ECLI:NL:RBGEL:2023:4574

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/411887 / HA ZA 22-519
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding vanwege het niet verstrekken van een aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale paardensportwedstrijd afgewezen

In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, schadevergoeding van de Vereniging Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) omdat zij geen aanvraagformulier had ontvangen voor het organiseren van een internationale paardensportwedstrijd in 2023. De eiseres stelde dat KNHS onrechtmatig had gehandeld door het aanvraagformulier niet te verstrekken, wat haar de kans ontnam om de wedstrijd te organiseren. De rechtbank oordeelde dat KNHS niet onrechtmatig had gehandeld, omdat de eiseres niet voldeed aan de vereisten om een internationale wedstrijd te organiseren, aangezien zij geen lid was van KNHS. De rechtbank concludeerde dat de eiseres geen recht had op het organiseren van de wedstrijd en wees de vorderingen van de eiseres af. Tevens werd de eiseres veroordeeld in de proceskosten van KNHS, die op € 8.494,00 werden begroot, met wettelijke rente over deze kosten. Het vonnis werd uitgesproken op 2 augustus 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/411887 / HA ZA 22-519 / 1521 / 1787
Vonnis van 2 augustus 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te Schaijk, gemeente Maashorst,
eiseres,
advocaat: mr. A.H.H.M. Roelofs te Nuland,
tegen
de vereniging
VERENIGING KONINKLIJKE NEDERLANDSE HIPPISCHE SPORTFEDERATIE,
gevestigd en kantoorhoudende te Ermelo,
gedaagde,
advocaat: mr. H.M. van der Bij te Ermelo.
Partijen zullen hierna [eiseres] en KNHS genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 29 maart 2023;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 juni 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
KNHS is een vereniging die zich onder andere het bevorderen van de paardensport ten doel stelt. Bij KNHS zijn circa 1.050 paardensportverenigingen aangesloten die tezamen onder auspiciën van KNHS paardensportwedstrijden organiseren in Nederland. KNHS ziet onder meer toe op het organiseren, reguleren, administreren en de veiligheid van wedstrijden in Nederland. KNHS is net als andere nationale paardensportbonden lid van de Fédération Equestre Internationale (FEI). FEI organiseert de paardensport op internationaal niveau.
2.2.
[eiseres] is een onderneming die een manege en stoeterij exploiteert. [bestuurder eiseres] is de bestuurder van [eiseres] .
2.3.
[bestuurder eiseres] is ook bestuurder van [bedrijf 1] zou in 2020 een internationale paardensportwedstrijd organiseren onder auspiciën van KNHS en FEI. Die wedstrijd werd vanwege Covid geannuleerd. Na annulering van de wedstrijd dreigde [bedrijf 1] failliet te gaan. [bestuurder eiseres] heeft [bedrijf 1] toen overgenomen.
2.4.
Op 17 mei 2022 heeft [eiseres] KNHS per e-mail gevraagd om een aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale wedstrijd onder auspiciën van KNHS en FEI in 2023. [1]
2.5.
In reactie op die e-mail heeft KNHS [eiseres] 20 mei 2022 de volgende vraag gesteld: [2]
“Wij hebben een vraag of jullie nu alles netjes hebben afgerond met de ruiters die het inschrijfgeld aan jullie hebben betaald voor de internationale wedstrijd in 2020, maar die geannuleerd is?”
2.6.
Daarop heeft [eiseres] KNHS telefonisch medegedeeld dat de internationale wedstrijd in 2020, waar KNHS aan refereert, door [bedrijf 1] is georganiseerd, dat [eiseres] daar formeel niets mee van doen heeft en dat dat dus geen reden kan zijn om [eiseres] geen aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale wedstrijd in 2023 te verstrekken.
2.7.
Op 8 juni 2022 heeft KNHS [eiseres] het volgende gemaild: [3]
“Voordat wij een aanvraag in behandeling nemen, willen wij graag een aantal dingen weten:
 Kunnen jullie aangeven wanneer jullie concreet rond zijn met het terugbetalen van de resterende inschrijfgelden.
 Op welke manier kunnen jullie garanderen dat dit in de toekomst niet weer gaat gebeuren. Hiervoor zou bijv. afgesproken kunnen worden dat een garantiebedrag voor elke wedstrijd vooraf gestort wordt bij de KNHS.
