Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
C/05/407607 FZ RK 22-2279 (verdeling)
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek, het verweer tevens zelfstandig verzoek en het verweer daarop
4.De beoordeling
Ten aanzien van de eigen woning hebben we aangegeven dat [naam vrouw] er in blijft wonen, maar dat eigendom en hypotheek op beider namen blijft. Wel willen we de waarde op 1-4-2020 als ijkpunt nemen voor de verdeling en vastleggen dat waardeverandering in de toekomst geen recht geeft op verrekening. Tevens heeft [naam vrouw] het woongenot dus ook de lasten. Dit komt in het geheel niet overeen met de bepalingen in het convenant.” Dat partijen de bedoeling hadden om deze afspraken schriftelijk vast te leggen in een convenant is tussen partijen ook niet in geschil. In dat kader is ook het voorschot van € 13.000,- door de vrouw aan de man voldaan. Het convenant is uiteindelijk niet ondertekend door partijen en uit de e-mailberichten leidt de rechtbank af dat partijen de bedoeling hadden om een zogenoemde package deal te sluiten. In de e-mailberichten wordt namelijk gesproken over een ‘uitkoopbedrag’ en aangezien de hoogte van dit bedrag tussen partijen in geschil was, kan niet zonder meer worden vastgesteld dat er op individuele onderdelen (waaronder de waarde van de woning) daadwerkelijk sprake is van een overeenkomst. Temeer nu de man in zijn e-mailbericht van 1 februari 2021 aangeeft: “
Toch ben ik bereid om alsnog het convenant zoals het er nu ligt te tekenen. Als [naam vrouw] dit afwijst ga ik opnieuw om tafel, maar niet alleen om de waarde van [naam VOF] . Dan gaan alle eerder gemaakte afspraken van tafel en beginnen we helemaal opnieuw.” De vrouw heeft als reactie daarop laten weten dat zij dit convenant niet wilde ondertekenen. Het restant van het voorschot te weten € 5.500,- heeft zij uiteindelijk ook niet overgemaakt naar de man. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de vrouw zich niet kan beroepen op de waarde van de woning zoals partijen destijds bij de mediator hebben besproken en dat er geen sprake is van een (deel)overeenkomst.
ad h) de fiscale vorderingen en schulden.
het voorschot
5.De beslissing
- bepaalt dat de woning aan de [adres] te [woonplaats vrouw] aan de vrouw wordt toegedeeld, onder de voorwaarden dat zij de op de woning rustende hypothecaire geldleningen en het consumptief krediet bij de Rabobank en de Fortis Bank geheel voor haar rekening zal nemen en als eigen schuld zal voldoen en de man zal worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze hypothecaire geldleningen en het consumptief krediet;
- partijen zullen zich wenden tot [naam makelaar] te [plaats] om de huidige waarde van de woning bindend te laten taxeren;
- de vrouw dient op het moment van de notariële levering van de woning aan haar de helft van de overwaarde aan de man te vergoeden (bestaande uit de taxatiewaarde minus de hypothecaire schulden, het consumptief krediet en de notariskosten);
mr. S.P. van der Meer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.