ECLI:NL:RBGEL:2023:3451

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
19 juni 2023
Zaaknummer
05-095196-04
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een TBS-gestelde met één jaar na evaluatie van behandeltraject en recidivegevaar

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 16 juni 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een TBS-gestelde, geboren in 1968, die sinds 2006 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan besloten om de maatregel met één jaar te verlengen. Dit besluit is genomen na een zitting op 2 juni 2023, waar de rechtbank de standpunten van de officier van justitie, de raadsman en deskundigen heeft gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene te maken heeft met verschillende psychische stoornissen, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en een schizofreniespectrumstoornis, en dat er een hoog recidivegevaar bestaat bij beëindiging van de maatregel.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de betrokkene in het verleden baat heeft gehad bij meer vrijheden, zoals onbegeleid verlof, maar dat zijn huidige motivatie en samenwerking met de kliniek ontbreken. De rechtbank heeft de betrokkene de kans gegeven om te laten zien dat hij bereid is om mee te werken aan zijn behandeling en resocialisatie. De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, is genomen met het oog op de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. De rechtbank hoopt dat de betrokkene deze kans aangrijpt om vooruitgang te boeken in zijn behandeltraject.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/095196-04
Datum zitting : 2 juni 2023
Datum uitspraak: 16 juni 2023
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] , hierna: betrokkene,

geboren op [geboortedag] 1968 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in FPC [kliniek] ,
raadsman: mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage.

