Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- Zij nog enkele weken contact is blijven onderhouden met verdachte nadat hij gedetineerd was geraakt. Zij deed dit op aanraden van de politie, om veiligheidsredenen;
- Zij ervan op de hoogte was dat de telefoongesprekken die zij met verdachte voerde werden getapt. Op aanraden van de recherche heeft zij de telefoontjes gepleegd en is haar gevraagd of zij bepaalde vragen wilde stellen. Zij begon de vragen te stellen en verdachte lichtte toen meteen zijn hele doopzeel. Aan het begin van het gesprek gaf verdachte aan: “we worden wel getapt”;
- Verdachte een keer belde met de telefoon van een medegedetineerde. Zij heeft dit toen gemeld bij de recherche;
- Zij na het gesprek in haar huis met de politie wist dat de telefoongesprekken getapt werden. Zij dacht toen: dan ga ik ook alle vragen stellen die hem gaan belasten. Dit was na een paar gesprekken met verdachte. Zij was toen één of twee keer door de politie gehoord. Daarna is zij telefonische gesprekken gaan voeren en heeft zij verdachte bewust meer vragen gesteld. Zij is nooit bij hem in de penitentiaire inrichting in [verblijfplaats] geweest, alle gesprekken die zij met verdachte heeft gevoerd, vonden plaats via de telefoon;
- Er niet echt afspraken zijn gemaakt met de politie. Het was meer van: ”mocht je hem spreken, stel hem dan wat vragen”. Zij was pislink op dat moment. De politie was binnengevallen en haar voordeur was kapot;
- Zij verdachte nooit heeft geloofd. Als zij echt had geloofd dat verdachte iemand ging omleggen, had zij dit wel bij de politie gemeld. Zij had wel angst om in het onderzoek betrokken te worden en dacht: het is hij of ik. Zij is door de politie nooit als verdachte aangemerkt;
- Zij wilde dat verdachte zichzelf zou belasten. Daarom stelde zij de vragen;
- De recherche haar op 20 mei 2022, bij haar thuis, had verteld dat het slachtoffer de ex van [partner slachtoffer] was en dat het zou gaan om een afrekening in de relationele sfeer;
- Op 20 mei 2022 door de recherche veel informatie werd gegeven. Toen kwam de recherche ook met het mes en met de naam van het slachtoffer. [getuige] kreeg informatie en er werden vragen gesteld. Regelmatig ging de opnameknop uit en kreeg zij informatie. Daarna ging het verhoor weer verder en ging de knop weer aan. [getuige] maakte zich een beetje zorgen en zei dan ook bewust “zoals ik net van jullie heb gehoord”. Dit om duidelijk te maken dat het informatie van de recherche was en omdat er anders gaten in haar verklaring zouden komen;
- De recherche haar had verteld dat alle WhatsApp-gesprekken tussen haar en verdachte kwijt waren. Zij had zelf om een kopie gevraagd. Daar heeft de recherche over gelogen, omdat er wel WhatsApp-berichten in het dossier zijn opgenomen.
