren tegen
Rhizoctonia, Gnomoniaen
Botrytismet een fungicide zoals Rovral aquaflo (iprodion) (…)”
2.22.
Bij e-mailbericht d.d. 7 december 2015 heeft [betrokkene 1] als volgt gereageerd:
“(…)
Fusarium, Rhizoctonia, etc
Verder wil ik graag het ziekte probleem in de aardbeien bespreken. (…) Ik twijfel ten zeerste aan de kwaliteit van het geleverde materiaal. Gebleken is dat de ziekten hoogstwaarschijnlijk Fusarium en Rhizoctonia betreffen (of het nou cactorum of iets anders is, het ellendige resultaat is hetzelfde). In de monsters zijn meerder ‘soil-borne’ pathogenen aangetroffen. Aangezien zij ‘soil-borne’ zijn worden ze verspreid door middel van besmette grond of plant materiaal. Aangezien wij niet in grond telen, wij in 2012 gestopt zijn met het hergebruiken van cocos peat en tal van andere verbeteringen in de hygiëne hebben doorgevoerd kan ik alleen maar concluderen dat de ziekte met het plantmateriaal is binnengekomen (en binnenkomt). Deze ziekte is een groot probleem. In 2012 was de oogst nog gemiddeld 9 kg per vierkante meter. Deze is in 2013 sterk gedaald, tot 7 kg per vierkante meter, en is sindsdien slechts 6 kg per vierkante meter op jaarbasis. Van de planten geproduceerd met het plantmateriaal dat van jou afkomstig is sterft binnen 6 maanden zeker 50% af. De slechte bedrijfsresultaten van de afgelopen 3 jaar zijn dan ook te danken aan de slechte aardbeien oogst. Onze omzet cijfers stijgen gestaag, dankzij fors hogere prijzen, betere frambozen oogst, en een sterke markt voor de blauwebessen die wij importeren. Echter stijgen de kosten net zo hard! We betalen ons bovendien ook blauw aan allerlei maatregelen om de ziekte het hoofd te bieden, allemaal weggegooid als het probleem bij de bron zit.
Hoe is het mogelijk dat de planten die jij uit Amerika hebt geleverd, de Fortuna planten die wij reeds uit Amerika hebben geïmporteerd, en de planten geleverd door Flevoplant telkens zonder enige problemen (met uitzondering van aaltjes op de planten van Flevoplant) door de quarantaine zijn gekomen? Maar jouw planten uit NL wel werden afgekeurd?
Bovendien is het zo dat alle planten afkomstig van jouw moederplanten de ziektes vertonen. Alle planten vermeerderd met de moederplanten uit Amerika vertonen geen ziekte, ondanks dat ze uit dezelfde nursery komen, dezelfde cocospeat krijgen, hetzelfde water, klimaat, meststoffen, noem maar op. Zelfs is het zo dat in Blok D Kas 5, geplant in week 38, er in één blok zowel planten afkomstig van jou, en breeding planten afkomstig van Agriom/ABB staan. Ze zijn dus meteen geplant met het nieuwe systeem met “ringen eronder”. De breeding planten hebben wij zelf vermeerderd in Indonesië, dus hebben voldoende tijd in het systeem gezeten om potentieel ook besmet te raken. Echter is er nagenoeg geen uitval in de breeding planten, maar wel zeker 30% in de planten afkomstig van jouw moeder materiaal, terwijl alle variabelen hetzelfde zijn. Dus na 2.5 maand sterft al 30%! Er is echter één groot verschil; de herkomst van het moeder materiaal.
Voor mij voldoende tekenen dat er iets goed mis is met het moeder materiaal dat jij levert. Het is niet voor niets dat het wordt afgekeurd door de quarantaine dienst hier.
Van de Flevoplant zijn er in één keer heel veel gestorven. De planten sloegen niet aan. Wij denken dat ze vorst schade hebben gehad, of dat ze al praktisch dood waren bij ontvangst. Van alle planten die het wel hebben overleeft, is er nog geen één gestorven aan fusarium/rhizoctonia/cactorum, of wat dan ook. We hebben planten zelfs vermeerderd en alle lege plekken gevuld. Het resultaat is fantastisch. (…)
Ik heb het in een eerdere email al gevraagd. Waar worden de planten geproduceerd? Jij zegt op een veld in [locatie 1] . Waar is dit veld? Wie beheert het? Heb je dit uitbesteed aan een derde partij? Zo niet, onder welke bedrijfsnaam doe je dit?
Je zegt dat jij Naktuinbouw gecertificeerd bent. Zo te lezen op de website van Naktuinbouw is jouw locatie in Rossum gecertificeerd. Als jouw locatie in [locatie 1] ook gecertificeerd is zou ik daar graag bewijs van zien. (..)
Aangezien de planten volgens jou gecertificeerd zijn zou ik de keuringsrapporten van de voorgaande leveringen willen zien. Ook graag het rapport van de planten die net gerooid zijn.
Welke klasse zijn de geleverde planten? (…)
Het komt erop neer dat jij PTSL een ondeugdelijk product hebt verkocht, met schade als gevolg. Dit is bevestigd door de resultaten van de Indonesische quarantaine dienst, observaties in het veld, en de recente analyses in Nederland. Je hebt altijd volgehouden dat er niets mis is met het plant materiaal, en dat de resultaten van de quarantaine dienst onzin zijn. Ik heb jou hierin vertrouwd, ik vertrouwde in jouw oordeel aangezien ik er van uitging dat jij de expert bent, en dat je het beste voor hebt met PTSL, en dus niet willens en wetens een slecht product zou verkopen. Echter kom ik hier nu op terug. Je zult vast niet expres ondeugdelijk materiaal hebben verkocht, maar ik denk wel dat je tekort gekomen bent als expert en verantwoordelijke leverancier in het serieus nemen van de problematiek, en niet jouw verantwoordelijkheid hebt genomen om grondig uit te zoeken wat er aan de hand is, om maatregelen te treffen, en om verdere schade te voorkomen.
Wij klagen al jaren over de problemen in de aardbeien. Elke keer als je komt breng je ons EUR 850 per dag in rekening en moeten we je ticket betalen. Elke keer krijgen we te horen dat het onze eigen schuld is. Ik wil je er graag aan herinneren dat vlak voor jij in PTSL instapte we een gemiddelde aardbeien oogst hadden van 12 kg per vierkante meter op jaar basis. We zijn toen aan de hand van jouw advies 100% overgestapt op Camino, en sindsdien is er alleen maar ellende.
Je bent niet transparant geweest richting PTSL omtrent de herkomst van het plant materiaal en heb je onze zorgen niet voldoende serieus genomen. Je hebt altijd volgehouden dat de schuld bij PTSL ligt. (….)”.
2.23.
Bij e-mailbericht d.d. 18 december 2015 heeft [betrokkene 1] het volgende aan [gedaagde in conventie 1] geschreven:
“(…) Fusarium is a big problem in strawberries and a real soil borne disease so cannot originate from our farm as we are never in contact with the soil. So please don’t tell us that it is not a problem in strawberries but only in bulbs! (…)”
2.24.
In reactie hierop heeft [gedaagde in conventie 1] bij e-mailbericht d.d. 18 december 2015 als volgt gereageerd:
“ In Holland is Fusarium geen groot probleem en wordt gezien als een zwakte parasiet, zoals ik vanmorgen ook al zei.
De omstandigheden bij jullie zijn duidelijk anders dan in NL. uiteraard, neemt niet weg dat met de juiste middelen op de juiste manier en tijd het goed onder controle gehouden kan worden. Zie de bijlage (…)
Als je beslist om onze Camino te nemen dan hebben we ongeveer 120 dozen met 600 aardbei planten en in iedere doos zitten 3 potten Kweli moeder planten. Ik stel voor om de helft nu te doen en over 6 maanden de rest (nu 56 dozen x 600 pl en 3 potten) (…)
Alles is van EE kwaliteit met certificaat van NAKT
Dit zijn enkele uitslagen van bezoeken van de NAK keurmeester [opmerking rechtbank: in het desbetreffende e-mailbericht zijn drie bijlagen gevoegd]. (…)
Ik hoor graag wat je beslissing wordt. (…)”.
2.25.
Bij e-mailbericht d.d. 22 december 2015 heeft [betrokkene 1] diverse foto’s gestuurd van de aardbei moederplanten die op dat moment in de tuinderij van PTSL werden geruimd. Naar aanleiding van de klachten van [betrokkene 1] heeft v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing Relab den Haan opdracht gegeven tot het uitvoeren van een analyse op in Nederland aanwezige aardbeiplanten die deel uitmaakten dan wel afkomstig waren uit dezelfde batch als de aardbei moederplanten die aan PTSL zijn geleverd. In totaal zijn er vier monsters verstrekt. In de uitslag van de DNA Multiscan van 27 januari 2016 (hierna: het 4e rapport) is te lezen dat in de verstrekte monsters onder meer de volgende schimmels zijn aangetroffen:
- Fusarium sp., in monsters 1, 3 en 4 zeer sterk aangetoond en in monster 2 redelijk
aangetoond
- Fusarium oxysporum, in monsters 1 en 2 licht aangetoond en in monster 4 zeer
sterk aangetoond
  • Fusarium solani, in monster 2 licht aangetoond
  • Rhizoctonia fragariae, in monster 2 licht aangetoond
Verder wordt er geadviseerd:
“(…)
Fusarium oxysporumis een primaire ziekteveroorzaker die de vaatbundels kan blokkeren waardoor het water- en voedingstransport wordt verhinderd. Hierdoor kunnen planten verwelken, vergelen en afsterven.
Fusarium solani,(…) en
Rhizoctonia solanikunnen voor ernstige wortelrot en voetrot zorgen. (…)
Rhizoctoniaen
Botrytiskunnen worden bestreden met Rovral aquaflo (iprodion)”.
2.26.
Bij emailbericht van 27 januari 2016 heeft [gedaagde in conventie 1] de uitslag aan [betrokkene 1] doorgezonden en daarbij opgemerkt:
“(…) In alle monsters is wel Fusarium aangetroffen alleen men kan niet zeggen of dit levende of dode schimmel sporen zijn. Omdat er alleen naar DNA gekeken wordt (DNA gaat niet dood)”
2.27.
PTSL heeft vervolgens ook een monster van het door haar gebruikte cocopeat, een (bodem)substraat, door Relab den Haan laten analyseren. In de uitslag van de DNA Multiscan wooden crops d.d. 9 februari 2016 is te lezen dat daarin geen schimmels zijn aangetroffen.
2.28.
Ook heeft Relab den Haan op verzoek van v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing een DNA Multiscan uitgevoerd op monsters van I) frambozen, II) Cocopeat Halus en III) Cocopeat Kasar. In de uitslag van deze scan d.d. 18 maart 2016 is te lezen dat onder meer de volgende schimmels zijn aangetroffen:
  • Botrytis sp., in monster I licht aangetoond,
  • Botrytis cinerea, in monster I licht aangetoond,
  • Fusarium sp., in monster I sterk aangetoond, in monster III matig aangetoond
  • Fusarium oxysporum, in monster I redelijk aangetoond
  • Fusarium solani, in monster I redelijk aangetoond
  • Rhizoctonia fragariae, in monster I matig aangetoond
  • Rhizoctonia solani, in monster I licht aangetoond.
Verder wordt er door Relab den Haan geadviseerd:
“(…) De meest belangrijke hiervan zijn beide Fusarium- en Rhizoctonia-soorten. Dit zijn primaire plantpathogenen die voor veel schade kunnen zorgen. Fusarium Oxysporum kan de transportvaten verstoppen waardoor de plant (deels) verwelkt en afsterft. Fusarium Solani kan wortelrot veroorzaken. De Rhizoctonia-soorten kunnen eigenlijk alle plantedelen in en op de grond infecteren. Ze kunnen onder meer wortelrot veroorzaken. Rhizoctonia solani is ook wel bekend als de zgn ‘omvalziekte’, als gevolg van infectie van de stengelbasis valt de plant om. (…)
Op basis van deze resultaten kunt u een behandeling overwegen met een middel als Switch (…) of Signum (…). (…)”.
2.29.
Op enig moment heeft PTSL toch besloten om de in december 2015 onderzochte aardbei moederplanten door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] te laten leveren. Deze planten zijn op 3 maart 2016 geleverd (zie overweging 2.9.) . [6]
2.30.
Wel heeft PTSL na aankomst van deze planten drie monsters genomen en deze door Relab den Haan laten testen. In de uitslag van de DNA Multiscan d.d. 28 april 2016 (hierna: het 5e rapport) zijn deze drie monsters met I, II en III aangeduid. Uit de uitslag blijkt dat onder meer de volgende schimmels zijn aangetroffen:
  • Fusarium sp., in monster I sterk aangetoond en in monster III zeer sterk aangetoond
  • Fusarium oxysporum, in monster I matig aangetoond en in monster III zeer sterk aangetoond
  • Fusarium solani, in monster I zeer licht aangetoond en in monster III zeer sterk aangetoond
  • Rhizoctonia fragariae, in monster I sterk aangetoond en in monster III zeer sterk aangetoond
  • Rhizoctonia solani, in monster I matig aangetoond en in monster III sterk aangetoond.
2.31.
Bij e-mailbericht van 29 april 2016 heeft [betrokkene 1] de uitslag d.d. 28 april 2016 aan [gedaagde in conventie 1] toegezonden en het volgende geschreven:
“Zie hier de resultaten van 10 Camino moeder planten van maart 03, 2016. Deze zijn uit de koeling uit rechtstreeks uit jouw dozen, dus bij ons nergens in aanraking geweest. Nog steeds Fusarium en Rhizoctonia en dat is voor ons een drama. We lijden enorme verliezen hierdoor en na 2 tot 3 jaren nog steeds niet opgelost! Ik kan hier niet mee doorgaan, we zullen naar Festival moeten overstappen.”
2.32.
Bij e-mailbericht van 2 mei 2016 heeft [gedaagde in conventie 1] als volgt gereageerd:
“Het is duidelijk op de foto te zien dat de planten niet onder 0 zijn bewaard er zit veel groei op, planten worden hierdoor verzwakt en zijn dan vatbaarder voor ziekten.
Omdat de planten en schimmels in de kist niet stil staan in groei en ontwikkeling.
Op deze manier krijgen juist de minder sterke schimmels de kans om te ontwikkelen.
En wat ook vreemd is dat er een monster geheel vrij is, ik kan dat niet verklaren als er zoveel planten bij elkaar in een kist zitten”.
2.33.
Bij e-mailbericht van diezelfde dag heeft [betrokkene 1] het volgende aan [gedaagde in conventie 1] bericht:
“Deze planten zijn bewaard in ULO koeling onder nul. Maar ze hebben natuurlijk gereisd en hebben 2 weken bij [betrokkene 4] voor analyse in de ijskast gezeten en dat verklaard de groei denk ik. (…)”
2.34.
Ook [betrokkene 4] , de zoon van [betrokkene 1] , heeft die dag onder meer het volgende aan [gedaagde in conventie 1] gemaild:
“(…) Vermoedelijk komt Fusarium alleen voor op een aantal plekken op het veld waar de planten vandaan komen. Dus planten van deze plekken zijn wel besmet, en andere niet.
[betrokkene 5] [opmerking rechtbank: een medewerker van PTSL] had niet genoteerd uit welke doos elke plant kwam, dus kunnen we niet achterhalen welke dozen mogelijk besmet zijn en welke niet.
Daarom lijkt het mij het beste om opnieuw monsters te nemen, alleen dit keer wel goed te noteren uit welke doos ze vandaan komen. Dit keer zullen we wel 10 tests moeten doen, om zo de besmette dozen te isoleren”.
2.35.
Hierop heeft [gedaagde in conventie 1] diezelfde dag nog bij e-mailbericht gereageerd:
“Gezien Fusarium een zwakte schimmel is en de bemonstering een DNA analyse is wat betekend dat ook dode plantencellen met Fusarium gedetecteerd worden
Het toch een vertekend beeld geeft wat betreft de evt besmetting.
Het is veel beter om te concentreren op het voor komen van stress tijdens de opkweek en teelt want Fusarium kan alleen toeslaan wanneer de plant in stress is. En in een DNa monster vind men altijd wel iets”.
2.36.
Naar aanleiding van deze e-mailcorrespondentie heeft [betrokkene 1] ervoor gekozen om aanvullend onderzoek door Relab den Haan te laten verrichten. Op 19 en 26 mei 2016 zijn tien monsters (A tot en met J) genomen die afkomstig zijn van de in maart 2016 geleverde aardbei moederplanten, en (volgens PTSL in bevroren toestand) vervoerd naar Nederland en onderzocht. De bevindingen van Relab den Haan zijn vervolgens vastgelegd in twee rapportages van 19 en 26 mei 2016.
2.37.
In de uitslag van de DNA Multiscan van 19 mei 2016 (hierna: het 6e rapport) is te lezen dat vijf monsters (I tot en met V) zijn onderzocht en dat daarin onder meer de volgende schimmels zijn aangetroffen:
- Fusarium sp. in monster V zeer licht aangetoond, in monster II matig aangetoond,
in monster III sterk aangetoond en in monster IV zeer sterk aangetoond
  • Fusarium oxysporum, in monster IV licht aangetoond
  • Fusarium solani, in monster III zeer licht aangetoond
Verder wordt door Relab den Haan geadviseerd:
“(…)
Fusarium oxysporumcan cause wilting.
Fusarium solani(…) can cause root rot and crown rot.
(…)
Fusariumcan be treated with Topsin M (thiofanaat-methyl). (…)
2.38.
Ook in de uitslag van de DNA Multiscan van 26 mei 2016 (hierna: het 7e rapport) is te lezen dat er vijf monsters (I tot en met V) zijn onderzocht en dat daarin onder meer de volgende schimmels aangetroffen:
- Fusarium sp., in monster I zeer licht aangetoond, en in monsters II, III, IV en V
zeer sterk aangetoond
  • Fusarium oxysporum, in monsters III en IV zeer licht aangetoond
  • Rhizoctonia fragariae, in monsters IV en V zeer licht aangetoond
Verder wordt door Relab den Haan geadviseerd:
“(…)
Rhizoctoniacan be treated with Rizolex (tolclofosmethyl) or Rovral aquaflo (iprodione)”
2.39.
Na juni 2016 heeft PTSL besloten geen aardbei moederplanten meer van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] af te nemen. De import van framboos productieplanten is per 2017 geëindigd.
2.40.
Bij e-mailbericht d.d. 27 januari 2017 heeft de advocaat van PTSL onder meer het volgende aan de advocaat van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. gestuurd:
“(…) Het is uw cliënten bekend dat cliënten klachten hebben over de door hen geleverde producten en diensten. De adviezen zijn veelal niet passend gebleken, want niet toegesneden op de klimatologische en geografische omstandigheden in Indonesië. De producten zijn behept met ziekten of genereren onvoldoende opbrengsten. (…) Cliënten behouden zich ten aanzien van voornoemde onderwerpen alle rechten, waaronder het recht op het vorderen van schadevergoeding, uitdrukkelijk voor. (…)”
2.41.
Bij brief van 29 maart 2017 heeft de advocaat van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. PTSL bericht dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] nog een bedrag van € 362.037,00 van PTSL te vorderen heeft en dat bij het achterwege blijven van enige betaling rechtsmaatregelen zullen worden getroffen.
2.42.
Het door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] genoemde bedrag van € 362.037,00 bestaat onder meer uit onbetaald gelaten facturen over de periode 2010 tot en met 2016:
2010/2011
86.127,57
2012
33.949.46
2013
78.444,70
2014
83.446,12
2015
21.668,61
2016
58.500,66
362.037,12
2.43.
Bij brief van 14 april 2017 heeft de advocaat van PTSL onder meer aan de advocaat van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. geschreven:
“(…) Zoals reeds eerder aangegeven was de kwaliteit van de geleverde planten zeer gebrekkig. Vier zendingen van de aardbei moederplanten tussen 2013 en 2016 zijn door de quarantaine dienst afgekeurd en vijf monsters zijn positief bevonden voor ziekten en plagen die, ingevolge het Certificeringsreglement Naktuinbouw, bij EE kwaliteit planten afwezig zouden moeten zijn.
Wat betreft de zendingen frambozenplant materiaal bevatten alle zendingen één of meerdere ziekten of plagen die ingevolge voornoemd Certificeringsreglement op EE materiaal afwezig moeten zijn. Acht van de twaalf frambozen zendingen vanaf 2013 zijn bovendien afgekeurd door de quarantainedienst.
Tal van onderzoeken hebben plaatsgevonden, ook door uw cliënte. (…) De door uw cliënte geleverde planten zijn besmet met diverse ziekten en plagen. In plaats van erkenning van het probleem en de oorzaken daarvan, heeft cliënte van uw cliënte steeds te horen gekregen dat het probleem (de ‘schuld’) ergens anders ligt. Uitgaande van de knowhow van uw cliënte en haar goede trouw is cliënte steeds aan het werk gegaan om de door uw cliënte genoemde, onderliggende problemen op te lossen. Daarmee is kostbare tijd en geld verloren gegaan. Over de jaren heen heeft cliënte voor niets kosten gemaakt en veel slechtere oogsten gehad dan zij had kunnen realiseren. De schade zal nog verder oplopen doordat cliënte naar verwachting pas eind 2017 al het besmette materiaal vervangen zal hebben. Een overzicht van de gemaakte kosten en gederfde winst ontvangt u als bijlage 2 bij deze brief. Dit overzicht sluit op een schade van € 1.893.362,00. Cliënte behoudt zich het recht voor aanvullende schadeposten in te dienen.
Vanaf 2009 tot ultimo 2016 heeft uw cliënte in totaal € 71.192,-- gefactureerd voor zijn bezoeken aan Indonesië. (…) Tenslotte meent cliënte, als gezegd, dat de adviezen van uw cliënte ondeugdelijk zijn geweest. Uw cliënte had slechts één goed advies kunnen geven, te weten: gebruik het door mij geleverde plantmateriaal niet en zoek zo snel mogelijk een partij die deugdelijke, schone planten kan leveren. Samengevat betwist cliënten de door uw cliënten gefactureerde advieskosten verschuldigd te zijn.
Aangaande het voorgaande worden alle rechten uitdrukkelijk voorbehouden. PTSL schort haar verplichting tot betaling van de door uw cliënten gevorderde bedragen op en houdt uw cliënten aansprakelijk voor vergoeden van haar schade. (…)”
2.44.
Bij brief d.d. 28 juni 2017 heeft [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. inhoudelijk gereageerd op de aansprakelijkstelling van 14 april 2017 door de grondslag van de vordering, het causaal verband en de omvang van de schade te betwisten. Verder staat in deze brief:
‘(…) Ik begrijp dat de onderliggende facturen tezamen groot
€ 362.037,12 worden betwist, althans dat betaling daarvan wordt opgeschort. (…)
Kortom, afgezet tegen de gemotiveerde betwisting van de door u gestelde vordering staan harde leveringsfacturen die uw cliënte gewoon heeft te betalen. (…)’.
2.45.
Bij e-mailbericht d.d. 13 juni 2019 heeft de advocaat van PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. nogmaals aansprakelijk gesteld voor de gebreken in de aardbei moederplanten en frambozen productieplanten en de onjuiste advisering en de als gevolg daarvan geleden schade.

3.De vordering en het verweer in conventie

3.1.
PTSL vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
aangaande de aardbei moederplanten:
primair:
i. i) [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zal veroordelen tot het vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van haar toerekenbare tekortkoming bij het verstrekken van advies omtrent de aardbei moederplanten;
ii) [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , Kwekerij De Westerbouwing B.V en Killiberry hoofdelijk zal veroordelen tot het vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van hun onrechtmatig handelen aangaande de aardbei moederplanten;
iii) [holding] en [gedaagde in conventie 1] hoofdelijk zal veroordelen tot het vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van de sub i) bedoelde toerekenbare tekortkoming, althans het sub ii) bedoelde onrechtmatig handelen van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] waarvan [holding] als bestuurder en [gedaagde in conventie 1] als middellijk bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt;
iv) Kwekerij De Westerbouwing B.V, althans Killiberry en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] hoofdelijk zal veroordelen tot vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van het in het verkeer brengen van gebrekkige aardbei moederplanten;
subsidiair:
v) [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , [holding] en [gedaagde in conventie 1] hoofdelijk zal veroordelen tot vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van toerekenbare tekortkomingen in de overeenkomsten strekkende tot levering van aardbei moederplanten, van welke tekortkomingen ook [holding] als bestuurder en [gedaagde in conventie 1] als middellijk bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt;
aangaande de framboos productieplanten:
primair:
vi) [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zal veroordelen tot het vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van haar toerekenbare tekortkoming bij het verstrekken van advies omtrent de framboos productieplanten;
vii) Kwekerij De Westerbouwing B.V, althans Killiberry en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] hoofdelijk zal veroordelen tot vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van het in het verkeer brengen van gebrekkige framboos productieplanten;
subsidiair:
viii) [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zal veroordelen tot het vergoeden van de door PTSL geleden schade (nader op te maken bij staat) als gevolg van toerekenbare tekortkomingen in de overeenkomsten strekkende tot levering van framboos productieplanten;
aangaande de aardbei moederplanten en de framboos productieplanten:
een en ander met dien verstande dat geleden schade slechts eenmaal vergoed behoeft te worden, en met hoofdelijke veroordeling in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. voert verweer en concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van PTSL in haar vorderingen, althans de vorderingen af te wijzen en PTSL bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis te veroordelen om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. de daadwerkelijk gemaakte proceskosten te betalen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de nakosten van € 157,00.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De vordering en het verweer in reconventie

4.1.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] vordert dat PTSL bij vonnis, uitvoerbaar bij vooraard wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] te betalen:
- het bedrag van € 362.037,00, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand dan wel met de wettelijke handelsrente ingaande 2 weken na de factuurdata,
- de proceskosten en de buitengerechtelijke incassokosten van € 3.635,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de nakosten van € 157,00.
4.2.
PTSL voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen in reconventie met veroordeling van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en reconventie

Rechtsmacht / bevoegdheid rechtbank

5.1.
Nu PTSL in het buitenland gevestigd is en de vorderingen uit dien hoofde een internationaal karakter dragen, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en wel op grond van artikel 4 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis-Verordening) nu [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. woonplaats heeft in Nederland.
5.2.
Met betrekking tot de vorderingen die gestoeld zijn op de koopovereenkomst, is op grond van artikel 4 lid 1 onder a Rome I-Verordening, Nederlands recht van toepassing. Het Weens Koopverdrag (CISG) maakt als uniform kooprecht deel uit van het Nederlands recht en aangezien partijen de werking van dit verdrag niet hebben uitgesloten, kunnen partijen – zoals zij gedaan hebben – daarop een beroep doen op grond van artikel 1 lid 1 sub b CISG.
5.3.
Met betrekking tot de vorderingen die gestoeld zijn op de adviesovereenkomst, is op grond van artikel 4 lid 1 onder b Rome I-Verordening, Nederlands recht van toepassing.
5.4.
Met betrekking tot de vorderingen die gestoeld zijn op onrechtmatige daad wordt overwogen dat partijen zich niet concreet hebben uitgelaten over het toepasselijke recht, maar de door hen ingenomen stellingen wel op het Nederlands recht zijn gebaseerd. De rechtbank begrijpt hieruit dat partijen voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht hebben gekozen als bedoeld in artikel 14 lid 1 sub a Rome II-Verordening.
Kern van het geschil in conventie
5.5.
Partijen twisten over de vraag of sprake is geweest van ondeugdelijke advies en/of van de levering van ondeugdelijke planten en dus van wanprestatie van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , dan wel onrechtmatig handelen van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s.
PTSL stelt dat dit het geval is en dat zij hierdoor schade heeft geleden, hetgeen [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. weerspreekt.
5.6.
De rechtbank zal de door PTSL opgevoerde rechtsgronden aan de hand van de door PTSL gestelde rechtsverhoudingen met de verschillende gedaagde partijen bespreken.
PTSL – [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als verkoper/leverancier van het plantmateriaal (grondslagen 35 CISG en 6:162 BW)
5.7.
PTSL stelt dat tussen haar en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als verkoper/leverancier van het plantmateriaal is overeengekomen dat:
- de aardbei moederplanten op de kwekerij in Rossum, de hoofdlocatie van v.o.f. Kwekerij
De Westerbouwing zouden worden geteeld,
- de te leveren planten fytosanitair gecertificeerd zouden zijn conform de op dat moment
geldende eisen van Indonesië voor invoer van planten, en dat
- er planten van EE-klasse zouden worden geleverd conform de eisen van het
Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam). [7]
5.8.
PTSL is van mening dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als verkoper/leverancier in deze verplichtingen is tekort geschoten dan wel onrechtmatig heeft gehandeld. [8] [gedaagde conventie/eiseres reconventie] heeft gebrekkige planten geleverd, waardoor PTSL aanzienlijke schade heeft geleden. De oogsten zijn mislukt en de planten zijn binnen een kort tijdsbestek gestorven. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dient deze schade aan PTSL te vergoeden. Volgens PTSL waren de planten bij aankomst in Indonesië behept met allerlei ziekten en plagen die niet op EE klasse planten aanwezig behoren te zijn. In dit kader verwijst zij naar de rapportages van de Indonesische quarantainedienst en Relab den Haan. Volgens PTSL zijn de ‘soilborne’ [bodemgebonden, rechtbank] ziekten, Rhizoctonia en Fusarium, de oorzaak van de mislukte oogsten en de sterfte van planten. PTSL stelt dat soilborne ziekten schadelijke organismen zijn die zich in de plant vestigen tijdens de teelt, dus op het moment dat de plant in contact staat met de grond. Aangezien PTSL vanaf 2013 niet meer in de grond teelt, maar op cocopeat en in bakken en goten die aanraking tussen planten voorkomen, leidt zij hieruit af dat de ziekten vanuit Nederland moeten zijn meegekomen. Daarnaast betoogt zij dat zij deze problemen ook niet heeft met aardbei moederplanten die van andere vermeerderaars afkomstig zijn, zoals de in 2015 geleverde Amerikaanse aardbei moederplanten. Dit sterkt haar in haar vermoeden dat de ziekten in Nederland zijn ontstaan en dat die hoogstwaarschijnlijk ook verband houden met de teeltomstandigheden in Nederland. Volgens haar zijn de aardbei moederplanten namelijk op de [locatie betrokken partij 2] ( [betrokken partij 2] ) in de volle en natte grond geteeld onder niet voor de teelt van aardbeien geschikte omstandigheden. Indien de rechtbank van oordeel is dat de gevolgschade niet door de soilborne ziekten Rhizoctonia en Fusarium is veroorzaakt, stelt PTSL dat zij in elk geval niet de EE klasse planten geleverd heeft gekregen die zij heeft gekocht. Zij meent dat in dat geval haar schade de hoogte van de facturen is indien zij de volledige factuurwaarde aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dient te voldoen.
5.9.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] betwist dat de door PTSL onder 5.7. opgesomde voorwaarden/eisen zijn overeengekomen en dat de door haar geleverde planten gebrekkig waren ten tijde van de levering dan wel dat de vermeende gebrekkige planten de oorzaak zijn van de door PTSL geleden schade. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] voert aan dat zij EE klasse planten heeft geleverd zonder dat sprake was van een contractuele verplichting daartoe. Over de teeltlocaties merkt zij op dat de framboos productieplanten afkomstig waren van de teeltlocatie in Rossum en de aardbei moederplanten van haar contracttelers [betrokken partij 1] (hierna te noemen: [betrokken partij 1] of [locatie betrokken partij 1] ) en [betrokken partij 2] (hierna te noemen: [betrokken partij 2] of [locatie betrokken partij 2] ). Het uitgangsmateriaal waarmee de aardbei moederplanten werden geteeld was wel afkomstig van de teeltlocatie in Rossum. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] betwijfelt overigens of de Indonesische quarantainedienst de door haar geleverde planten heeft onderzocht. Volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] werden de planten direct na aankomst in Indonesië naar de tuinderij van PTSL gebracht, hetgeen betekent dat ook andere planten dan de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde planten kunnen zijn getest. Verder merkt zij op dat het om levend c.q. bederfelijk plantmateriaal gaat. Dit betekent dat de kwaliteit van de planten snel kan veranderen na levering door omstandigheden buiten de schuld en verantwoordelijkheid van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] om, zoals door de duur en wijze van transport en bewaring, specifieke klimaat- en teeltomstandigheden en door de wijze waarop een koper het materiaal verwerkt. Zij meent dan ook dat niet is vast te stellen door welke ziekte de door PTSL gestelde schade is veroorzaakt. Tot slot voert [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan dat op de koopovereenkomsten de Algemene Voorwaarden Sierteelt en Voedingstuinbouw Opkweek van Plantum versie 2002 (hierna te noemen: Plantum-voorwaarden) van toepassing zijn en dat in deze voorwaarden een beperking van de aansprakelijkheid en een korte klacht- c.q. reclametermijn staan, waarop zij zich beroept. Verder meent [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat PTSL niet tijdig heeft geklaagd in de zin van artikel 39 CISG dan wel dat de vorderingen van PTSL op grond van artikel 7:23 BW zijn verjaard. Ook heeft PTSL haar vorderingen niet onderbouwd met onafhankelijke rapporten waaruit blijkt dat het om materiaal ging dat afkomstig was van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , dat het materiaal ten tijde van de levering gebrekkig was en dat de gebreken er de oorzaak van zijn geweest dat de oogsten goeddeels zijn mislukt. Volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] kan dit in elk geval niet afgeleid worden uit de rapportages van de Indonesische quarantainedienst of Relab den Haan.
