Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
Voor de dikte van onze vloer (steen en verwerkingsmateriaal) kunnen jullie dan een dikte aanhouden van totaal +/- 32 mm. (…)”
Daar er na het ontstaan van loslatende tegels dilatatievoegen zijn toegepast en wij nog steeds te maken hebben met herhaling van het loslaten van tegels willen wij dit toch schriftelijk kenbaar maken.
Zolang wij geen antwoord hebben op wat hiervan de oorzaak zou kunnen zijn en (buiten gescheurde voegen) wij bij meerdere tegels holle klanken aantreffen, blijft het voor beide partijen een onzekere zaak.
Dat jullie deze tegels voor ons repareren is fijn, maar dat de reparaties die uitgevoerd zijn zichtbaar blijven is vreselijk.
Daar wij van jullie hebben begrepen dat dit helaas niet anders mogelijk is, willen wij vragen naar een totaaloplossing van dit probleem.
Ons voorstel is om een Vloertechnisch Adviesbureau mee te laten kijken op onze eerstvolgende afspraak.
Ik wil graag zelf eerst is langs komen bij jullie zodat ik zelf kan kijken wat er nu precies aan de hand is met de vloer.
Dit wil ik dan ook delen met [aannemer] omdat zij de garantie drager zijn voor de onder vloeren.
Vandaar uit kunnen wij dan kijken of het echt noodzakelijk is om een vloeren adviesbureau in te schakelen? (…)”
cv-ketel.
Verder viel mij op dat eigenlijk al het voegwerk los gescheurd is van de door ons gelegde natuurstenen tegels.
van [gedaagde partij] , toevoeging rechtbank] heeft gelijk qua opbouw van de vloer, ik zat hier fout in, er is wel degelijk een isolatie materiaal gebruikt en daarop is de vloerverwarming aangebracht.
Er zijn enkele tegels omhooggekomen, enkele tegels zijn deels onthecht, er is een tegel gebroken er en er is schade aan diverse voegen ontstaan.
De vloer voldoet op deze wijze niet aan de verwachtingen van een luxe natuursteenvloer.
Er zijn twee tegeldelen verwijderd welke hol klonken, en omhoog waren gekomen.
Hierbij kon de hechting, en de onderliggende lijmlaag en dekvloer worden geïnspecteerd.
De tegelmontage is niet optimaal uitgevoerd door het toepassen van een niet aanbevolen lijm en er zijn enkele plekken met onvoldoende hechting of lijmvulling onder de tegels geconstateerd.
Omdat er geen overbelasting meer verwacht wordt is lokaal tegel- en voegherstel aan te raden met slechts een geringe kans op nieuwe gebreken door gebreken in de dekvloer.
4.Mogelijk oorzaken
De richtlijn (…) geeft aan dat dit niet juist is.
Het ontbreken van onderverdelingen/dilataties in de vloer kan tot gevolg hebben dat de vloer scheurt door belastingen en thermische vervorming.
5.Herstel mogelijkheden
Dankzij de overwegend goede verlijming blijft de vloer goed functioneren, ondanks de verzwakkingen in de dekvloer. Slechts daar waar de hechting van de lijm aan de tegels onvoldoende was, ontstaat schade aan de tegels.
Het is niet zinvol alle tegels te verwijderen die nu goed gehecht zitten.
Omdat er geen overbelasting meer verwacht wordt is (uitsluitend) tegelherstel van de schadetegels en divers voegherstel aan te raden met slechts een geringe kans op nieuwe gebreken door gebreken in de dekvloer.
1. De drie omhooggekomen tegels dienen te worden verwijderd (…).
5.Conclusies en aanbevelingen
5.Conclusie.
De technische oplossing zal zijn : herstel tegelwerk
Als er plaatselijk schade is door scheurvorming, onthechting of hoogteverschil tussen twee naastliggende tegels dan is de oorzaak zeer waarschijnlijk overbelasting.
