Wat vindt de rechtbank
9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht meer heeft op een uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 29 november 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 29 november 2021 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht meer heeft op een WIA-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
11. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Zij heeft eiseres gezien en onderzocht op een spreekuur en de door eiseres ingebrachte medische informatie meegewogen in haar beoordeling. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling.
12. Dat de verzekeringsarts B&B onvoldoende informatie heeft opgevraagd bij de behandelend medisch specialisten, zoals eiseres aanvoert, is geen reden om te oordelen dat het onderzoek ontoereikend is geweest. Uit de rapportage van de verzekeringsarts B&B van 10 januari 2022 blijkt immers dat zij de door eiseres in bezwaar overgelegde informatie van de behandelend sector heeft betrokken bij haar heroverweging. De verzekeringsarts B&B heeft deze informatie kenbaar in de oordeelsvorming verwerkt. Ook heeft zij een eigen medisch onderzoek uitgevoerd waarna de FML op een aantal punten is aangepast. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
13. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 29 november 2021 in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd.
14. Eiseres stelt dat het door chronisch aanhoudende klachten voor haar niet mogelijk is om te werken. Haar klachten zijn progressief van aard. Er dient volgens eiseres een beperking te worden opgenomen voor beroepsmatig vervoer, frequent buigen en lopen tijdens werk. Het is voor eiseres niet mogelijk om 300 keer per dag te buigen en zij stelt dat het onjuist is dat zij een half uur achtereen kan lopen. De verzekeringsarts B&B heeft in de FML vastgesteld dat zij tot twee uur verdeeld over de werkdag kan lopen. Dit komt niet overeen met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B in zijn rapport omschrijft. Ook voert eiseres aan dat het uit preventief oogpunt noodzakelijk is dat de duurbelasting verder beperkt wordt.
15. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts B&B voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De verzekeringsarts B&B heeft in haar rapport van 10 januari 2022 gemotiveerd dat eiseres pijnklachten houdt en dat zij bij onderzoek nog steeds waggelend loopt. Beperkingen ten aanzien van zitten, staan en lopen kunnen volgens de verzekeringsarts B&B dan ook aangenomen worden, evenals traplopen. De FML van 13 september 2021 mist volgens haar hierbij een beperking ten aanzien van frequentie en de verzekeringsarts B&B geeft aan dat deze wordt toegevoegd. De beperking bij 5.3 (staan) vervalt, omdat de verzekeringsarts B&B staan tot 15 minuten mogelijk acht, waarbij de mogelijkheid tot verzitten en/of vertreden aanwezig moet zijn, geen gedwongen zithouding zoals pedaalbediening met één been. Volgens de verzekeringsarts B&B is er geen medische reden tot het beperken van zitten tot 5 minuten (dat deed eiseres tijdens het bezwaarspreekuur ook niet). Staan en lopen tijdens het werk mag bij elkaar geteld niet meer dan twee uur per dag voorkomen gezien de belasting die dit voor het bekken geeft. De rechtbank kan deze motivering volgen.
16. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Omdat eiseres haar standpunt, dat zij meer beperkt is dan de verzekeringsarts B&B heeft aangenomen, niet met medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
17. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 29 november 2021.
18. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op
29 november 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
19. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 10 januari 2022 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als postbezorger en schoonmaakster, omdat deze functies haar belastbaarheid overschrijden. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en één reservefunctie) opgeleverd.
- ( sbc-code 315133) Administratief medewerker (document scannen);
- ( sbc-code 315174) Telefonist (centrale), medewerker callcenter inbound);
- ( sbc-code 111180) Productiemedewerker industrie (samenstellen van producten).
- ( sbc-code 315173) Telefonisch verkoper (outbound).
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft in haar rapport en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De rechtbank constateert dat uit het rapport van de arbeidsdeskundige B&B van 27 januari 2022 tevens blijkt dat de arbeidsdeskundige B&B overlegd heeft met de verzekeringsarts B&B en naar aanleiding van dit overleg één van de primair geduide reservefuncties (sbc-code 282102 Bezorger pakketten e.d. (auto)) verworpen heeft, vanwege een te gedwongen houding en pedaalgebruik. De arbeidsdeskundige B&B heeft de knelpunten van de in bezwaar geduide functies beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn voor eiseres. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Eiseres heeft in beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd tegen de arbeidsdeskundige beoordeling. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
21. Eiseres voert aan dat het ziekteverzuimrisico door het UWV is onderschat vanwege haar chronische klachten. Zij doet een beroep op excessief ziekteverzuim en verwijst naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
22. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroepis bij een structureel verzuimrisico van ongeveer 30% dit zodanig excessief dat van een werkgever tewerkstelling van een werknemer niet in redelijkheid kan worden verlangd. Bij de vraag of sprake is van excessief ziekteverzuim komt naast omvang en frequentie van dat verzuim, mede betekenis toe aan factoren zoals voorspelbaarheid, persoonsgebonden aspecten, vervangingsmogelijkheden en de aard van de functies. In het geval van eiseres is niet gebleken dat er een verhoogde kans op ziekteverzuim of excessief ziekteverzuim is. De verzekeringsartsen maken hier geen melding van. Daarbij komt dat eiseres haar stelling dat sprake is van een verhoogd verzuimrisico ook niet heeft onderbouwd met medische informatie.
23. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar chronische klachten en beperkingen niet kan verrichten, omdat sprake is van een verhoogd verzuimrisico is in feite ook gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
24. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 29 november 2021 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 86,49% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 13,51% arbeidsongeschikt is.