5.10.
De rechtbank overweegt dat voor de verdere beoordeling van dit geschil allereerst van belang is dat vastgesteld wordt welke contractuele afspraken tussen partijen golden.
Teelt-/productielocatie
5.11.
PTSL heeft, tegenover de gemotiveerde betwisting van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , onvoldoende onderbouwd dat partijen zijn overeengekomen dat de aardbei moederplanten alleen van de teeltlocatie in Rossum afkomstig mochten zijn. De enkele omstandigheid dat [betrokkene 1] de teeltlocatie in Rossum heeft bezocht en daar met [gedaagde in conventie 1] heeft gesproken over de aardbei moederplanten maakt nog niet dat PTSL er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat de aan PTSL te leveren aardbei moederplanten van die locatie afkomstig zouden zijn. Daar komt bij dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] onweersproken heeft gesteld dat PTSL gedurende de gehele samenwerking ook nooit aardbeienplanten geleverd heeft gekregen die geproduceerd zijn op de locatie te Rossum omdat daar uitsluitend het moeder- c.q. uitgangsmateriaal is gekweekt en daar nooit productie/vermeerderingen van aardbeienplanten heeft plaatsgevonden. Dat vermeerderen gebeurde via een contractteeltovereenkomst met een contractteler elders (eerst [betrokken partij 1] , daarna [betrokken partij 2] ) door middel van het knippen en weer opplanten van uitlopers van het moeder- c.q. uitgangsmateriaal. Dat de aardbei moederplanten bij [betrokken partij 2] onder niet professionele omstandigheden en in de natte en volle grond zijn geteeld is, tegenover de gemotiveerde betwisting van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , evenmin met voldoende concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Uit de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. overgelegde keuringsrapporten volgt dat de velden van locatie [betrokken partij 2] in november 2014, juli 2015 en oktober 2015 door Naktuinbouw zijn geïnspecteerd en dat er geen bijzonderheden zijn geconstateerd. Uit het keuringsrapport van november 2014 blijkt zelfs dat de Camino Real aardbeiplanten in klasse EE mochten worden afgeleverd en uit het rapport van oktober 2015 kan worden opgemaakt dat een veld met Camino Real is geïnspecteerd en dat er geen afwijkingen zijn aangetroffen in het teeltmateriaal dat op basis van het actuele teeltplan is gekeurd. [9] Dat in een krantenartikel van 4 december 2015 staat dat een veld met aardbeienplanten bij [betrokken partij 2] te nat was om er twee keer met de trekker over heen te rijden, is dan ook – mede gelet op de hiervoor genoemde keuringsrapporten – onvoldoende van betekenis om te oordelen dat op de locatie [betrokken partij 2] onprofessioneel werd geteeld. Ook het feit dat de hoofdactiviteit van [betrokken partij 2] het telen van aardappels, suikerbieten, overige wortel- en knolgewassen, granen, peulvruchten en oliehoudende zaden is, betekent niet dat daaraan de conclusie kan worden verbonden dat de teelt van aardbeien niet professioneel gebeurde. Niet gebleken is dan ook dat met het telen op de locatie [betrokken partij 2] het risico in het leven is geroepen dat de aan PTSL te leveren aardbei moederplanten zijn besmet en dat dit risico zich daadwerkelijk heeft gerealiseerd. Het voorgaande betekent dat van enig tekortschieten dan wel onrechtmatig handelen van de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op dit punt geen sprake is.
Fytosanitair certificaat
5.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan PTSL gezonden planten fytosanitair gecertificeerd dienden te zijn en ook waren (zie overweging 2.9.). Uit de dagvaarding van PTSL volgt echter dat PTSL betwijfelt of [gedaagde conventie/eiseres reconventie] er wel op heeft toegezien dat op de juiste door de Indonesische quarantainedienst verboden organismen is getest, nu uit de uitslagen van de Indonesische quarantainedienst volgt dat de planten zijn afgekeurd omdat ze behept waren met ziekten en plagen die in Indonesië verboden zijn. PTSL leidt uit de afkeuringen af dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de door PTSL in dat kader verstrekte informatie niet of niet volledig met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) heeft gedeeld met als gevolg dat niet op alle verboden ziekten en plagen is gecontroleerd.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] betwist dit en voert aan dat de keurmeester van Naktuinbouw ten behoeve van de afgifte van fytosanitaire certificaten exportinspecties heeft verricht om vast te stellen of de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan PTSL te zenden planten voldeden aan de voorwaarden die in Indonesië werden gesteld. Zij betoogt dat in dat kader ook de vereiste invoervergunningen aan de keurmeester zijn verstrekt. Dat er fytosanitaire certificaten zijn afgegeven betekent volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dan ook dat de planten bij vertrek uit Nederland voldeden aan de daaraan te stellen eisen. Hierover wordt het volgende overwogen.
5.13.
Een fytosanitair certificaat is een verklaring van de keuringsinstantie van het exporterende land (in dit geval de keurmeester van Naktuinbouw onder verantwoordelijkheid van NVWA) aan de Indonesische overheid dat de zending voldoet aan de door Indonesië gestelde fytosanitaire eisen. Uit het feit dat de keurmeester fytosanitaire certificaten heeft verstrekt, leidt de rechtbank af dat de planten op het moment van afgifte van de fytosanitaire certificaten voldeden aan de op dat moment daaraan ten behoeve van het afgeven van die certificaten te stellen eisen. Anders dan PTSL heeft betoogd, is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de keurmeester de in acht te nemen procedures bij het afgeven van fytosanitaire certificaten, waaronder het controleren van de invoervergunning, niet althans niet naar behoren heeft gevolgd. De export-inspectie betreft een visuele inspectie en er vindt geen lab onderzoek op de aanwezigheid van in Indonesië verboden schimmels plaats. Ook bestaat er onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat de certificaten voor bepaalde leveringen niet waren verstrekt indien [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de NVWA (vollediger) had geïnformeerd omtrent de afkeuringen in Indonesië. Het standpunt van PTSL dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] tekort is geschoten in haar verplichting om ervoor zorg te dragen dat fytosanitaire certificaten zouden worden afgegeven conform de op dat moment geldende eisen van Indonesië voor invoer van aardbei moederplanten en framboos productieplanten wordt dan ook als onvoldoende onderbouwd terzijde geschoven.
5.14.
Voor zover PTSL betoogt dat het enkele feit dat de Indonesische quarantainedienst de planten heeft afgekeurd meebrengt dat de planten non-conform zijn, overweegt de rechtbank dat dit betoog niet op gaat. Overeengekomen is dat de planten voorzien moesten zijn van een fytosanitair certificaat, hetgeen ook is gebeurd. Daaruit kan niet worden afgeleid dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] enige garantie heeft gegeven dat de planten ook door de Indonesische quarantainedienst goedgekeurd zouden worden.
EE-klasse planten conform het Certificeringsreglement Naktuinbouw?
5.15.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat in Nederland producenten en handelaren van teeltmateriaal verplicht zijn zich te registreren bij Naktuinbouw. Naktuinbouw is een zelfstandig bestuursorgaan dat toezicht houdt op geregistreerde veredelaars, vermeerderaars, producenten, bewerkingsbedrijven en handelaren. In de jaren dat PTSL planten bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] afnam, was v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing Naktuinbouw geregistreerd. Niet in geschil is dat onder die registratie veldinspecties en keuringen plaatsvonden op de teeltlocatie in Rossum, maar ook op de [locatie betrokken partij 2] ( [betrokken partij 2] ).
5.16.
In het Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam) (hierna te noemen: het Certificeringsreglement) staan de eisen en voorwaarden waar de deelnemers aan moeten voldoen. Deze eisen hebben betrekking op de kwaliteit en de gezondheid van het teeltmateriaal, en de bedrijfsvoering op het teeltbedrijf. In het Certificeringsreglement staan onder meer de volgende– relevante – bepalingen:
BEGRIPSBEPALINGEN
ARTIKEL 1
(…)
l - Moederplanten klasse EE
Moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit teeltmateriaal klasse SE en dienen voor de productie van teeltmateriaal klasse EE.
m - Teeltmateriaal klasse EE
Basismateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE en dient voor de productie van moederplanten klasse E. (…)
INDELING IN KLASSE EE
ARTIKEL 11
1. Moederplanten worden ingedeeld in de klasse basis II EE, indien het gewas bestaat uit planten, direct geteeld
uit in ten minste in klasse SE ingedeeld teeltmateriaal en indien het materiaal voldoet aan de in bijlage 2
opgenomen voorwaarden. (…)
4. Teeltmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van moederplanten klasse EE (…) bovendien zelf
voldoet aan de in lid 1 bedoelde eisen, wordt ingedeeld in de overeenkomstige klasse EE.
5. Indeling klasse EE kan voorts slechts geschieden, indien de toleranties ter zake van ziekten en plagen als in de bij dit Reglement behorende bijlage 2 nader genoemd voor die rassen niet zijn overschreden, en de voorgeschreven maatregelen zijn gevolgd. (…)
5.17.
Overwogen wordt dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] in haar conclusie van antwoord met zoveel woorden heeft erkend dat tussen partijen is overeengekomen dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] EE-klasse (gecertificeerde) planten zou leveren als bedoeld in het Certificeringsreglement. In de conclusie van antwoord schrijft [gedaagde conventie/eiseres reconventie] namelijk dat:
-
‘het niet relevant was wat de feitelijke herkomst van de aan PTSL geleverde aardbeiplanten was, mits sprake zou zijn van aardbeiplanten die klasse EE gecertificeerd waren en dat daarvan ten aanzien van de in het onderhavige geval aan PTSL geleverde aardbeien- en frambozenplanten telkens sprake was’ [10]
-
“de aan PTSL geleverde aardbeienplanten telkens aan de door Naktuinbouw gestelde vereisten voldeden om te kunnen worden ingedeeld in klasse EE” [11] en
-
‘ zij niet betwist dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] EE-klasse planten diende te leveren’. [12]
5.18.