Als de tegelvoer over het gehele oppervlak los komt, is een gebrekkig verlijming een waarschijnlijke oorzaak en kan er mogelijk toch een gebrek zijn aan de dekvloer, maar de metingen wijzen daar niet op.
Als de tegelvoer wordt gesaneerd en de hechting is niet gebrekkig, dan zal er hoe dan ook schade ontstaan aan de CT-dekvloer die dan ook wordt gesaneerd en dan moet worden hersteld, geheel of plaatselijk met een overlaging als hiervoor beschreven.
Daarna kan de tegelvoer worden aangebracht waarbij een tegellijn C2TE wordt geadviseerd met een geschikte voegmortel. (…)”
3.Evaluatie
5.Reacties van partijen en aanvullende inspectie
46.t/m 52.
(…)
TECHNOCENTRUM adviseert dan de dekvloer tot op de verwarmingsleidingen te verwijderen. Hierop kan dat een 35 tot 40 mm dikke egalisatiemortel worden aangebracht, eventueel met een wapeningsnet.
Daarna kan de tegelvloer worden aangebracht waarbij een tegellijm C2TE wordt geadviseerd met een geschikte voegmortel.
Dit gedeelte is echter niet te herstellen, doch slechts te verwijderen inclusief de vloerverwarming en alle aangebrachte leidingen.
Omdat IACT mijn rapportage en de daarin vermelde oorzaken minutieus heeft onderzocht en in principe bevestigd en niet ontkend, had een conclusie gebaseerd op deze verschillende mogelijkheden logischer geleken.
Hierbij hadden door verschil van inzicht lichte verschuivingen kunnen optreden, maar de verhouding 90% tegelzetter en 10% aannemer komt mij ridicuul en onrechtvaardig over.
(…)
Dat is wat anders dan “wie is verantwoordelijk” vanaf het moment van de dekvloer en leidingen aanbrengen en de gebeurtenissen daarna, waarin verschillende partijen een rol hebben gespeeld, zoals door mij evenwichtig is afgewogen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
betwist dit onder verwijzing naar een verklaring van installateur [installatiebedrijf] en de bevinding van IACT dat het type gebreken niet past bij schade als gevolg van het niet volgen van een opstookprotocol.
3gas is verbruikt, wat kan duiden op ondeugdelijk functioneren van de vloerverwarming. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eisende partij ] echter toegelicht dat de gashaarden zijn aangezet om het vocht van het stucwerk uit de woning te krijgen. Volgens [eisende partij ] is de pomp van de vloerverwarming pas in mei 2019 aangezet en toen waren er al klachten. Deze toelichting van [eisende partij ] heeft [gedaagde partij] niet weersproken. Daarmee komt niet vast te staan dat de vloerverwarming te vroeg en te hoog is aangezet en (mede) oorzaak is van de gebreken aan de natuurstenen vloer.
46. t/m 52.’) waarbij, kort gezegd, de gehele natuurstenen vloer wordt vervangen en hertelwerkzaamheden aan de onderliggende dekvloer moeten worden uitgevoerd waarbij het volgens IACT de vraag is in hoeverre de dekvloer onbeschadigd blijft bij uitname van de tegelvloer (tegel plus lijmlaag). [2] [gedaagde partij] meent dat minder ingrijpend herstel mogelijk is door het plaatselijk vervangen van tegels waarbij [gedaagde partij] aansluiting zoekt bij de rapporten van Van Luijk . Hoewel Van Luijk veel afwegingen van IACT zonder meer kan begrijpen vindt Van Luijk het onbegrijpelijk dat de verantwoordelijkheden van [aannemer] bij het aanbrengen van de dekvloer worden ontkend, ten laste van [gedaagde partij] . De door IACT voorgestelde verhouding 90% tegelzetter en 10% aannemer komt Van Luijk ridicuul en onrechtvaardig over. [3]