- Dat zij, nadat zij de opnameapparatuur en laptops hadden opgestart en hadden uitgelegd waarom zij [getuige] wilden horen, startten met het verhoor. Dit verhoor vond plaats in de woning van [getuige] ;
- Dat zij zagen dat [getuige] na ongeveer 30 minuten geëmotioneerd raakte en aangaf een pauze te willen. Hierop hebben de verbalisanten aangegeven dat [getuige] op de pauzeknop van het mobiele opnameapparaat kon drukken. Zij zagen dat [getuige] in paniek was, dat zij haar handen voor haar gezicht hield en dat zij in tranen was. Zij gaf aan dat zij al twee keer had gelogen en dat zij zoveel wist maar dit uit angst niet durfde te vertellen. Verbalisant [verbalisant 2] gaf toen aan dat [getuige] als getuige werd gehoord en dat de mogelijkheid bestond dat zij op een later moment nog gehoord zou kunnen worden door de rechter-commissaris of de rechtbank. [getuige] gaf aan dat zij er helemaal niets mee te maken had, maar dat verdachte haar zo veel had verteld dat zij er nu wel bij betrokken was. [getuige] vroeg de verbalisanten hoe oud verdachte was, waarop verbalisant [verbalisant 2] aangaf dat hij 28 jaar oud was. Na ongeveer 7 minuten werd het verhoor hervat;
- Dat bij de opmerking van de verbalisanten: “Wij zijn niet achterlijk” en het antwoord van [getuige] daarop: “Ik merk het. Hij verwacht niet dat jullie dat weten. Hij heeft alleen een opmerking via de telefoon gemaakt dat [partner slachtoffer] was wel helemaal door de mangel gehaald” [getuige] naar de pauzeknop van het mobiele opnameapparaat wees en daarmee aangaf dat zij een pauze wilde. Daarmee hebben de verbalisanten ingestemd. [getuige] gaf vervolgens onder andere aan dat verdachte bij Defensie zou hebben gezeten en bij de commando’s zou hebben gediend. Hij zou in Afghanistan met dienstvrienden met het hoofd van een Talibanstrijder hebben gevoetbald en vervolgens eervol zijn ontslagen. [getuige] was bang dat zij het slachtoffer zou worden van verdachte. Zij vond het vreemd dat verdachte zijn dienstnummer niet kon noemen. Daarnaast bleek een vriend van verdachte geen dienstmaatje te zijn. Verdachte kende deze vriend via een ex. Verbalisant [verbalisant 2] gaf daarop aan dat uit het onderzoek naar voren was gekomen dat verdachte geen achtergrond had bij Defensie. [getuige] gaf toen aan dat vrienden van verdachte aangaven dat hij alleen maar zou liegen;
- Dat bij de vraag van de verbalisanten: “Had je dan niet verwacht dat hij gepakt zou worden?“ en het antwoord van [getuige] daarop: “Nee, hij had niet verwacht dat hij gepakt zou worden. En ik heb er gewoon niet bij na gedacht. Heel dom. Maar nu snap ik wel waarom hij zei: “Ach zal ik gezellig blijven slapen. We zijn allebei vrij morgen”. Ik dacht nog “Ah wat lief, nou wat leuk, wat gezellig.” [getuige] naar de pauzeknop van het mobiele opnameapparaat wees en daarmee aangaf dat zij een pauze wilde. De verbalisanten stemden hiermee in door te knikken. Tijdens de pauze gaf [getuige] aan dat zij zich zorgen maakte om haar veiligheid. Zij vroeg of zij in een getuigenbeschermingsprogramma kon. Verbalisant [verbalisant 2] gaf daarop aan dat dit afhankelijk was van de waarde van de informatie die zij gaf en dat dit overlegd zou moeten worden door de officier van justitie met andere afdelingen. [getuige] gaf daarop aan dat zij dan eerst met de billen bloot moest voordat er een inschatting kon worden gemaakt. Verbalisant [verbalisant 2] heeft daarop aan de coördinator van het onderzoek doorgegeven dat [getuige] zich ernstig zorgen maakte om haar veiligheid;
- Dat de verbalisanten na het beëindigen van het verhoor aangaven dat zij de coördinator van het onderzoek nogmaals zouden wijzen op de zorgen van [getuige] over haar eigen veiligheid. [getuige] gaf toen aan dat zij er waarschijnlijk nog niet van af was en vroeg hoe zij hiermee om moest gaan en wat zij tegen verdachte moest zeggen. De verbalisanten gaven als antwoord dat zij dit in het midden lieten en dit aan [getuige] zelf was. Vervolgens namen zij afscheid van haar.
- Twee letsels in de wijsvinger van de rechterhand;
- Een letsel in de middelvinger van de rechterhand;
- Een letsel in de ringvinger van de rechterhand;
- Dat vrijwel de gehele linkerarm van [slachtoffer] in het gips zat;
- Twee gehechte letsels in de achterzijde van de linker bovenarm, net boven het gips en dichtbij de oksel;
- Een letsel in de rechterzijde van de hals en op de borst. Dit letsel had een y-vorm en was langer dan 15 centimeter. Het letsel was met meer dan 35 hechtingen gehecht;
- Meerdere huidbeschadigingen in de hals aan de rechter voorzijde;
- Een gehecht letsel in de rechterzijde van de nek;
- Twee gehechte letsels in de rug ter hoogte van het rechter schouderblad;
- Een gehecht letsel in de linkerborst;
- Een letsel in het midden van de borst;
- Meerdere onderhuidse letsels in de rechterzij;
- Drie letsels op het rechter bovenbeen;
- Twee letsels op het rechter scheenbeen;
- Een letsel op het linker bovenbeen;
- Twee letsels op het linker scheenbeen.
