ECLI:NL:RBGEL:2023:3619

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
28 juni 2023
Zaaknummer
C/05/418861 / HA ZA 23-204
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en geschil over licentieovereenkomst en onderhoudsovereenkomsten tussen Simuleon B.V. en Stam, Marttin, Ball & Partner B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident en een geschil over een licentieovereenkomst en onderhoudsovereenkomsten tussen de besloten vennootschappen Simuleon B.V. en Stam, Marttin, Ball & Partner B.V. (hierna SMB). SMB heeft in juni 2016 een licentieovereenkomst gesloten met In Summa Innovation B.V. voor het softwareprogramma XFlow, welke overeenkomsten in 2018 aan Simuleon zijn overgedragen. SMB stelt dat de software nooit naar behoren heeft gefunctioneerd en heeft de overeenkomsten in november 2022 buitengerechtelijk vernietigd, met een vordering tot terugbetaling van € 72.619,75. Na een verstekvonnis van 29 maart 2023, waarbij de vorderingen van SMB zijn toegewezen, heeft Simuleon verzet aangetekend. Simuleon betwist partij te zijn bij de overeenkomst en stelt dat de overeenkomsten zijn gesloten met Next Limit Dynamics S.L. en Dassault Systemes SA. In het incident heeft Simuleon een bevoegdheidsincident ingediend, waarbij zij stelt dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren op basis van forumkeuzebedingen in de CLOSA voorwaarden en de algemene voorwaarden van Next Limit.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel Simuleon in het petitum van haar verzetdagvaarding geen incidentele vordering tot onbevoegdverklaring heeft ingesteld, zij dit wel heeft beoogd. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om van het geschil kennis te nemen, omdat Simuleon zich niet kan beroepen op de CLOSA voorwaarden of de algemene voorwaarden van Next Limit. De incidentele vordering van Simuleon is afgewezen en Simuleon is veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft een mondelinge behandeling bevolen om verdere inlichtingen te verkrijgen en de stellingen van partijen nader te onderbouwen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/418861 / HA ZA 23-204
Vonnis in incident van 21 juni 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIMULEON B.V.,
statutair gevestigd te Bruchem, gemeente Zaltbommel en kantoorhoudende te
's-Hertogenbosch,
eiseres in het verzet,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. R.W. de Bruin te Enschede,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STAM, MARTTIN, BAL & PARTNER B.V.,
gevestigd te Glimmen, gemeente Groningen en kantoorhoudende te Haren,
gedaagde in het verzet,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. R.G. Varkevisser te Groningen.
Partijen zullen hierna Simuleon en SMB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank op 29 maart 2023 tussen SMB en Simuleon bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 415855 / HA ZA 23-85;
  • de verzetdagvaardin;
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
SMB stelt dat zij in juni 2016 een licentieovereenkomst en overeenkomsten voor onderhoud en ondersteuning met In Summa Innovation B.V. heeft gesloten voor het softwareprogramma XFlow. In Summa heeft die overeenkomsten in 2018 aan Simuleon overgedragen. Volgens SMB heeft XFlow nooit gewerkt zoals In Summa, en later Simuleon, dit haar hebben voorgehouden. SMB heeft de licentieovereenkomst, en de daarmee verbonden overeenkomsten voor onderhoud en support, daarom in november 2022 buitengerechtelijk vernietigd. In verband met de vernietiging heeft SMB tevens aanspraak gemaakt op terugbetaling door Simuleon van de bedragen die zij op grond van de licentieovereenkomst en de overeenkomsten voor onderhoud en support heeft betaald. Aangezien Simuleon geen medewerking verleende aan terugbetaling, heeft SMB Simuleon in rechte betrokken. Bij inleidende dagvaarding heeft SMB gevorderd om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat de licentieovereenkomst en de overeenkomsten voor onderhoud en ondersteuning tussen SMB en Simuleon buitengerechtelijk zijn vernietigd, althans deze overeenkomsten te vernietigen. Ook heeft SMB gevorderd Simuleon te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van
€ 72.619,75, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast heeft SMB gevorderd Simuleon te veroordelen in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
2.2.
Bij verstekvonnis van 29 maart 2023 in de zaak met zaaknummer / rolnummer 415855 / HA ZA 23-85 heeft de rechtbank de vorderingen van SMB integraal toegewezen. Simuleon is tegen dit vonnis in verzet gekomen. In het verzet vordert Simuleon, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad, haar verzet tegen het verstekvonnis gegrond te verklaren en het vonnis te vernietigen, althans buiten werking te stellen dan wel zodanige uitspraak te doen als de rechtbank juist acht, met veroordeling van SMB in de proceskosten.
2.3.
Aan deze vordering legt Simuleon het volgende ten grondslag. In Summa en Simuleon zijn slechts als agent voor Next Limit Dynamics S.L., de ontwikkelaar van XFlow, en diens rechtsopvolger Dassault Systemes SA opgetreden. De licentieovereenkomst en de overeenkomsten voor onderhoud en ondersteuning zijn dan ook niet tot stand gekomen tussen SMB en In Summa en vervolgens overgedragen aan Simuleon, maar tussen SMB en Next Limit Dynamics en later voortgezet door Dassault.
Simuleon is dus geen partij bij enige overeenkomst met SMB, zodat SMB in haar vorderingen niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Als de rechtbank oordeelt dat Simuleon wel partij is bij een overeenkomst met SMB, heeft SMB niet tijdig over de functionaliteit van XFlow geklaagd, zodat zij haar rechten heeft verwerkt. Ook heeft SMB niet gedwaald bij de totstandkoming van een (eventuele) overeenkomst met Simuleon. SMB kan daarom geen vernietiging van die overeenkomst vorderen. Overigens komt SMB ook geen vordering tot vernietiging toe, omdat die vordering is verjaard, aldus Simuleon.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Ook in het incident stelt Simuleon zich op het standpunt dat zij geen partij is bij een overeenkomst met Simuleon. Simuleon is de licentieovereenkomst en de overeenkomsten voor onderhoud en support met Next Limit aangegaan. Next Limit heeft die overeenkomsten in 2018 overgedragen aan Dassault. Door ondertekening van een End User Order Form (EUOF), dat SMB van Dassault toegezonden had gekregen, heeft SMB met die overdracht ingestemd. In het EUOF staat dat de CLOSA voorwaarden tussen SMB en Dassault van toepassing zijn. Op grond van de CLOSA voorwaarden is de Franse rechter bevoegd om van geschillen tussen SMB en Dassault kennis te nemen. Als de licentieovereenkomst en overeenkomsten voor support en onderhoud niet door Next Limit zouden zijn overgedragen aan Dassault, zijn de algemene voorwaarden van Next Limit nog van toepassing. Op grond van die voorwaarden is de Spaanse rechter bevoegd om kennis te nemen van geschillen van geschillen tussen SMB en Next Limit.
Als de rechtbank oordeelt dat Simuleon wel partij is bij de licentieovereenkomst en/of de overeenkomsten voor onderhoud en ondersteuning, dient de rechtbank zich volgens Simuleon onbevoegd te verklaren. De CLOSA voorwaarden, die van toepassing zijn op de overeenkomsten tussen Dassault en SMB, zijn dan immers ook van toepassing op de contractuele relatie tussen SMB en Simuleon, zodat de Franse rechter bevoegd is. Als de rechtbank oordeelt dat niet de CLOSA voorwaarden, maar de algemene voorwaarden van Next Limit van toepassing zijn op de contractuele relatie tussen SMB en Simuleon, is de Spaanse rechter bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
3.2.
