Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Oosterbeek, in de gemeente Renkum, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Arnhem en/of gaande in de richting van Doorwerth, daarmede rijdende over de weg, de Klingelbeekseweg, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte
- terwijl hij ter plaatse zeer bekend is en/of
- terwijl de laagstaande zon al enige tijd het zicht op het voor de verdachte gelegen weggedeelte belemmerde, althans in het gezicht van verdachte scheen, en/of
- terwijl over enige afstand en/of gedurende enige tijd meerdere bromfietsen (snorfietsen) hem tegemoet kwamen rijden,
- zich niet of in onvoldoende mate heeft overtuigd of uit tegenovergestelde richting verkeer over die weg (de Klingelbeekseweg) naderde en/of
- ter hoogte van een aan de linkerzijde van die weg gelegen inrit (vanuit het perspectief van verdachte) naar links is afgeslagen, teneinde deze inrit (naar een bedrijfsterrein) op/in te rijden, zijnde een bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of
- (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg en/of het verkeer ter plaatse kon overzien en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of het gestelde in artikel 18 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 naar links is afgeslagen, teneinde voornoemde inrit op/in te rijden, waarbij hij, verdachte, een hem over dezelfde weg (Klingelbeekseweg) tegemoetkomende bestuurster van een bromfiets (snorfiets) niet voor heeft laten gaan en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, de hem toen dicht genaderd zijnde bromfiets (snorfiets) en/of de bestuurster van die bromfiets (snorfiets),
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
- terwijl hij ter plaatse zeer bekend is en/of
- terwijl de laagstaande zon al enige tijd het zicht op het voor de verdachte gelegen weggedeelte belemmerde, althans in het gezicht van verdachte scheen, en/of
- terwijl over enige afstand en/of gedurende enige tijd meerdere bromfietsen (snorfietsen) hem tegemoet kwamen rijden,
- ter hoogte van een aan de linkerzijde van die weg gelegen inrit (vanuit het perspectief van verdachte) naar links is afgeslagen, teneinde deze inrit (naar een bedrijfsterrein) op/in te rijden, zijnde een bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of
- (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg en/of het verkeer ter plaatse kon overzien en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of het gestelde in artikel 18 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 naar links is afgeslagen, teneinde voornoemde inrit op/in te rijden, waarbij hij, verdachte, een hem over dezelfde weg (Klingelbeekseweg) tegemoetkomende bestuurster van een bromfiets (snorfiets) niet voor heeft laten gaan en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, de hem toen dicht genaderd zijnde bromfiets (snorfiets) en/of de bestuurster van die bromfiets (snorfiets),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Oosterbeek, gemeente Renkum, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 270 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
- het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 36 en 37;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 januari 2023.
3.De bewezenverklaring
hij op
of omstreeks4 maart 2022 te Oosterbeek, in de gemeente Renkum,
in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van Arnhem en
/ofgaande in de richting van Doorwerth, daarmede rijdende over de weg, de Klingelbeekseweg,
zeer, althansaanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte
- terwijl hij ter plaatse zeer bekend is en
/of- terwijl de laagstaande zon
al enige tijd het zicht op het voor de verdachte gelegen weggedeelte belemmerde, althansin het gezicht van verdachte scheen, en
/of- terwijl over enige afstand en
/ofgedurende enige tijd meerdere bromfietsen (snorfietsen) hem tegemoet kwamen rijden, en
- zich niet of in onvoldoende mate heeft overtuigd of uit tegenovergestelde richting verkeer over die weg (de Klingelbeekseweg) naderde en
/of- ter hoogte van een aan de linkerzijde van die weg gelegen inrit (vanuit het perspectief van verdachte) naar links is afgeslagen, teneinde deze inrit (naar een bedrijfsterrein) op/in te rijden, zijnde een bijzondere manoeuvre, als bedoeld in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en
/of- (daarbij) in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg en
/ofhet verkeer ter plaatse kon overzien en
/of- in strijd met het gestelde in artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en
/ofhet gestelde in artikel 18 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 naar links is afgeslagen, teneinde voornoemde inrit op/in te rijden, waarbij hij, verdachte, een hem over dezelfde weg (Klingelbeekseweg) tegemoetkomende bestuurster van een bromfiets (snorfiets) niet voor heeft laten gaan en
/of- is gebotst tegen
, althans in aanrijding is gekomen met,de hem toen dicht genaderd zijnde bromfiets (snorfiets) en
/ofde bestuurster van die bromfiets (snorfiets),
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,
eerste oftweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
hij op
of omstreeks4 maart 2022 te Oosterbeek, gemeente Renkum, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 270 microgram,
in elk geval hoger dan 220 microgram,alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
taakstraf voor de duur van 160 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
12 maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit.