ECLI:NL:RBGEL:2023:3795

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
C/05/420547 KG RK 23-482
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na eindbeslissing in bodemzaak

Op 27 juni 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van de verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend op 29 mei 2023 en ontving de rechtbank op 6 juni 2023. De verzoeker wilde de rechter, mr. L.C.P. Goossens, wraken in verband met zaken met parketnummer 05-088860-23 en rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491. Op 26 mei 2023 had er een zitting plaatsgevonden, waarna in de zaak met rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491 een mondelinge einduitspraak was gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking na een einduitspraak in de bodemzaak. De wrakingskamer benadrukte dat de verzoeker zijn verzoek pas indiende na de mondelinge uitspraak, wat niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen. Bovendien werd vastgesteld dat de aangevoerde gronden voor wraking niet voldeden aan de hoge drempel die vereist is voor een succesvolle wraking, aangezien er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De wrakingskamer besloot dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het debat over de gegrondheid van het verzoek niet aan de orde was. De beslissing om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren, werd genomen door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, en is openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/420547 KG RK 23-482
Beslissing van 27 juni 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
verblijvende [adres]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. L.C.P. Goossens,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 29 mei 2023, binnengekomen op 6 juni 2023.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaken met parketnummer 05-088860-23 en rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491. In die zaken heeft op 26 mei 2023 om 11:45 uur een zitting plaatsgevonden waarna in de zaak met rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491 aansluitend is afgedaan met een mondelinge einduitspraak. In de zaak met parketnummer 05-088860-23 is een tussenbeslissing genomen.
2.2
Verzoeker heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat de zaak moet worden herzien.

3.De beoordeling

In de bodemzaak heeft de rechter op 26 mei 2023 mondeling uitspraak gedaan. Deze beslissingen zijn schriftelijk vastgesteld op 26 mei 2023. Dit volgt zowel uit de beschikking van 26 mei 2023 waarin een zorgmachtiging is verleend, het bevel verlenging van de gevangenhouding van 26 mei 2023 en het bevel schorsing van de voorlopige hechtenis van 26 mei 2023. Op 6 juni 2023 is het wrakingsverzoek binnengekomen. Het verzoek tot wraking is dus pas gedaan toen er al mondeling einduitspraak in de bodemzaak van de zorgmachtiging was gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor wat betreft de beslissingen in de strafzaak met parketnummer 05-088860-23 overweegt de wrakingskamer dat dit procesbeslissingen zijn. Alleen als de beslissing gelet op de motivering of de wijze van totstandkoming zo onjuist of onbegrijpelijk is dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kan worden verklaard, is er grond voor wraking. De aangevoerde grond haalt deze hoge drempel niet. Daarnaast zijn er geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. E.H.T. Rademaker en mr. A.M.P.T. Blokhuis, leden, in tegenwoordigheid van de griffier, […] , en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.