Procedure

Betrokkene is op 14 april 2006 bij arrest van het Gerechtshof te Arnhem veroordeeld
vanwege het misdrijf poging tot doodslag tot (onder meer) terbeschikkingstelling met bevel
tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 7 juni 2006 en het laatst
verlengd bij beslissing van de rechtbank van 2 juli 2021.
Bij vordering van 20 april 2023, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 12 april 2023, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het rapport van psychiater H. Kondakci, van 13 december 2022, waarin geen advies is uitgebracht vanwege de weigering om mee te werken aan het onderzoek door betrokkene;
  • het rapport van psycholoog I. van Asselt, van 8 december 2022, waarin geen advies is uitgebracht vanwege de weigering om mee te werken aan het onderzoek door betrokkene;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen.
Ter zitting van 2 juni 2023 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester;
- de deskundige T.E. van Kuijk, GZ-psycholoog en hoofd behandeling; en
- de officier van justitie, mr. J.G. Kolkman.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarin volhard.
Zij heeft aangevoerd dat aan de criteria voor verlenging is voldaan. De kliniek heeft een duidelijk plan gemaakt om het resocialisatietraject verder vorm te geven. Daar is zeker twee jaar voor nodig.
De raadsman van betrokkene heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Hij heeft aangevoerd dat betrokkene al lang in de tbs-setting zit en perspectief nodig heeft. Het ontbreekt hem op dit moment aan motivatie, omdat hij het gevoel heeft dat zijn inzet toch geen zin heeft. Hij heeft een stimulans nodig, wat mogelijk een positief effect kan hebben op zijn behandeling.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege een poging tot doodslag
.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd in verband met een veroordeling voor een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat betrokkene lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken en een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis. Ook is sprake van stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis, beide in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving.
Hieruit blijkt dat de risicobepalende stoornissen nog altijd aanwezig zijn.
Verloop van de maatregel
Uit het advies van de kliniek blijkt dat betrokkene in april 2021 is overgeplaatst naar de longcare afdeling [afdeling 1] . Vanwege een conflict met een medepatiënt - dat niet opgelost kon worden en de behandeling in de weg stond - is betrokkene in januari 2022 overgeplaatst naar een inpandige kliniekflat op de longcare afdeling [afdeling 2] . Het verblijf daar verliep aanvankelijk positief, maar er was al snel sprake van spanningen in het contact met het behandelteam. Betrokkene heeft snel het gevoel dat hij wordt tegengewerkt of dat hem onrecht wordt aangedaan, waardoor hij zich benadeeld voelt. Hij uit zich wantrouwend en komt hierdoor meermaals in conflict. Het introspectief vermogen van betrokkene is beperkt, waardoor het hem nauwelijks lukt zijn eigen aandeel in conflicten te zien. Hij is geneigd te externaliseren en vast te houden aan zijn eigen zienswijze. Het lukt hierdoor niet om conflicten op te lossen of zich te herstellen. Naar aanleiding van meerdere incidenten - onder andere dreigementen naar een begeleider - is betrokkene in mei 2022 overgeplaatst naar de reguliere afdeling [afdeling 2] .. Ook op deze afdeling is sprake van oplopende spanning. Het lukt betrokkene wel beter om bij oplopende spanningen rust te nemen op zijn kamer en contact met het team te vermijden om conflicten te voorkomen. Betrokkene ervaart al enige tijd boosheid richting een andere patiënt van [afdeling 1] , hetgeen medio januari 2023 tot een ernstige bedreiging tegen deze patiënt heeft geleid waarvan aangifte is gedaan. Ter zitting is gebleken dat aan deze aangifte verder geen gevolg is gegeven. De verlofmogelijkheden van betrokkene zijn vervolgens ingetrokken en inmiddels is de verlofmachtiging verlopen en zal een nieuwe aanvraag ingediend moeten worden.
De verwachting bestaat dat betrokkene in het behandeltraject geen grote stappen meer zal maken en een langdurig verblijf op een behandelafdeling wordt niet zinvol geacht. Tegelijkertijd speelt mee dat er op dit moment een patiënt zit waar betrokkene moeite mee heeft. Betrokkene ervaart frustraties, die ook begrijpelijk zijn. De kliniek wil graag stappen maken met betrokkene in zijn resocialisatietraject, maar daar is ook zijn input voor nodig. Op dit moment ontbreekt zijn motivatie en inzet.
Het behandelteam wil met betrokkene toch, wanneer de verlofmogelijkheden dat toelaten, weer toewerken richting overplaatsing naar de [instelling 1] . Beoogd wordt om hem op termijn te laten doorstromen naar de transmurale longcare-voorziening [instelling 2] , in de directe nabijheid van de kliniek. Dit traject gaat de nodige tijd kosten en daarom adviseert de kliniek om de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren te verlengen.
Recidivegevaar
Verwacht wordt dat wanneer betrokkene komt tot onbegeleid verlof, hij dat kan inzetten als regulatiemechanisme bij oplopende spanning. Afstand tot de kliniek verlaagt doorgaans de spanning, zoals eerder ook is gemerkt tijdens zijn verloven. Verwacht wordt dat ook in de situatie van onbegeleid verlof het risico op zowel verbaal als fysiek agressief gedrag afneemt, respectievelijk naar een laag tot matig en laag niveau. Zonder het kader van de tbs-maatregel wordt het risico van gewelddadig gedrag nog als hoog ingeschat. Verwacht wordt dat zowel het risico op verbaal als fysiek agressief gedrag - met name op middellange termijn - toeneemt. Het benodigde risicomanagement kan vooralsnog alleen geboden worden binnen het nu geldende justitiële kader.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Uit het advies, en uit de ter terechtzitting door de deskundige gegeven toelichting, blijkt dat de risicobepalende stoornissen nog aanwezig zijn en het recidiverisico hoog is bij directe beëindiging van de maatregel. Verder is gebleken dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene op dit moment niet goed van de grond komen. De verlofmachtiging dient opnieuw te worden aangevraagd, en dat is van belang om de doorstroom naar de [instelling 1] te kunnen bewerkstelligen. Voorheen verliepen begeleide verloven goed en werd toegewerkt naar onbegeleid verlof, dus ondanks de soms wat negatieve houding van betrokkene lijkt dit een haalbare kaart. Daarom zet de kliniek daar ook op in en probeert te zoeken naar manieren om betrokkene te motiveren om mee te werken aan een stap naar buiten. De uitdaging daarbij is om de boosheid van betrokkene over het verleden en de huidige situatie om te buigen naar een positievere blik op de toekomst. Op dit moment zit het vast en komt betrokkene niet verder.
De raadsman heeft verzocht de maatregel met één jaar te verlengen in de hoop dat betrokkene er weer vertrouwen in krijgt dat de kliniek met hem ‘naar buiten wil’ en dat de rechtbank hem de kans geeft om te laten zien dat hij dat zélf ook wil. De rechtbank zal het verzoek inwilligen, met in het achterhoofd de woorden van de raadsman “het moet uit [betrokkene] zelf komen”. Immers, het zal de nodige inzet vergen van betrokkene en hij zal in dat jaar moeten laten zien dat hij – in samenwerking met de kliniek - een stap vooruit wil zetten. Gelet op het advies zal een overplaatsing verder naar buiten naar verwachting ook de spanning en boosheid bij betrokkene doen afnemen, wat het recidiverisico omlaag kan brengen. Over een jaar zal worden geëvalueerd hoe het resocialisatietraject vordert. De rechtbank hoopt dat betrokkene deze kans grijpt en weer in beweging komt met het vizier op de toekomst gericht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. De maatregel zal worden verlengd met een periode van één jaar.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M. Breimer, als voorzitter, mr. M.E. Snijders en mr. F.J.H. Hovens, als rechters in tegenwoordigheid van mr. S.A. Teger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 juni 2023.