ECLI:NL:RBGEL:2023:2488

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
21-006663-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 21-006663-18. Deze uitspraak betreft de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf die eerder was opgelegd door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 november 2020. De veroordeelde, die op dat moment gedetineerd was in de P.I. [P.I.], had zich niet gehouden aan de voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden, waaronder het melden bij de reclassering en deelname aan een behandeling. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf te gelasten, terwijl de raadsman van de veroordeelde heeft verzocht om deze vordering af te wijzen. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie beoordeeld en geconcludeerd dat de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf reeds was gelast door een eerder vonnis van dezelfde rechtbank. Hierdoor heeft de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
rechtbank
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 21/006663-18
beslissing ex artikel 6:6:21 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer naar aanleiding van de op 11 maart 2022 ingekomen vordering
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [P.I.] .
Raadsman: mr. W.K. Cheng, advocaat in Amsterdam.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 13 april 2023 zijn gehoord:
- de veroordeelde,
- de raadsman van veroordeelde,
- namens Polikliniek Iriszorg Nijmegen, [naam] ;
- de officier van justitie.

2.De feiten

De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende stukken:
  • het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 november 2020 waarbij veroordeelde is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit arrest (in persoon) meldt bij Reclassering IrisZorg op het volgende adres: Tarweweg 20, 6534 AM te Nijmegen. Hij dient zich te houden aan de afspraken en aanwijzingen van Reclassering IrisZorg. Dit reclasseringscontact dient ter continuering van het reclasseringscontact dat reeds plaatsvindt in het kader van de strafzaak met parketnummer 05-223618-18 en dat naar verwachting in februari 2021 afloopt; -
  • zich laat behandelen en/of begeleiden door forensische polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering. Verdachte dient zich daarbij te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, ook wanneer dit inhoudt dat hij moet deelnemen aan een psychologisch onderzoek. Verdachte staat reeds op de wachtlijst voor een behandeling, inhoudende een agressieregulatie-training bij Kairos, in het kader van de strafzaak met parketnummer 05-223618-18. Het hof is van oordeel dat de behandelplicht in die strafzaak en de behandelplicht in onderhavige strafzaak in elkaar kunnen overlopen;
- een advies tenuitvoerlegging van IrisZorg van 28 februari 2022 waarin wordt gerapporteerd dat veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering;
- het evaluatieverslag van IrisZorg van 12 december 2022;
- het proces-verbaal van aanhouding van 20 april 2022.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.

4.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht de vordering af te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

Bij vonnis van heden van deze rechtbank is de tenuitvoerlegging gelast van de bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 november 2020 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee maanden. Gelet hierop zal het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging, nu deze vordering reeds ten uitvoer is gelegd.

6.De beslissing

De rechtbank:
verklaarthet Openbaar Ministerie
niet-ontvankelijkin de vordering tot tenuitvoerlegging.
Deze beslissing is gegeven door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. A. Bonder en mr. P. Verkroost, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 april 2023.