Pas bij akte na mondelinge behandeling komt [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op deze eerder ingenomen stellingen terug door te betwisten dat partijen ten aanzien van de leveringen EE klasse zijn overeengekomen. Gelet op het feit dat dit gewijzigde standpunt niet meer dan een blote betwisting betreft en ook het e-mailbericht van 18 december 2015 van [gedaagde in conventie 1] een aanknopingspunt biedt dat het uitganspunt tussen partijen wel degelijk EE klasse kwaliteit was (zie overweging 2.24), ziet de rechtbank aanleiding om aan deze enkele blote betwisting voorbij te gaan. Dit betekent dat bij de verdere beoordeling van de zaak er van uit wordt gegaan dat tussen partijen de afspraak gold dat EE-klasse (gecertificeerde) planten zouden worden geleverd als bedoeld in het Certificeringsreglement.
5.19.
Het voorgaande samenvattend zal bij de verdere beoordeling van het geschil dus als uitgangspunt worden genomen dat de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gezonden planten op juiste wijze fytosanitair gecertificeerd zijn, dat tussen partijen niet is overeengekomen dat de aardbei moederplanten afkomstig dienden zijn van de locatie in Rossum, maar dat tussen partijen wel is overeengekomen dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] EE-klasse aardbei moederplanten en framboos productieplanten zou leveren als bedoeld in het Certificeringsreglement, en dat de aardbei moederplanten Naktuinbouw gecertificeerd zouden zijn, omdat deze planten voor de vermeerdering zouden worden gebruikt.
Beantwoorden de leveringen aan de overeenkomsten? Schade?
5.20.
De vraag is vervolgens of de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde planten aan de overeenkomsten hebben beantwoord (artikel 35 CISG), en of het eventuele niet beantwoorden een tekortkoming is die maakt dat PTSL vergoeding kan eisen van de door haar gestelde geleden schade (artikelen 45, 74 en 77 CISG).
5.21.
Zoals hiervoor is overwogen, stelt PTSL dat de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde planten behept waren met de soilborne ziekten Rhizoctonia en Fusarium en dat deze ziekten de door PTSL geleden schade hebben veroorzaakt. Dat de planten behept waren met deze ziekten volgt volgens PTSL uit de rapportages van Relab den Haan. Voor het geval de rechtbank van oordeel mocht zijn dat de gevolgschade niet door de soilborne ziekten Rhizoctonia en Fusarium is veroorzaakt, stelt PTSL dat zij in dat geval niet de EE klasse planten geleverd heeft gekregen die zij heeft gekocht en dat haar schade de volledige factuurwaarde is die zij voor de leveringen aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dient te voldoen. [13] De rechtbank overweegt hierover het volgende.
5.22.
In artikel 11 leden 1 en 4 van het Certificeringsreglement staat dat de planten onder andere moeten voldoen aan de gezondheidsvoorschriften en eisen zoals opgenomen in bijlage 2 van het Certificeringsreglement. In deze bijlage staan de ziekten en plagen vermeld die niet of slechts zeer minimaal op EE klasse planten mogen voorkomen.
5.23.
Voor aardbeienplanten gaat het om de volgende ziekten en plagen:
Ziekten/plagen
Maximum tolerantie visueel bij aflevering (in procenten)
Schimmelziekten
Gnomonia comari
0,5
Sphaerotheca aphanis
Bij aflevering praktisch vrij
Alternaria alternata
1
Ceratobasidium cornigerum (anam. Rhizoctonia fragiae) en Thanatephorus cucumeris (anam. Rhizoctonia solani) (stengelrot)
0,5
Botryotinia fuckeliana (anam. Botrytis cinerea) (stengelrot, koprot)
0,5
Phyotphthora cactorum (stengelbasisrot)
Verticillium spp. (verwelkingsziekte)
Colletotrichum acutatum
Phytophthora fragariae var. Fragariae (roodwortelrot)
Bacterieziekten
Xanthomonas fragariae
Insecten
Luizen waaronder Chaetosiphon fragaefolii
0,5
Mijten
Phytonemus pallidus spp. Fragariae
Tetranychus urticae
Bij aflevering praktisch vrij
Nematoden
Aphelenchoides spp.
Ditylenchus dipsaci
P(a)ratylenchus spp.
Meloidogyne hapla
Overige schadelijke aaltjes
Meloidogyne fallax
Longidorus spp. En Xiphinema spp.
Vrij
Overig
Green petal fytoplasma
Voorjaarsbont
Zwart wortelrot en overige kwaliteitsziekten
5.24.
Voor frambozenplanten gaat het om de volgende ziekten en plagen:
Ziekten/plagen
Maximum tolerantie (visueel) bij aflevering (in procenten)
Schimmelziekten
Phytophthora cactorum (stengelbasisrot)/ Phytophtora citricola/ Phytophtora cambivora
Verticillium spp. (verwelkingsziekte)
Botryotinia fuckeliana (anam. Botrytis cinerea (stengelrot, koprot)
0,5
Phytophthora fragariae var. Rubi.
Peronospora rbi
Valse meeldauw
Bacterieziekten
Rhodococcus fascians
Agrobactrium spp.
Insecten
Luizen, waaronder Amphorophora rubi, Aphis idaei, Aphis roburum en Macrosiphum euphorbia
0,5
Cicaden, waaronder Maeropsisfuseula sp
0,5
Resseliella theobaldi
0,5
Nematoden
Meloidogyne hapla
Overige schadelijke aaltjes
Meloidogyne fallax
Longidorus spp. En Xiphinema spp.
Vrij
Virusziekten
0,05
5.25.
Artikel 6 leden 1 en 2 van het Certificeringsreglement luidt als volgt:
Gedurende de gehele teelt worden door Naktuinbouw zoveel veldinspecties verricht als deze voor een betrouwbare certificering noodzakelijk acht. Door de deelnemer dient aan de keurmeester van Naktuinbouw tijdig, minimaal 10 dagen voor aanvang van het rooien, gemeld te worden dat men het voornemen heeft te gaan rooien, zodat een laatste veldkeuring kan worden uitgevoerd.
Bij de inspecties als in lid 1 bedoeld keurt Naktuinbouw op raszuiverheid, rasechtheid en gezondheid. Indien daarbij wordt geconstateerd dat partijen teeltmateriaal gedurende de teelt aantastingen vertonen van de ziekten, als op bijlage 2 en bijlage 3 bij dit Reglement vermeld, dienen de maatregelen te worden getroffen als daarbij aangegeven.
5.26.
Zoals onder 5.11 en 5.15 overwogen hebben in de jaren dat PTSL planten bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] afnam veldinspecties en keuringen plaatsvonden op de teeltlocatie in Rossum, maar ook op de [locatie betrokken partij 2] ( [betrokken partij 2] ). Niet gesteld of gebleken is dat de aan PTSL geleverde planten in een andere klasse waren ingedeeld dan de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gestelde EE klasse. Dat de planten van EE klasse waren, kan bovendien afgeleid worden uit het keuringsrapport van november 2014. Voor zover PTSL heeft betoogd dat de geleverde planten niet van EE klasse waren, omdat uit de rapportages van Relab den Haan volgt dat de planten behept waren met Rhizoctonia en Fusarium wordt het volgende overwogen. Bij een veldkeuring gaat het niet om het testen op de aanwezigheid van schimmels, bacteriën en virussen maar om het al dan niet constateren van (visueel zichtbare) aantastingen die die organismen kunnen veroorzaken. De omstandigheid dat bij een visuele keuringsinspectie, bacteriën en virussen niet worden geconstateerd, laat onverlet dat bij het onderzoeken van monstermateriaal met een DNA Multiscan wel schimmels, bacteriën en virussen op het geteste materiaal kunnen worden aangetroffen. De enkele constatering van DNA materiaal van schimmels op het geteste materiaal, betekent echter niet dat daaruit kan worden afgeleid dat het materiaal conform de eisen van het Certificeringsreglement niet voor EE klasse (certificering) in aanmerking had behoren te komen. De enkele aanwezigheid van die schimmels, zonder dat dit zich heeft uitgedrukt in zichtbare verschijnselen van ziekte, staat volgens het Certificeringsreglement immers aan het indelen in de klasse EE dan wel het certificeren niet in de weg. Ten aanzien van Rhizoctonia geldt voor aardbei moederplanten zelfs dat een beperkte aanwezigheid daarvan – 0,5% visueel aanwezig – niet aan certificering in de weg staat. Overigens heeft voor framboos productieplanten te gelden dat de schimmels Rhizoctonia en Fusarium niet op bijlage 2 van het Certificeringsreglement staan. Het voorgaande betekent dan ook dat niet is gebleken dat de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde planten niet voldeden aan de overeengekomen EE klasse als bedoeld in het Certificeringsreglement.
5.27.
Met betrekking tot de aanwezigheid van schimmels op de monsters die door Relab den Haan zijn getest, overweegt de rechtbank het volgende. In de rapportages die door Relab den Haan zijn opgesteld staat dat Fusarium oxysporum de vaatbundels
kan(onderstreping rechtbank) blokkeren waardoor planten kunnen verwelken. Rhizoctonia en Pythium
kunnen(onderstreping rechtbank) wortelrot en voetrot veroorzaken. Met andere woorden, de aanwezigheid van deze schimmels is niet het zelfde als de aanwezigheid van een ziekte. Alleen
kunnenzij bepaalde ziekten veroorzaken. Fusarium en Rhizoctonia zijn als zodanig ook geen ziekten, zoals PTSL lijkt de veronderstellen in (bijvoorbeeld) onderdeel 2.37 van de dagvaarding, waar zij spreekt van “de ziekten Fusarium en Rhizoctonia”, maar potentieel ziekteveroorzakende schimmels. Het enkele feit dat bij een DNA multiscan dus de schimmels Fusarium en Rhizoctonia op monstermateriaal zijn aangetroffen, betekent nog niet dat de aanwezigheid van deze schimmels hebben geleid tot de hiervoor genoemde ziekten (geblokkeerde vaatbundels, wortelrot of voetrot). Een dergelijk causaal verband is door PTSL ook niet aangetoond. Bovendien volgt uit de rapportages van Relab den Haan dat er middelen beschikbaar waren om deze schimmels te bestrijden (zie onder meer overwegingen 2.17 en 2.37).
5.28.
Het voorgaande leidt er in beginsel dan ook toe dat niet is gebleken dat de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde planten niet aan de overeenkomsten hebben beantwoord (artikel 35 CISG) dan wel dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] bij het verkopen en leveren van de aardbei moederplanten op enigerlei wijze onrechtmatig heeft gehandeld. Ook voor eventuele andere bacteriën, schimmels en virussen die de Indonesische quarantainedienst en Relab den Haan op het monstermateriaal van de geleverde aardbei moederplanten en frambozen productieplanten hebben aangetroffen en die op grond van bijlage 2 niet of slechts zeer minimaal op EE klasse frambozen- en aardbeienplanten aanwezig mochten zijn, geldt in gelijke zin hetgeen hiervoor is overwogen.
5.29.