- Medisch behandelde steekwonden in de hals, nek, borsten, schouder, rug en linkerarm;
- Steekwonden dan wel gecombineerde steek-/snijwonden op de borst en benen;
- Onderhuidse verkleuringen op de borst, buik en heup;
- Kraswonden op de hals en het been;
- Huidbeschadigingen op de beide benen;
- Afweerletsel op de rechterhand en
- Gips om de linkerarm.
- Letsel van de luchtpijp rechts waarvoor operatief herstel heeft plaatsgevonden;
- Letsel van de wervelslagader in de hals rechts waarvoor operatief herstel heeft plaatsgevonden;
- Klaplongen links en rechts waarvoor tijdelijk slangen in de longen zijn geplaatst;
- Uitval van de linkerhand op basis van letsel van de grote zenuw van de linker bovenarm waarvoor operatief herstel heeft plaatsgevonden en
- Letsel van de elfde hersenzenuw waarvoor mogelijk nog operatief herstel volgt.
- Op 11 april 2022 om 11.00 stuurt verdachte: “Straks [partner slachtoffer] ”;
- Op 11 april 2022 om 14.34 uur stuurt verdachte: “Ik rij door naar Kerkdriel. Ik heb een GO”;
- Op 11 april 2022 om 16.47 uur stuurt verdachte een foto van een geel briefje met daarop 12 verschillende woorden (dit betreft een code waarmee toegang kan worden verkregen tot de Trust Wallet
de audituzijn, maar op cruciale punten bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen, waaronder uitlatingen die verdachte zelf telefonisch of via WhatsApp heeft gedaan. Dat [getuige] ook verklaart over onwaarschijnlijke scenario’s, waaronder dat verdachte een echtpaar moest laten slapen omdat zij een meisje van 15 zouden hebben verkracht totdat de dood erop volgde, komt niet voort uit het onbetrouwbaar zijn van de verklaringen van [getuige] , maar juist uit de omstandigheid dat deze verhalen door verdachte tegen haar zijn verteld. Dat blijkt ook uit de inhoud van de tapgesprekken (onder andere over de twee onkruidbollen). De rechtbank is derhalve van oordeel dat de verklaringen van [getuige] betrouwbaar zijn en daarom eveneens bruikbaar voor het bewijs.
- Verdachte van het onder 1 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard enkel te hebben moeten verifiëren of de bedrijfsbus op de oprit stond en niet te hebben geweten dat er brand gesticht zou worden. Subsidiair dient verdachte te worden vrijgesproken van de bestanddelen ‘levensgevaar’ en ‘gevaar voor zwaar lichamelijk letsel’;
- Verdachte van het onder 2 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hij bij een tankstation moest staan in de buurt van het industrieterrein en hij moest doorgeven dat de bus daar stond en hoe druk het was;
- Verdachte van het onder 3 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hij enkel moest verifiëren of er een kleine zwarte auto stond en niet te hebben geweten dat er brand zou worden gesticht. Bovendien zijn de zendmastgegevens en de Google tijdlijngegevens tegenstrijdig. Subsidiair dient verdachte te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, nu er geen wettig en overtuigend bewijs is waaruit blijkt dat er concreet gevaar voor goederen bestond;
- Verdachte van het onder 4 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hem wel is gevraagd of hij iemand wist die een pand de lucht in kon laten gaan, maar dat hij ‘nee’ heeft gezegd. Bovendien zijn de zendmastgegevens en de pintransacties tegenstrijdig, zodat niet kan worden vastgesteld dat verdachte ter plaatse was;
- Verdachte van het onder 5 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hij enkel in Geldermalsen was om te kijken hoe het bedrijfspand van [partner slachtoffer] er na de brand uitzag. Bovendien straalde zijn telefoon een andere zendmast aan dan die te verwachten is bij aanwezigheid op [adres] . Tot slot is van belang dat op een eerder moment een sporttas van verdachte is weggenomen uit een auto, wat de aanwezigheid van zijn DNA op de plaats delict kan verklaren;