 Hebben jullie nu een goede verzekering voor een evenement gezien wat er gebeurd is om ingedekt te zijn tegen onvoorziene omstandigheden.
Graag horen we van jullie.”
2.8.
[eiseres] heeft diezelfde dag als volgt op de e-mail van KNHS gereageerd: [4]
“We kunnen niet aangeven wanneer we rond zijn met de terugbetalingen aangezien dat afhankelijk is van factoren die wij niet direct in de hand hebben. (…)
Dus ik verwacht dit jaar terug te kunnen betalen maar geen 100% garantie.
Zorgen dat dit probleem niet meer ontstaat in de toekomst is makkelijk op te lossen.
We zijn zoiezo al van plan enkel betaling ter plaatse op de wedstrijd toe te staan via cash / pin of creditcard.
Dus dan kan dit niet meer gebeuren. (…)
Daarnaast wil ik toch nog een keer opmerken dat het niet zo is dat dit bij ons fout is gegaan. (…)
Wij waren in deze situatie financieel niet verantwoordelijk en ook geen eigenaar.
[bedrijf 1] bv stond en staat volledig los van [eiseres] equestrian estate.
Als wij de bv niet hadden overgenomen was er hoogstwaarschijnlijk niemand terugbetaald.
Dan de verzekering.
Ik denk niet dat het uberhaupt nog mogelijk is om na corona nog te verzekeren tegen annulering door epidemieën etc.”
2.9.
Op 14 juni 2022 heeft [eiseres] KNHS een e-mail gestuurd waarin zij KNHS heeft bericht dat een garantiebedrag volgens haar geen toegevoegde waarde heeft, omdat zij de ruiters bij alle aankomende wedstrijden ter plekke zal laten betalen. In diezelfde e-mail heeft [eiseres] ook een termijn gesteld voor het verstrekken van het aanvraagformulier door KNHS aan [eiseres] . [5]
2.10.
KNHS heeft [eiseres] op 15 juni 2022 per e-mail medegedeeld dat zij niet de vrijheid heeft om af te wijken van haar beleid waarbij om een aanvullende garantie wordt gevraagd. [6]
2.11.
KNHS heeft het aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale wedstrijd in 2023 niet aan [eiseres] verstrekt.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na wijziging van eis dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat KNHS onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld inzake het verzoek om (een aanvraagformulier voor) het organiseren van een internationale wedstrijd in 2023. Als de rechtbank de verklaring voor recht geeft, vordert [eiseres] tevens dat de rechtbank KNHS veroordeelt tot vergoeding van de schade die [eiseres] als gevolg van het onrechtmatig handelen van KNHS heeft geleden, door [eiseres] begroot op een bedrag van € 1.215.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen schadevergoeding, al dan niet nader op te maken bij staat. Tot slot vordert [eiseres] dat de rechtbank KNHS veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Aan deze vordering legt [eiseres] het volgende ten grondslag. KNHS heeft [eiseres] geen aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale wedstrijd in 2023 verstrekt, vanwege een betalingsachterstand van [bedrijf 1] . [eiseres] is echter een andere entiteit en heeft met die betalingsachterstand niets van doen. KNHS heeft [eiseres] dan ook ten onrechte de kans ontnomen om een aanvraag in te dienen. Gelet op het voorgaande heeft KNHS onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld. KNHS dient de schade te vergoeden die [eiseres] als gevolg hiervan lijdt. Volgens [eiseres] bestaat haar schade uit gederfde winst, die zij begroot op een bedrag van € 1.215.000,00.
3.3.
KNHS voert verweer. Zij meent dat zij niet onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld door [eiseres] geen aanvraagformulier voor het organiseren van een internationale wedstrijd in 2023 te verstrekken. [eiseres] had die wedstrijd namelijk toch niet mogen organiseren, omdat zij niet voldoet aan de daarvoor geldende vereisten. Er is binnen de sport ook geen afdwingbaar recht om wedstrijden te organiseren. KNHS is daarom niet schadeplichtig jegens [eiseres] . Als de rechtbank oordeelt dat KNHS wel schadeplichtig is jegens [eiseres] , doet KNHS een beroep op eigen schuld van [eiseres] . Daarnaast betwist KNHS de omvang van de schade, zoals door [eiseres] begroot.

