In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld met betrekking tot een evenementenvergunning die door de burgemeester van Zutphen is verleend voor een kermis van 30 augustus tot en met 3 september 2023. Verzoeker, die aan de Zaadmarkt woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, omdat hij vreest voor onacceptabele geluids- en andere overlast van een 'grote attractie' die dicht bij zijn woning geplaatst zou worden. De voorzieningenrechter heeft op 25 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van de burgemeester en de vergunninghouder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening, gezien de aanstaande kermis. De rechter stelt vast dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat de geplande attractie geen onacceptabele overlast voor verzoeker zal veroorzaken. Dit motiveringsgebrek is ook geconstateerd in eerdere uitspraken over evenementenvergunningen voor de jaren 2021 en 2022. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangen van verzoeker zwaarder wegen dan die van de vergunninghouder en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe. De burgemeester wordt opgedragen om ervoor te zorgen dat er geen 'grote attractie' op minder dan 5 meter van de woning van verzoeker wordt geplaatst, totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen.
De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit voor de plaatsing van de attractie en bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 184 aan verzoeker moet vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.