In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een pannenkoekenhuis, afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 7 juli 2022, waarbij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst een omgevingsvergunning had verleend voor het legaliseren van speel- en attractietoestellen, maar de vergunning voor een achtbaan had geweigerd. De voorzieningenrechter heeft op 22 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij verzoekster vertegenwoordigd was door haar directeur en gemachtigde, terwijl de derde-partijen niet verschenen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor verzoekster om een voorlopige voorziening te treffen. Hoewel verzoekster aanvoert dat het gebruik van de speel- en attractietoestellen zonder geluid de attractieve waarde van het speelparadijs vermindert, acht de voorzieningenrechter dit onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van een onomkeerbare of onherstelbare situatie. De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoekster de beslissing in het beroep kan afwachten zonder onevenredig nadeel te ondervinden. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier C. Kuiper, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.