- Verdachte van het onder 6 en 7 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hij enkel op zoek was naar [partner slachtoffer] en er - naast de zendmastgegevens en de Google tijdlijn - geen bewijs is voor zijn betrokkenheid bij de brandstichting. Ten aanzien van feit 7 geldt subsidiair dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, nu er geen wettig en overtuigend bewijs is waaruit blijkt dat er concreet gevaar voor goederen bestond;
- Verdachte van het onder 8 en 9 ten laste gelegde wordt vrijgesproken, nu hij heeft verklaard dat hij enkel op zoek was naar [partner slachtoffer] en er - naast de Google tijdlijn - geen bewijs is voor zijn betrokkenheid bij de branden. In het dossier ontbreekt bovendien een forensisch onderzoek waaruit blijkt dat sprake is geweest van brandstichting. Ten aanzien van feit 9 geldt subsidiair dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, nu er geen wettig en overtuigend bewijs is waaruit blijkt dat er concreet gevaar voor goederen bestond.
- 3.07 uur € 30,97 bij Esso Ochten Overbroek;
- 3.08 uur € 25,42 bij Esso Ochten Overbroek;
- 3.38 uur € 4,13 bij Esso Arnhem Slenkweg;
- 4.50 uur € 3,43 bij Esso Zuidwolde;
- 4.54 uur € 1,28 bij Esso Zuidwolde.
[getuige] ja nee, ik snap het
- 4.20 uur aan de [adres] ;
- 4.28 uur aan de [adres] ;
- 5.10 uur aan de [adres] .
3.De bewezenverklaring
of omstreeks16 februari 2022 te Rheden,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehorende aan
althans aan een ander dan aan hem, verdachte,
) die brandbare vloeistof en/of in aanraking te brengen met (open) vuur,
(open
)vuur,
geheel of gedeeltelijkis verbrand,
de naastgelegen woning (waarin de bewoners op dat moment aanwezig waren) en/of de zich daarin bevindende inboedel en/ofde houten schutting en
/ofeen naast voornoemd voertuig geparkeerde bedrijfsbus
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was
en/of
of omstreeks27 februari 2022 te Geldermalsen,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf 1] ,
althans aan een ander dan aan hem, verdachte,
(delen van) die bedrijfsbus al dan niet te besprenkelen met een
(open
)vuur, ten gevolge waarvan genoemd voertuig
geheel of gedeeltelijkis verbrand,
/ofde daarin aanwezige inboedel
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
of omstreeks27 maart 2022 te Geldermalsen,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehoorde aan [naam bedrijf 2] . en
/ofin gebruik was bij [naam bedrijf 3] ,
althans aan of bij een ander dan aan hem, verdachte,
of nabijvoornoemd bedrijfspand
één ofmeerdere plaatsen te besprenkelen met een brandbare vloeistof (motorbenzine) en
/of
) die brandbare vloeistof in aanraking te brengen met (open) vuur, althans(delen van) voornoemd bedrijfspand in aanraking te brengen met
(open
)vuur,
/ofde voor dat bedrijfspand geparkeerde bedrijfsbus
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand,
in elk geval brand is ontstaan,
het (de
)naastgelegen bedrijfspand
(en
)en
/ofde daarin aanwezige inboedel
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
of omstreeks8 april 2022 te Geldermalsen,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehoorde aan [naam 1]
.en
/ofin gebruik was bij [naam bedrijf 4] ,
althans aan of bij een ander dan aan hem, verdachte,
de loopdeur en/of de roldeur van voornoemd bedrijfspand te besprenkelen met een brandbare vloeistof (motorbenzine) en/of (vervolgens) die brandbare vloeistof in aanraking te brengen met (open) vuur,
(open
)vuur,
voornoemde loopdeur en
/ofroldeur van voornoemd bedrijfspand
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
/of het(de
)naastgelegen bedrijfspand
(en
)en
/ofde daarin aanwezige inboedel
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
of omstreeks10 april 2022 te Geldermalsen,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 2]
althans aan een ander dan aan hem, verdachte,