Voor zover PTSL heeft betoogd dat de geleverde aardbei moederplanten niet EE klasse waren gecertificeerd, nu [gedaagde conventie/eiseres reconventie] nimmer de vereiste certificaten als bedoeld in artikel 15 lid 1 van het Certificeringsreglement heeft meegezonden, overweegt de rechtbank dat dit betoog niet slaagt. Niet gebleken is dat partijen op enig moment (uitdrukkelijk) zijn overeengekomen dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de Naktuinbouw certificaten zou meezenden. Voor zover PTSL deze verplichting op artikel 15 lid 1 van het Certificeringsreglement baseert en zij aan die bepaling rechten kan ontlenen, is de rechtbank van oordeel dat PTSL niet binnen een termijn van twee jaren na de datum waarop de planten feitelijk aan haar zijn afgegeven heeft geklaagd over het feit dat de certificaten niet zijn meegezonden en dat dit door haar als het niet beantwoorden van de aardbei moederplanten aan de overeenkomsten werd gezien. Dat PTSL een dergelijke specifieke klacht aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] heeft geuit valt ook niet uit de e-mailberichten van PTSL van 20 augustus 2015 (2.14) en 7 december 2015 (2.21.) af te leiden. Dit betekent dat PTSL haar rechten op dit punt heeft verloren (artikel 39 lid 2 CISG). Een beroep op artikel 40 CISG kan PTSL niet baten, nu er geen feiten en omstandigheden zijn gesteld waaruit [gedaagde conventie/eiseres reconventie] had moeten afleiden dat het niet meezenden van de certificaten als het niet beantwoorden van de aardbei moederplanten aan de overeenkomsten werd beschouwd. De kernverplichting van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] was immers om gecertificeerde aardbei moederplanten te leveren die aan EE klasse voldeden en volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] was daarvan telkens sprake (zie overweging 5.17).
5.30.
De omstandigheid dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] niet kan aantonen dat de aardbei moederplanten gecertificeerd waren kan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] niet worden tegengeworpen. PTSL heeft het concrete verwijt dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] bij de leveringen certificaten had dienen mee te zenden pas voor het eerst geuit bij dagvaarding. De termijn van de bewaarplicht die [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op grond van artikel 4 lid 1 sub IV van het Certificeringsreglement heeft, was toen ruimschoots verstreken en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] beschikt niet meer over deze certificaten. Dit betekent dat uit het niet meer voorhanden hebben van de certificaten niet de gevolgtrekking kan worden gemaakt dat de aardbei moederplanten niet zijn gecertificeerd dan wel zijn afgekeurd. Het door PTSL gedane beroep op het arrest van de Hoge Raad van 2007 [14] wordt verworpen, omdat het niet (dan wel niet altijd) meezenden van certificaten bij plantmateriaal niet als het in het geheel niet verrichten van een prestatie kan worden beschouwd. De planten zijn immers geleverd, slechts de certificaten ontbraken. Een en ander betekent dat het beroep van PTSL op artikel 36 lid 2 CISG niet opgaat.
5.31.
Voor wat betreft de stelling van PTSL dat als de aardbei moederplanten wel zijn gecertificeerd, de certificering haar geldigheid heeft verloren omdat de planten na certificering niet tijdig zijn verzonden, wordt overwogen dat uit bijlage 8 bij het Certificeringsreglement volgt dat een certificaat zijn geldigheid verliest als niet binnen 10 dagen na de datum van afgifte van het certificaat aflevering plaatsvindt. Gelet op het bepaalde in artikel 6 van het Certificeringsreglement kan alleen met zekerheid voor levering 12 worden vastgesteld dat aflevering niet binnen 10 dagen na de datum van afgifte van het certificaat heeft plaatsgevonden. Hoewel dit in strijd is met hetgeen partijen zijn overeengekomen, leidt dit niet tot toewijzing van enig bedrag gelet op hetgeen onder 5.20 tot en met 5.29. is overwogen. Ook is niet onderbouwd dat er een causaal verband bestaat tussen het verliezen van de geldigheid van een certificaat en de door PTSL gestelde geleden schade.
5.32.
Tot slot wordt over het betoog van PTSL dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] haar op 5 december 2015 een gefalsificeerde rapportage van Relab den Haan van 3 december 2015 heeft gezonden en dat deze handelwijze van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gevolgen dient te hebben voor de bewijslastverdeling, ten overvloede overwogen dat niet is gebleken dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op 5 december 2015 de bijlage bij het door PTSL overgelegde e-mailbericht [15] aan PTSL heeft verzonden. Uit de door PTSL overgelegde rapportage van Digital Investigation van 12 april 2021 is namelijk niet af te leiden dat ook de bijlage “Scan0762.pdf” bij het e-mailbericht van 5 december 2021 op authenticiteit is gecontroleerd. De enkele omstandigheid dat Digital Investigation in de mailboxen geen e-mail heeft gevonden met analyserapport “1512022517” rechtvaardigt niet de conclusie dat er dan vanuit moet worden gegaan dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] bijlage “Scan0762.pdf” heeft gestuurd.
5.33.
De conclusie is dat de vorderingen van PTSL jegens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als verkoper/leverancier van de planten niet kunnen worden toegewezen.
PTSL – Killiberry, Kwekerij De Westerbouwing B.V. en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] (grondslagen 6:162 BW en 6:166 BW)
5.34.
PTSL stelt dat Killiberry, Kwekerij De Westerbouwing B.V. en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als producenten van het geleverde plantmateriaal op grond van artikel 6:162 BW dan wel artikel 6:166 BW aansprakelijk zijn voor de door PTSL geleden schade. Kort samengevat stelt PTSL dat zij gebrekkige planten in het verkeer hebben gebracht dan wel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld, waardoor PTSL schade heeft geleden.
5.35.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. betwist dat Killiberry, Kwekerij De Westerbouwing B.V. en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als producenten van het aan PTSL geleverde plantmateriaal zijn aan te merken. Ook betwisten zij dat sprake is van enige aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW dan wel artikel 6:166 BW.
5.36.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dient ook hier de conclusie te zijn dat niet gebleken is dat gebrekkige planten in het verkeer zijn gebracht dan wel dat er anderszins onrechtmatig is gehandeld. Daarbij komt ook dat PTSL, tegenover de betwisting van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s., geen concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat Killiberry dan wel [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als producenten van het door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan PTSL geleverde plantmateriaal dienen te worden aangemerkt. Het enkele feit dat in het uittreksel van de Kamer van Koophandel staat dat Killiberry zich bezighoudt met ‘de handel in planten, teelt en productie van klein fruit’ is daartoe onvoldoende. Ook voor [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zijn geen aanknopingspunten voor die stelling te vinden. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] is de leverancier en de verkoper van het plantmateriaal en de grondslagen die in dat kader aan de vorderingen ten grondslag zijn gelegd zijn hiervoor al besproken. Ook treft het betoog dat Kwekerij De Westerbouwing B.V. als producent dient te worden aangemerkt, geen doel. Niet in geschil is immers dat v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing de producent van het aan PTSL geleverde plantmateriaal is geweest. Het feit dat v.o.f. Kwekerij De Westerbouwing in 2019 in Kwekerij De Westerbouwing B.V. is ingebracht, doet aan het voorgaande niet af, aangezien PTSL stelt dat zij nimmer met schuld- en/of contractsovername door Kwekerij De Westerbouwing B.V. heeft ingestemd. Dit betekent dat ook deze vorderingen van PTSL niet kunnen worden toegewezen.
PTSL – [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als adviseur (grondslagen 6:162 BW en 6:74 BW)
5.37.
PTSL stelt verder dat tussen haar en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] (in de persoon van [gedaagde in conventie 1] ) een adviesrelatie heeft bestaan en dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] in die hoedanigheid onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld dan wel niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk zorgvuldig handelend adviseur mag worden verwacht. PTSL stelt dat zij op basis van de adviezen van [gedaagde in conventie 1] de planten voor haar vermeerderings- en productieprogramma’s heeft gebruikt, en dat dit tot veel sterfte en slechte oogsten heeft geleid. Achteraf waren de door [gedaagde in conventie 1] gegeven advies onjuist dan wel onvolledig. PTSL is dan ook van mening dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op grove wijze de gerechtvaardigde belangen van PTSL heeft veronachtzaamd en ondergeschikt heeft gemaakt aan haar eigen belang. Deze handelwijze is volgens PTSL als onrechtmatig dan wel onzorgvuldig aan te merken.
5.38.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] betwist dat tussen haar en PTSL een adviesrelatie heeft bestaan. Mocht de rechtbank daar anders over oordelen, dan meent [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat PTSL de omvang van de adviesrelatie en de contractuele verplichtingen die voor [gedaagde conventie/eiseres reconventie] daaruit voortvloeiden onvoldoende heeft onderbouwd. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] voert aan dat zij altijd naar eer en geweten heeft gehandeld en dat zij daarbij open en transparant is geweest. Zij had daarbij ook belang, nu een aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gelieerde entiteit, namelijk Killiberry, indirect aandeelhouder van PTSL was. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] betoogt dat zij vanuit die positie sturing heeft proberen te geven aan de teelt op de tuinderij van PTSL. Verder voert [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aan dat zij alleen advieskosten in rekening heeft gebracht die gemaakt werden bij de bezoeken van [gedaagde in conventie 1] aan de tuinderij van PTSL. Deze gefactureerde bedragen heeft PTSL echter vanaf 2013 onbetaald gelaten. Tot slot merkt [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op dat het voor haar onduidelijk is welke gevolgen de door PTSL gestelde adviezen van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] voor de oogsten van PTSL hebben gehad. Volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] staat niet vast dat haar adviezen tot enige schade hebben geleid.
5.39.
Overwogen wordt dat voldoende is komen vast te staan dat tussen PTSL en [gedaagde conventie/eiseres reconventie] een adviesrelatie heeft bestaan. Uit de weergegeven feiten volgt dat partijen veelvuldig zaken met elkaar deden en dat [gedaagde in conventie 1] daarbij op trad als deskundige/adviseur op het gebied van het veredelen en telen van zacht fruitgewassen. Dit leidt de rechtbank af uit diverse e-mailcorrespondentie waarin [gedaagde in conventie 1] PTSL desgevraagd van informatie voorziet over de wijze van telen van de aardbei moederplanten en uit het feit dat [gedaagde in conventie 1] in de jaren 2013 tot en met 2016 met regelmaat de tuinderij van PTSL bezocht en deze bezoeken via [gedaagde conventie/eiseres reconventie] bij PTSL in rekening bracht onder de noemer ‘consultancywerkzaamheden’.
5.40.
De vraag is echter of [gedaagde in conventie 1] ( [gedaagde conventie/eiseres reconventie] ) in de hoedanigheid van adviseur onrechtmatig dan wel onzorgvuldig jegens PTSL heeft gehandeld. De verwijten die PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] maakt, zullen hierna besproken worden.
5.41.
