Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.DUTCHYARD REAL ESTATE B.V.,
2.
STICHTING DUTCHYARD,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderden Dutchyard Real Estate B.V. en Stichting Dutchyard schadevergoeding van Liander N.V. wegens een niet-tijdige verzwaring van de elektriciteitsaansluiting van een pand dat door Dutchyard was herontwikkeld voor verhuur aan een horeca-onderneming. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De vordering werd afgewezen omdat Dutchyard niet voldoende duidelijkheid had gegeven over de identiteit van de contractspartij en de schadelijdende partij. De rechtbank oordeelde dat Dutchyard niet had voldaan aan de stelplicht, aangezien er geen duidelijke overeenkomst was over wie de contractspartij was en wie de schade had geleden. De rechtbank merkte op dat de vorderingen onvoldoende onderbouwd waren en dat de onduidelijkheid over de betrokken partijen Liander hinderde in haar verweer. De proceskosten werden hoofdelijk aan Dutchyard Real Estate en Stichting Dutchyard opgelegd, die samen € 5.203,00 aan Liander moesten betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van Dutchyard niet konden worden toegewezen, omdat zij niet aan de vereisten voor een schadevergoeding had voldaan.