(delen van) die personenauto te besprenkelen met een brandbare vloeistof en/of een (in een doek gewikkeld) aanmaakblokje op (een band van) die personenauto te leggen en
(open
)vuur, ten gevolge waarvan genoemd voertuig
geheel of gedeeltelijkis verbrand,
in elk geval brand is ontstaan,
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
of omstreeks10 april 2022 te Geldermalsen,
in elk geval in Nederland,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [naam bedrijf 5] toebehoorde en
/ofin gebruik was bij [benadeelde partij 7] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde,
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks10 april 2022 te Est,
in elk geval in Nederland,
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 8] ,
(delen van) die personenauto te besprenkelen met een brandbare vloeistof en/of een (in een doek gewikkeld) aanmaakblokje op (een band van) die personenauto te leggen en
(open
)vuur,
geheel of gedeeltelijkis verbrand,
/ofde zich daarin bevindende inboedel en
/ofeen naastgelegen bijgebouw en
/ofde zich daarin bevindende inboedel
, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
of omstreeks10 april 2022 te Waardenburg,
in elk geval in Nederland,
in elk geval enig goed, datdiegeheel of ten deleaan [naam bedrijf 6]
, in elk geval aan een andertoebehoorde,
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks11 april 2022 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel,
(vervolgens
)die
éénmaal ofmeerdere malen, met kracht, in de nek en
/ofde hals en
/ofde schouder en
/ofde rug en
/ofde borst heeft gestoken en
/of
/ofvoorovergebogen over die [slachtoffer] heeft gezeten en
/of
van die [slachtoffer]heeft dichtgedrukt
en/of het hoofd van die
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte
6.De overwegingen ten aanzien van straf
7.De beoordeling van de civiele vorderingen
- earbuds ter waarde van € 24,99;
- een zonnebril ter waarde van € 261,25;
- een buggy ter waarde van € 225,00;
- zitverhogers ter waarde van € 31,97 en
- een winterjas ter waarde van € 179,95.
- Materiële schade (1);
- Medische kosten (2);
- Ziekenhuisdaggeldvergoeding (3);
- Reiskosten (4);
- Huishoudelijke hulp (5);
- Verlies aan zelfwerkzaamheid (6);
- Verzorgingskosten (7);
- Verlies aan verdienvermogen (8);
- Affectieschade kinderen (9);
- Smartengeld (10);
- Wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel (11);
- Buitengerechtelijke kosten (12);
- Verlies aan zelfwerkzaamheid toekomst (13);
- Verlies aan verdienvermogen toekomst (14);
- Reiskosten toekomst (15) en
- Medische kosten toekomst (16).
- een bedrag van € 250,00 voor haar broek en schoenen die onder het bloed zaten en in het ziekenhuis zijn verwijderd en weggegooid;
- een bedrag van € 25,00 voor het armbandje dat nabij de ambulance werd gevonden en door de vader van de benadeelde partij is gerepareerd;
- een bedrag van € 30,00 voor de aanschaf van een boodschappentrolley omdat [slachtoffer] vanwege haar letsel niet in staat is een zware tas te tillen;
- een bedrag van € 31,10 aan kosten zonder nut voor de verzekeringskosten van de scooter van [slachtoffer] . Zij kon de scooter sinds het incident niet meer gebruiken, maar heeft wel de verzekeringskosten moeten doorbetalen.
- een bedrag van € 50,00 voor gaasjes, verband en vaseline;
- een bedrag van € 40,00 voor een speciaal kussen voor haar arm;
- een bedrag van € 35,00 voor een sling voor haar arm;
- een bedrag van € 15,00 voor een plastic douchezak;
- een bedrag van € 385,00 voor het eigen risico over 2022 voor diverse medische behandelingen;
- een bedrag van € 65,00 voor paracetamol;
- een bedrag van € 558,40 voor behandelingen door de fysiotherapeut die door de zorgverzekeraar niet zijn vergoed;
- een bedrag van € 927,09 voor tandheelkundige zorg die niet is vergoed door de zorgverzekeraar.