Ten eerste verwijt PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat zij (welbewust) niet aan PTSL heeft medegedeeld dat de aardbei moederplanten niet in Rossum werden geteeld, maar in [locatie betrokken partij 2] . Zoals reeds in 5.11 is overwogen, slaagt dit verwijt niet. Niet gebleken is dat partijen zijn overeengekomen dat de aardbei moederplanten in Rossum zouden worden geteeld, dan wel dat er in [locatie betrokken partij 2] onprofessioneel werd geteeld, dan wel dat de oorzaak van de sterfte van de geleverde aardbei moederplanten bij [gedaagde conventie/eiseres reconventie] lag.
5.42.
Ten tweede verwijt PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat zij (welbewust) heeft volgehouden dat de afkeuringen van de planten door de Indonesische quarantainedienst niet aan de teeltomstandigheden in Nederland lagen, maar aan de lokale omstandigheden in Indonesië. Anders dan PTSL meent, kan dit, voor zover het als een advies moet worden aangemerkt, niet per definitie als onjuist of als een ondeugdelijk advies worden aangemerkt dat niet van redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot had behoeven te worden verwacht. In deze zaak gaat het immers om de levering van levende planten waarbij klimaatomstandigheden een grote invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de planten.
5.43.
Ten derde verwijt PTSL dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de deskundigheid van de Indonesische quarantainedienst in twijfel heeft getrokken. Voor zover dit verwijt juist mocht zijn, overweegt de rechtbank dat een causaal verband tussen dit handelen en de door PTSL gestelde geleden schade ontbreekt.
5.44.
Ten vierde verwijt PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat zij (welbewust) niet heeft geadviseerd om nader onderzoek te doen naar de mogelijke oorzaak van de sterfte. Ook dit is niet gebleken. Zowel [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als PTSL hebben Relab den Haan meermalen opdracht gegeven om DNA-multiscans te laten uitvoeren op monstermateriaal dat afkomstig was van de geleverde aardbei moederplanten. Uit de rapportages van Relab den Haan volgt ook dat in het aangeleverde monstermateriaal sporen van (onder meer) de schimmels Rhizoctonia en Fusarium zijn aangetroffen. Dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] PTSL ten onrechte zou hebben voorgehouden dat deze schimmels niet bezwaarlijk waren en eenvoudig te verhelpen en dat planten daarom in de vermeerderings- en productieprogramma’s konden worden gebruikt, heeft – indachtig hetgeen onder 5.27 is overwogen – evenmin als een onjuist advies te gelden. Er waren immers middelen beschikbaar waarmee de schimmels mogelijkerwijs konden worden bestreden.
5.45.
Ten vijfde verwijt PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat zij heeft nagelaten PTSL er op te wijzen dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] een tegenstrijdig belang heeft, omdat de geleverde planten door een aan haar gelieerde entiteit werden geteeld. Ook dit verwijt slaag niet omdat PTSL er altijd van op de hoogte is geweest dat de planten afkomstig waren van een aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gelieerde entiteit.
5.46.
Ten zesde verwijt PTSL [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat zij PTSL niet heeft geadviseerd om bij de leverancier/verkoper de Naktuinbouw certificaten op te vragen. Ook dit verwijt kan niet tot enige aansprakelijkheid aan de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] leiden. Ook als er vanuit wordt gegaan dat dit verwijt doel treft, dan bestaat er geen causaal verband tussen het ontbreken van de certificaten en de door PTSL gestelde geleden schade. Dit nog daargelaten dat PTSL die certificaten eigener beweging had kunnen opvragen. Voorgaande geldt ook voor het zevende verwijt dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zou hebben nagelaten PTSL te attenderen op de verantwoordelijkheid die de leverancier heeft erop toe te zien dat bij de afgifte van de fytosanitaire certificaten op de juiste door de Indonesische quarantainedienst verboden organismen wordt gecontroleerd. Uit overweging 5.13 volgt dat niet gebleken is dat bij de afgifte van de fytosanitaire certificaten niet op de juiste door de Indonesische quarantainedienst verboden organismen is gecontroleerd.
5.47.
Tot slot verwijt PTSL dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de rapportage van 3 december 2015 heeft gefalsificeerd. Ook dit is niet gebleken. De rechtbank verwijst in dat kader naar hetgeen in 5.32 is overwogen.
5.48.
De conclusie is dan ook dat de vorderingen van PTSL jegens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] als adviseur worden afgewezen, nu niet gebleken is dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] in die rol op enigerlei wijze onrechtmatig heeft gehandeld dan wel tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de adviesovereenkomst.
PTSL – [holding] en [gedaagde in conventie 1] als (in)direct bestuurders van [gedaagde conventie/eiseres reconventie]
5.49.
PTSL stelt verder dat [holding] en [gedaagde in conventie 1] als (in)direct bestuurders van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] aansprakelijk zijn voor de geleden schade. [holding] is in deze procedure niet gedagvaard zodat reeds daarom tegen haar geen vordering kan worden toegewezen. Ook volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen niet dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] in de kooprelatie en/of de adviesrelatie onrechtmatig heeft gehandeld dan wel tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Aan de vraag of ten aanzien van [gedaagde in conventie 1] sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid, wordt niet toegekomen. De rechtbank zal deze vorderingen daarom afwijzen.
PTSL – [gedaagde in conventie 2]
5.50.
PTSL stelt dat [gedaagde in conventie 2] als (voormalig) vennoot van v.o.f. Kwekerij Westerbouwing ook aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Overwogen wordt [gedaagde in conventie 2] wel als gedaagde partij is gedagvaard, maar dat is nagelaten om jegens haar een vordering in te stellen. De rechtbank zal deze rechtsverhouding daarom onbesproken laten.
Proceskosten in conventie
5.51.
PTSL zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Anders dan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. betoogt, ziet de rechtbank geen aanleiding om PTSL in de werkelijk gemaakte proceskosten van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. te veroordelen. Een vordering tot veroordeling in de werkelijke proceskosten kan voor toewijzing in aanmerking komen indien de aangesproken partij misbruik van procesrecht heeft gemaakt of onrechtmatig heeft gehandeld door een procedure aan te vangen. De strikte maatstaf voor onrechtmatig procederen is (mede) ingegeven door de in art. 241 Rv voorziene exclusiviteit van de forfaitaire proceskostenregeling. Daarvan is sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. De rechtbank is, gelet op al hetgeen hiervoor is besproken, van oordeel dat daarvan in het onderhavige geval geen sprake is. Niet gezegd kan worden dat PTSL haar vorderingen heeft gebaseerd op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Dit betekent dat PTSL in de forfaitaire proceskosten van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. zal worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. worden in conventie begroot op:
- betaald griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
1.495,00(2,5 punt × factor 1,0 × tarief € 598,00)
Totaal € 2.151,00
5.52.
De gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna te melden.
Kern van het geschil in reconventie
5.53.
[gedaagde conventie/eiseres reconventie] vordert in reconventie betaling van onbetaald gelaten facturen over de periode 2010 tot en met 2016 ten bedrage van € 362.037,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. De onbetaald gelaten facturen zien volgens [gedaagde conventie/eiseres reconventie] op de door haar ten behoeve van PTSL verrichte diensten en geleverd plantmateriaal en op vergoeding van gemaakte (on)kosten. De hoofdsom is als volgt opgebouwd:
2010/2011: € 86.127,57
2012: € 33.949,46
2013: € 78.444,70
2014: € 83.446,12
2015: € 21.668,61
2016: € 58.500,66
Totaal: € 362.037,12
5.54.
PTSL voert tegen de reconventionele vordering gemotiveerd verweer. Het meest verstrekkende verweer van PTSL is dat (een deel van) de vorderingen is/zijn verjaard. Ook beroept zij zich op verrekening, opschorting dan wel koopprijsvermindering ex artikel 50 CISG. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
5.55.
Het Weens Koopverdrag kent geen bepaling over verjaring. De vragen hoe lang de verjaringstermijn is, hoe men de verjaring kan stuiten en wat de gevolgen van verjaring zijn, dienen dan ook beantwoord te worden naar nationaal recht, in dit geval Nederlands recht (zie overweging 5.2.).
5.56.
In het Nederlands recht geldt dat een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden (artikel 3:307 BW) en dat het stuiten van de verjaring kan door een daad van rechtsvervolging (3:316 BW), door aanmaning of mededeling (3:317 BW) of door erkenning (3:318 BW).
5.57.
Overwogen wordt dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] haar reconventionele vordering voor het eerst bij eis in reconventie van 17 februari 2021 heeft ingesteld en dat zij daarvoor alleen een brief op 29 maart 2017 heeft gezonden waarin zij aanspraak maakt op betaling van dit bedrag (zie overweging 2.41.) Overwogen wordt dat deze brief als een stuitingshandeling kan worden aangemerkt, nu [gedaagde conventie/eiseres reconventie] zich in deze brief ondubbelzinnig het recht op nakoming voorbehoudt. De eerdere e-mailberichten van 26 juni 2014 [16] en 4 februari 2015 [17] die door een medewerkster van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] , [betrokkene 6] , zijn gestuurd, kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet als zodanig worden aangemerkt. Het e-mailbericht van 26 juni 2014 betreft een berekening van de aandelenverhouding en in het e-mailbericht van 4 februari 2015 wordt alleen verwezen naar een bijgaand overzicht waaruit de hoogte van de openstaande facturen blijkt. Dit zijn geen schriftelijke aanmaningen en ook geen schriftelijke mededelingen waarin een voldoende duidelijke waarschuwing aan PTSL is gegeven dat zij na het verstrijken van de verjaringstermijn er rekening mee moet houden dat zij de beschikking houdt over gegevens en bewijsmateriaal, opdat zij zich tegen een dan nog mogelijkerwijs ingestelde rechtsvordering behoorlijk kan verweren (artikel 3:317 lid 1 BW). Ook is niet gebleken dat de rechtsvordering tot nakoming door erkenning is gestuit. Anders dan door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] betoogt, is niet gebleken dat PTSL de openstaande facturen heeft erkend als bedoeld in artikel 3:318 BW. Tussen partijen bestond juist discussie over de kwaliteit van de geleverde planten. Daarnaast kan uit de enkele omstandigheid dat PTSL de door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gezonden facturen in haar jaarstukken heeft opgenomen niet de gevolgtrekking worden gemaakt dat sprake is van een erkenning die de verjaring stuit. Dit betekent dat de rechtsvordering tot nakoming pas op 29 maart 2017 voor het eerst is gestuit. Dit brengt mee dat alle opeisbare facturen van vóór 29 maart 2012 zijn verjaard en niet kunnen worden toegewezen. Gelet op de overzichten die als producties 9 en 14 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie zijn overgelegd, betekent dit dat een bedrag
€ 86.141,24 is verjaard:
Factuurnr
Factuurdatum [18]
Gefactureerde bedrag
Openstaande
bedrag
2110007
25-01-2011
6.722,21
3.126,79
2110010
31-01-2011
2.441,00
2.441,00
2110027
26-02-2011
6.392,48
6.392,48
2110046
16-03-2011
27.751,10
3.076,17
2110096
15-04-2021
9.507,25
9.507,25
2110140
31-05-2021
2.362,50
2.362,50
2110153
27-06-2011
3.470,00
3.470,00
2110189
28-07-2011
17.644,50
17.644,50
2110191
04-08-2011
9.336,50
9.336,50
2110208
22-08-2011
1.604,50
1.604,50
2110214
29-08-2011
19.759,04
19.759,04
2110226
17-09-2011
4.252,50
4.252,50
2110231
11-10-2011
3.154,34
3.154,34
2120029
05-03-2012
11.215,50
13,67
86.141,24
5.58.
Het betoog van PTSL dat een hoger bedrag dan € 86.141,24 van het totaal gevorderde bedrag van € 362.037,00 is verjaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken. PTSL is in haar berekening zoals weergegeven in randnummer 9.3. van de conclusie van antwoord in reconventie uitgegaan van de oorspronkelijke gefactureerde bedragen, terwijl [gedaagde conventie/eiseres reconventie] van lagere openstaande bedragen is uitgegaan omdat op de oorspronkelijke factuurbedragen door PTSL in 2011 en 2012 verrichte betalingen in mindering zijn gebracht. Partijen verschillen dan ook eigenlijk niet van mening over de vraag welke facturen vóór 29 maart 2012 opeisbaar waren.
5.59.
Het voorgaande leidt er toe dat een bedrag van € 275.895,76 aan openstaande, onbetaalde en niet verjaarde facturen in beginsel toewijsbaar is. Overwogen wordt dat het beroep op opschorting, verrekening en koopprijsvermindering geen nadere bespreking behoeft, nu uit hetgeen in conventie is overwogen volgt dat de schadeclaim van PTSL wordt afgewezen. Voor zover PTSL een beroep op dwaling heeft gedaan in verband met de veronderstelling dat de teelt vanuit Rossum zou plaatsvinden, gaat dit beroep, onder verwijzing naar hetgeen in 5.11 is overwogen, niet op.
Rente? Toepasselijkheid Plantum-voorwaarden?
5.60.
Over het toe te wijzen bedrag van € 275.895,76 vordert [gedaagde conventie/eiseres reconventie] de contractuele rente van 1% per maand dan wel de wettelijke handelsrente, te berekenen over de daarin begrepen factuurbedragen vanaf 2 weken na factuurdatum tot aan de dag van volledige betaling. Voor wat betreft de contractuele rente beroept zij zich op de Plantum-voorwaarden die volgens haar op de tussen partijen gesloten overeenkomsten van toepassing zijn. Dit laatste wordt door PTSL betwist. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
5.61.
De vraag naar de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is niet expliciet in het Weens Koopverdrag geregeld. Op grond van artikel 7 lid 2 CISG worden vragen over de door dit verdrag geregelde onderwerpen die hierin niet uitdrukkelijk zijn beslist, opgelost aan de hand van de algemene beginselen waarop het verdrag berust en slechts bij gebreke daarvan in overeenstemming met het krachtens de regels van internationaal privaatrecht toepasselijke recht. De vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn dient daarom beantwoord te worden aan de hand van de bepalingen in het Weens Koopverdrag over de totstandkoming van overeenkomsten uitgelegd aan de hand van de beginselen van het verdrag (vgl. HR 28 januari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR4837). Behalve op hetgeen is bepaald in artikelen 8 en 9 over verklaringen respectievelijk gewoonten, komt het daarbij aan op de bepalingen van deel II (Totstandkoming van de overeenkomst), waarvan de kern wordt gevormd door artikelen 14 (aanbod) en 18 (aanvaarding).
5.62.
Dit samenstel van regels brengt mee dat algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst als partijen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst uitdrukkelijk of stilzwijgend met het incorporeren van die voorwaarden in de overeenkomst hebben ingestemd én de wederpartij van de gebruiker van die voorwaarden een redelijke gelegenheid heeft gehad van die voorwaarden kennis te nemen. De rechtbank verwijst naar de opinie van de CISG Advisory Council: CISG-AC Opinion No. 13 Inclusion of Standard Terms under the CISG, en sluit zich daarbij aan (vgl. Hof Den Haag 22 april 2014, ECLI:NL:GHDA:2014:1341). De CISG Advisory Council is een privé-initiatief tot stand gebracht en samengesteld uit vooraanstaande deskundigen op het terrein van het internationaal commercieel recht en stelt zich ten doel uniforme interpretatie van het Weens Koopverdrag te bevorderen. In dat kader verstrekt zij (onder meer) gezaghebbende opinies over de uniforme toepassing en interpretatie van het verdrag. Volgens voornoemde opinie wordt een partij geacht een redelijke gelegenheid te hebben gehad om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, indien:
de algemene voorwaarden gevoegd zijn bij het document dat is gebruikt bij de totstandkoming van de overeenkomst of geprint zijn op de achterzijde van dat document;
de algemene voorwaarden beschikbaar zijn voor partijen in elkaars aanwezigheid op het moment van de onderhandelingen over de overeenkomst;
in het geval van elektronische communicatie, de algemene voorwaarden beschikbaar en elektronisch opvraagbaar gemaakt zijn door die partij en toegankelijk zijn voor die partij op het moment van de onderhandelingen over de overeenkomst;
partijen eerder overeenkomsten gesloten hebben waarop dezelfde algemene voorwaarden van toepassing waren.
Volgens de opinie van de CISG Advisory Council kunnen algemene voorwaarden niet van toepassing worden verklaard ná sluiting van de overeenkomst, tenzij er tussen partijen wilsovereenstemming bestaat om de overeenkomst wijzigen.
5.63.
Niet ter discussie staat dat partijen geen schriftelijke, maar mondelinge overeenkomsten hebben gesloten. Gelet op de inhoud van de overgelegde processtukken en het verhandelde ter zitting is voor de rechtbank niet vast te stellen of de Plantum-voorwaarden voorafgaand of tijdens het sluiten van de overeenkomsten op de overeenkomsten van toepassing zijn verklaard of dat deze voorwaarden aan PTSL ter beschikking zijn gesteld. Voor zover [gedaagde conventie/eiseres reconventie] betoogt dat PTSL facturen heeft ontvangen met op de achterzijde de Plantum-voorwaarden afgedrukt en dat daaruit volgt dat de Plantum-voorwaarden op de transacties van toepassing waren, overweegt de rechtbank dat dit, tegenover de gemotiveerde betwisting van PTSL, niet is gebleken. De stelling van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] dat de inklaringsagent van PTSL facturen nodig had om de planten in te klaren, maakt evenmin dat daaruit kan worden afgeleid dat die facturen ook PTSL hebben bereikt. Tot 22 maart 2016 ontbrak bovendien een verwijzing naar de toepasselijkheid van de Plantum-voorwaarden op de voorzijde van de overgelegde facturen. De omstandigheid dat [gedaagde conventie/eiseres reconventie] vanaf 22 maart 2016 wel op de voorzijde van haar facturen een verwijzing naar de toepasselijkheid van de Plantum-voorwaarden heeft opgenomen maakt evenmin dat de voorwaarden op nadien gesloten transacties (opvolgende overeenkomsten) van toepassing zijn geworden. Gelet op de gebruikelijke handelwijzen van partijen is een enkele verwijzing naar de Plantum-voorwaarden op een factuur namelijk onvoldoende om een eerder bestaand gebruik (gewoonte) te doorbreken. Dit betekent dat niet is gebleken dat de Plantum-voorwaarden op de tussen partijen gesloten overeenkomsten van toepassing zijn. Dit houdt in dat de gevorderde contractuele rente over de openstaande hoofdsom ook niet op die grond kan worden toegewezen. Aangezien artikel 78 CISG wel regelt dat rente verschuldigd is, maar niet de hoogte van de te vergoeden rente benoemt, ziet de rechtbank op grond van het aanvullende Nederlands recht aanleiding om de wettelijke handelsrente over het openstaande bedrag toe te wijzen vanaf de ingebrekestelling van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] van 29 maart 2017 tot aan de dag van volledige betaling.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.64.
Voor wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten is voldoende gebleken dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die in aanmerking komen voor afzonderlijke vergoeding. [gedaagde conventie/eiseres reconventie] heeft deze kosten in redelijkheid mogen maken. Het door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is echter hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De rechtbank zal in redelijkheid het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten een bedrag van € 3.154,48.
Proceskosten in reconventie
5.65.
PTSL zal in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. worden in reconventie begroot op een bedrag van € 2.645,00 aan salaris advocaat (1 punt x factor 1 x tarief € 2.645,00).
5.66.
De gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna te melden.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt PTSL in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. tot aan dit vonnis begroot op € 2.151,00;
6.3.
verklaart de veroordeling onder 6.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4.
veroordeelt PTSL om aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] te betalen een bedrag van € 275.895,76, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 29 maart 2017 tot aan de dag van volledige betaling;
6.5.
veroordeelt PTSL om aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. te betalen een bedrag van € 3.154,48 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.6.
veroordeelt PTSL in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde conventie/eiseres reconventie] tot aan dit vonnis begroot op € 2.645,00;
6.7.
verklaart de veroordelingen onder 6.4., 6.5. en 6.6. uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in conventie en in reconventie
6.9.
veroordeelt PTSL om aan [gedaagde conventie/eiseres reconventie] c.s. te betalen de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 271,00 in conventie en in reconventie samen aan salaris advocaat, vermeerderd, onder de voorwaarde dat PTSL niet binnen twee weken na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
6.10.
verklaart de veroordeling onder 6.9. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra, mr. P.F.A. Bierbooms en mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2023.

Voetnoten

1.Niet duidelijk is geworden of bij een bestelling in 2016 (levering nr. 20) 5.700 of 7.200 framboos productieplanten zijn geleverd.
2.Met de afgifte van het fytosanitaire certificaat verklaart de keuringsinstantie van het exporterende land aan de overheid in het land van bestemming dat de bijbehorende zending voldoet aan de door dit land van bestemming gestelde fytosanitaire eisen. Het certificaat wordt verstrekt op basis van inspecties die voorafgaand aan de export aan het te verzenden product zijn uitgevoerd.
3.Dit betreft door [gedaagde conventie/eiseres reconventie] geleverde aardbei planten die afkomstig zijn van een leverancier uit de Verenigde Staten
4.Productie 53 dagvaarding.
5.Productie 85 bij dagvaarding.
6.Zie randnummer 2.39. dagvaarding.
7.Randnummer 2.12. en 4.3.1. dagvaarding
8.Het gestelde onrechtmatig handelen ziet alleen op de geleverde aardbei moederplanten.
9.Productie 3 bij conclusie van antwoord en productie 59 bij dagvaarding
10.Randnummer 4.16. conclusie van antwoord
11.Randnummer 4.24. conclusie van antwoord
12.Randnummer 8.3. conclusie van antwoord
13.Productie 86 en 87 dagvaarding.
14.HR 23 maart 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3531.
15.Productie 53 bij dagvaarding.
16.Productie 12 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
17.Productie 13 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
18.Factuurdatum volgens de facturen die als productie 11 bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie zijn overgelegd.