SMB voert verweer. Zij wijst erop dat Simuleon in het lichaam van haar verzetdagvaarding wel een bevoegdheidsincident heeft aangekondigd, maar dat zij in het petitum niet heeft gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaard. Omdat Simuleon dit niet heeft gevorderd, kan de rechtbank zich volgens SMB ook niet onbevoegd verklaren. Ook wijst SMB erop dat Simuleon het bevoegdheidsincident opwerpt onder de voorwaarde dat zij geen partij is bij een met SMB gesloten overeenkomst. De vraag of Simuleon partij is bij een met SMB gesloten overeenkomst vergt een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Daar is een incident niet voor bedoeld. Bovendien heeft SMB wel een overeenkomst met Simuleon gesloten. Simuleon trad immers niet als agent voor Dassault op, maar als ‘reseller’ of als ‘distributor’, en handelde dus voor eigen rekening en risico. Verder voert SMB aan dat Simuleon haar eigen algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard. Simuleon kan zich daarom niet beroepen op het forumkeuzebeding dat in de CLOSA voorwaarden of in de algemene voorwaarden van Next Limit is opgenomen. Als de rechtbank oordeelt dat de CLOSA voorwaarden toch van toepassing zijn op de rechtsbetrekking tussen SMB en Simuleon, doet SMB een beroep op de vernietigbaarheid van het daarin opgenomen forumkeuzebeding.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Hoewel Simuleon in het petitum van haar verzetdagvaarding geen incidentele vordering tot onbevoegdverklaring heeft ingesteld, heeft Simuleon dit blijkens haar stellingen in het lichaam van de verzetdagvaarding wel beoogd. SMB heeft dat ook als zodanig begrepen, zo blijkt althans uit het verweer in haar conclusie van antwoord in het incident. De rechtbank zal hierna dan ook beoordelen of zij bevoegd is om van het geschil tussen SMB en Simuleon kennis te nemen.
4.2.
Als Simuleon geen partij is bij een overeenkomst met SMB, zoals Simuleon stelt, is de rechtbank bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen. In dat geval kan Simuleon zich immers niet op de CLOSA voorwaarden of de algemene voorwaarden van Next Limit beroepen, zodat zij zich ook niet kan beroepen op de daarin opgenomen forumkeuzebedingen.
4.3.
Als Simuleon wel partij is bij een overeenkomst met SMB, is de rechtbank bevoegd om van het geschil tussen SMB en Simuleon kennis te nemen, tenzij partijen daarover iets anders hebben afgesproken. Simuleon stelt in dit kader dat SMB het EUOF, dat SMB van Dassault toegezonden had gekregen, heeft ondertekend en dat SMB de toepasselijkheid van de CLOSA voorwaarden en het daarin opgenomen forumkeuzebeding voor de Franse rechter daarmee heeft geaccepteerd. Daarbij is Simuleon er echter vanuit gegaan dat Dassault namens zichzelf met SMB heeft gecontracteerd. Simuleon heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat het EUOF ook door haarzelf ter ondertekening aan SMB is voorgelegd, of dat de toepasselijkheid van de CLOSA voorwaarden anderszins in de contractuele relatie tot haar (Simuleon) door SMB is aanvaard. Daarom kan in het kader van dit incident niet worden aangenomen dat de CLOSA voorwaarden (ook) in relatie tot SMB van toepassing zijn. Dit betekent dat Simuleon zich ook niet op het in die voorwaarden opgenomen forumkeuzebeding voor de Franse rechter kan beroepen. Nu Simuleon evenmin heeft gesteld op grond waarvan de algemene voorwaarden van Next Limit van toepassing zouden zijn op een (eventuele) overeenkomst met SMB, kan ook niet worden aangenomen dat die voorwaarden in relatie tot SMB van toepassing zijn. Daarom komt Simuleon ook geen beroep toe op het forumkeuzebeding voor de Spaanse rechter.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank bevoegd is om van het geschil tussen SMB en Simuleon kennis te nemen. De incidentele vordering van Simuleon zal worden afgewezen.
4.5.
Simuleon zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in dit incident worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van SMB worden tot op heden begroot op € 598,00 (1 punt x tarief II € 598,00) aan salaris van de gemachtigde.

5.De beoordeling in de hoofzaak

5.1.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
5.2.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
5.3.
In beginsel wordt ter mondelinge behandeling aan de raadslieden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen, waarbij van een maximale vrije spreektijd van 10 minuten moet worden uitgegaan. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zullen niet worden toegestaan.
5.4.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst de vordering van Simuleon af,
6.2.
verklaart zich bevoegd om van het geschil tussen SMB en Simuleon kennis te nemen,
6.3.
veroordeelt Simuleon in de kosten van dit incident, aan de zijde van SMB tot op heden begroot op € 598,00,
in de hoofdzaak
6.4.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. E. Boerwinkel in het gerechtsgebouw te Arnhem aan Walburgstraat 2 - 4 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
6.5.
bepaalt dat Stam, Marttin, Ball & Partner B.V. en Simuleon B.V. dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
6.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
5 juli 2023voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden augustus 2023 tot en met november 2023, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
6.7.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
6.8.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
6.9.
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Boerwinkel en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.