- een bedrag van € 100,00 voor parkeerkosten bij het UMC in Utrecht;
- een bedrag van € 528,00 voor reiskosten van de ouders van [slachtoffer] naar het UMC in Utrecht;
- een bedrag van € 37,26 voor reiskosten van de broer van [slachtoffer] naar het UMC in Utrecht;
- een bedrag van € 132,00 voor reiskosten van de vader van [slachtoffer] naar het UMC in Utrecht voor controleafspraken;
- een bedrag van € 264,00 voor reiskosten van de vader van [slachtoffer] naar de revalidatiekliniek in Utrecht;
- een bedrag van € 60,60 voor reiskosten van de broer van [slachtoffer] naar de revalidatiekliniek in Utrecht;
- een bedrag van € 111,00 voor de eigen bijdrage voor het taxivervoer in 2022 dat voor het overige door de zorgverzekeraar is vergoed;
- een bedrag van € 487,48 voor de eigen bijdrage voor het taxivervoer in 2023 dat voor het overige door de zorgverzekeraar wordt vergoed;
- een bedrag van € 44,60 voor reiskosten die [slachtoffer] heeft gemaakt door in de avond voorafgaand aan de pro forma-zittingen met het openbaar vervoer naar haar ouders te gaan;
- een bedrag van € 39,24 voor reiskosten die [slachtoffer] heeft gemaakt door met haar twee kinderen met het openbaar vervoer naar een familiereünie in Rheden te gaan, terwijl dit met de auto goedkoper zou zijn geweest;
- een bedrag van € 1.116,00 voor reiskosten die [slachtoffer] tot 11 april 2023 heeft gemaakt om haar kinderen met het openbaar vervoer in Nijmegen op te halen en naar Nijmegen weg te brengen;
- een bedrag van € 446,40 voor reiskosten die [slachtoffer] tot aan de datum van de uitspraak nog moet maken om haar kinderen met het openbaar vervoer in Nijmegen op te halen en naar Nijmegen weg te brengen.
- de parkeerkosten ter hoogte van € 100,00, nu de ziekenhuisdaggeldvergoeding het parkeergeld voor familieleden reeds omvat;
- de reiskosten naar het LUMC in Leiden, nu deze kosten verband houden met een fout die door het UMC in Utrecht is gemaakt. Het causaal verband met het ten laste gelegde feit is onvoldoende vast komen te staan;
- de bestede uren door de broer en dochter van [slachtoffer] , nu onvoldoende is onderbouwd dat zij vrij hebben moeten vragen van hun werk voor deze bezoeken;
- de extra reiskosten door met het openbaar vervoer naar de familiereünie in Rheden te gaan, nu het causaal verband wordt betwist;
- de reiskosten voor het ophalen en wegbrengen van de kinderen met het openbaar vervoer tot 11 april 2023, nu het causaal verband wordt betwist, aangezien niet is onderbouwd dat de kinderen als gevolg van het feit uit huis zijn geplaatst;
- de reiskosten voor het ophalen en wegbrengen van de kinderen met het openbaar vervoer tot de datum van de uitspraak, nu ook hiervan het causaal verband wordt betwist en bovendien sprake is van toekomstige schade.