4.De beoordeling

4.1.
KNHS meent dat [eiseres] geen internationale wedstrijd onder auspiciën van KNHS en FEI mag organiseren, omdat zij geen lid is van KNHS. [eiseres] betwist niet dat zij een lidmaatschap nodig heeft om een dergelijke wedstrijd te organiseren. Wel betwist zij dat zij geen lid is van KNHS. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst [eiseres] naar een printscreen van het digitale systeem van KNHS, die zij vlak voor de mondelinge behandeling als nadere productie heeft overgelegd. [7] Uit de printscreen blijkt volgens [eiseres] dat zij een bondsnummer heeft.
4.2.
KNHS heeft hier tijdens de mondelinge behandeling het volgende tegenin gebracht. Uit de door [eiseres] overgelegde printscreen volgt dat [eiseres] bij KNHS bekend is als FNRS-bedrijf. In verband daarmee heeft [eiseres] een nummer binnen KNHS. FNRS is een branchevereniging voor hippisch ondernemers. FNRS en KNHS zijn sinds 2016 partners. Door de samenwerking met de KNHS is het voor FNRS-bedrijven mogelijk om ruiters die lid zijn van de KNHS uit te laten komen op een nationale breedtesportwedstrijd op de eigen locatie en onder de eigen bedrijfsnaam van het FNRS-bedrijf, aldus KNHS. Dat [eiseres] een FNRS-bedrijf is en in dat kader een nummer heeft binnen KNHS, wil volgens KNHS echter niet zeggen dat zij lid is van KNHS.
4.3.
Gezien deze gemotiveerde betwisting van KNHS had het op de weg van [eiseres] gelegen om haar stelling dat zij lid is van KNHS nader toe te lichten. Dat heeft zij niet gedaan. Zij zal dan ook niet worden toegelaten om dat te bewijzen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [eiseres] geen lid is van KNHS.
4.4.
Omdat [eiseres] geen lid is van KNHS, kan zij geen aanspraak maken op het organiseren van een internationale wedstrijd onder auspiciën van KNHS en FEI. Door [eiseres] niet toe te laten tot de aanvraagprocedure voor het organiseren van een dergelijke wedstrijd heeft KNHS dus ook niet onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank niet voor recht zal verklaren dat KNHS onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. Er is dus ook geen grond om KNHS te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding aan [eiseres] .
4.6.
Hetgeen partijen overigens ter onderbouwing van hun stellingen hebben aangevoerd, kan daarmee verder als niet meer ter zake doende onbesproken blijven.
4.7.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten van KNHS begroot op € 8.494,00 (2 punten x tarief VIII € 4.247,00) aan salaris advocaat.
4.8.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen als gevorderd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van KNHS tot op heden begroot op € 8.494,00, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en voor het geval voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de datum van het vonnis, althans vanaf de veertiende dag na de datum van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2023.

Voetnoten

1.Productie 3 bij dagvaarding
2.Productie 4 bij dagvaarding
3.Productie 5 bij dagvaarding
4.Productie 5 bij dagvaarding
5.Productie 6 bij dagvaarding
6.Productie 7 bij dagvaarding
7.Productie 14