In deze zaak heeft eiser, een particulier, een Chevrolet Aveo verkocht aan gedaagde, waarbij een koopcontract is ondertekend. Eiser vordert betaling van € 4.006,89 van gedaagde, die na de aanbetaling van € 750,- en één termijnbetaling van € 300,- geen verdere betalingen heeft gedaan. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er een lagere koopprijs is afgesproken en dat er meer deelbetalingen zijn gedaan. Daarnaast voert hij aan dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen, omdat de kilometerstand onjuist zou zijn en er reparaties nodig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopprijs in het contract € 4.500,- bedraagt en dat gedaagde slechts € 1.050,- heeft betaald. De rechter oordeelt dat gedaagde niet heeft aangetoond dat hij meer heeft betaald en dat de kilometerstand zoals vermeld in het contract onjuist is. De rechter concludeert dat gedaagde nog € 3.250,- aan eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. Eiser heeft ook recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, die tot het wettelijke tarief worden toegewezen. De totale vordering van eiser wordt toegewezen op € 3.700,-, en gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van € 884,20.
Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter M. van Harten op 12 april 2023.