- de parkeerkosten ter hoogte van € 100,00 komen voor vergoeding in aanmerking. De benadeelde partij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat deze parkeerkosten te maken hebben met het begeleiden van [slachtoffer] bij bezoeken aan de behandelend artsen, en niet (enkel) met haar verblijf in het ziekenhuis, zodat de ziekenhuisdaggeldvergoeding hier niet op ziet. De schadepost komt verder redelijk voor;
- de reiskosten naar het LUMC in Leiden komen voor vergoeding in aanmerking, nu de benadeelde partij deze kosten niet had hoeven maken indien het feit niet zou zijn gepleegd. De benadeelde partij heeft in dit kader terecht verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 8 februari 1985,
- de bestede uren van de broer en dochter van [slachtoffer] komen niet voor vergoeding in aanmerking. De verdediging heeft dit gedeelte van de vordering betwist en de benadeelde partij heeft onvoldoende onderbouwd dat zij vrij hebben moeten nemen van hun werk en daardoor kosten hebben moeten maken, los van hun reiskosten. De door de benadeelde partij aangehaalde jurisprudentie van de Hoge Raad leidt niet tot een ander oordeel, nu het in dit geval niet gaat om werkzaamheden waarover het gelet op de situatie waarin [slachtoffer] verkeert normaal en gebruikelijk is dat deze worden verricht door een professional. De benadeelde partij zal met betrekking tot dit gedeelte van de schadepost (€ 180,00) dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering;
- de reiskosten ten behoeve van de familiereünie komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu het causaal verband tussen het bewezenverklaarde en deze kosten door de verdediging is betwist en ook onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij zal op dit punt dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering;
- de reiskosten ten behoeve van het ophalen en wegbrengen van de kinderen met het openbaar vervoer komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu het causaal verband tussen het bewezenverklaarde en deze kosten onvoldoende is onderbouwd. Uit de toelichting van de benadeelde partij blijkt onvoldoende dat het als gevolg van het bewezenverklaarde noodzakelijk is dat [slachtoffer] de kinderen ieder weekend met het openbaar vervoer ophaalt in Nijmegen en hen aan het einde van het weekend ook weer wegbrengt naar Nijmegen. De benadeelde partij zal op dit punt dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
- ernstige karakter- en gedragsveranderingen, het verlies van het vermogen tot spreken, ernstige afasie of aantasting van de geheugenfunctie, of algeheel functieverlies van de zintuigen;
- letsels die leiden tot een ernstige verstoring van de mogelijkheid om lichamelijk contact te hebben;
- letsels die ertoe leiden dat de gekwetste volledig of nagenoeg volledig afhankelijk wordt van intensieve hulp en zorg, waardoor de mogelijkheid van het onderhouden van een privéleven ernstig wordt verstoord.
- een bedrag van € 947,80 voor het verlies aan zelfwerkzaamheid in de periode van 11 april 2023 tot en met 11 april 2025;
- een bedrag van € 23.901,- voor het verlies aan zelfwerkzaamheid in de periode van 11 april 2025 tot en met 25 april 2068;
- een bedrag van € 36.000,- voor het verlies aan verdienvermogen in de periode van 2023 tot 2025;
- een bedrag van € 938.731,- voor het verlies aan verdienvermogen in de periode van 2025 tot aan de 67-jarige leeftijd van [slachtoffer] ;
- een bedrag van € 3.868,80 voor de reiskosten die [slachtoffer] in de periode van 2023 tot 2025 zal moeten maken om haar kinderen te kunnen bezoeken;
- een bedrag van € 10.697,65 voor medische kosten in de periode van 2023 tot 2025 (medicatie, eigen bijdrage taxivervoer, eigen bijdrage zorgverzekering, kosten fysiotherapie en kosten handtherapie).
- € 336,00 aan materiële schade;
- € 1.148,40 aan medische kosten;
- € 372,00 aan ziekenhuisdaggeldvergoeding;
- € 2.458,74 aan reiskosten;
- € 4.134,- aan huishoudelijke hulp;
- € 316,75 aan verlies aan zelfwerkzaamheid;
- € 30.000,- aan immateriële schade;
- € 2.839,93 aan buitengerechtelijke kosten.
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) jaren;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 6 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] van € 473,16 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij 2] , een bedrag te betalen van € 473,16 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 9 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 8 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij 8] van € 330,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij 8] , een bedrag te betalen van € 330,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte in verband met het onder 10 ten laste gelegde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 11.605,82 aan materiële schade en € 30.000,- aan smartengeld. De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en de immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 11.605,82 aan materiële schade en een bedrag van € 30.000,- aan smartengeld. De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en de immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag van in totaal € 41.605,82 niet wordt betaald, kunnen 243 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;