ECLI:NL:RBGEL:2023:3795
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard na eindbeslissing in bodemzaak
Op 27 juni 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van de verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend op 29 mei 2023 en ontving de rechtbank op 6 juni 2023. De verzoeker wilde de rechter, mr. L.C.P. Goossens, wraken in verband met zaken met parketnummer 05-088860-23 en rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491. Op 26 mei 2023 had er een zitting plaatsgevonden, waarna in de zaak met rekestnummer C/05/419322 / FZ RK 23/1491 een mondelinge einduitspraak was gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt tot wraking na een einduitspraak in de bodemzaak. De wrakingskamer benadrukte dat de verzoeker zijn verzoek pas indiende na de mondelinge uitspraak, wat niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen. Bovendien werd vastgesteld dat de aangevoerde gronden voor wraking niet voldeden aan de hoge drempel die vereist is voor een succesvolle wraking, aangezien er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De wrakingskamer besloot dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling van het verzoek, omdat het debat over de gegrondheid van het verzoek niet aan de orde was. De beslissing om de verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren, werd genomen door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, en is openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.