Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[verzoeker] ,
Feiten
Procedure
Verzoek
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Beoordeling
Beslissing
verklaartverzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Rechtbank Gelderland
Op 2 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van een maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Verzoeker, die op 15 augustus 2022 door de politierechter was veroordeeld voor mishandeling, had een contactverbod en een locatieverbod opgelegd gekregen. Het verzoekschrift werd op 14 juni 2023 ingediend, maar verzoeker en zijn raadsvrouw verschenen niet ter zitting. De raadsvrouw vroeg om aanhouding van de behandeling, omdat verzoeker niet in staat was om te verschijnen door een terugval in zijn alcoholverslaving.
De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen wettelijke grondslag is voor de opheffing van de maatregel. Artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht biedt de mogelijkheid om een veiligheidsmaatregel op te leggen, maar niet om deze later op te heffen. De rechtbank heeft ook het standpunt van het Openbaar Ministerie gehoord, dat handhaving van de maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van het slachtoffer en ter voorkoming van recidive. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van de maatregel afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank benadrukte dat indien verzoeker meent dat er wel een wettelijke grondslag bestaat voor zijn verzoek, hij een nieuw verzoekschrift kan indienen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. F.J.H. Hovens, politierechter, in aanwezigheid van mr. T.F.R. Litan, griffier.