Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
“ (…)
de opdracht verleend voor het verzorgen van de exploitatie, het beheer, het verrichten van de administratie en verzorgen van aanvullende diensten ten behoeve van de bewoners van het gebouw de [adres] .
3.Administratie
4.Aanvullende diensten
“(…)
“Hierdoor wordt de bestaande situatie gecontinueerd en kunnen alle contracten worden verlengd (…).”Het gaat hierbij blijkens de notulen om de contacten met onder meer personeel en beheerder SDS.
“(…)8. Keuze van een nieuwe VVE beheerder.(…)10. Instemming met vervolgstappen in de beëindiging van de contracten met SESS(…).”
3.Het geschil
a. SESS zal veroordelen om aan haar afschriften te verstrekken van:
• alle grootboekkaarten, debiteurenkaarten en crediteurenkaarten uit de boekhoudingen van de jaren 2016 tot en met 2022,
SESS heeft als beheerder van het geld van de VvE jarenlang ten onrechte de bijdragen die de leden van de VvE aan de VvE verschuldigd waren op haar eigen bankrekening geïnd. Vanaf januari 2021 is SESS bovendien in verzuim om bedragen terug te storten naar de VvE in het kader van de dotatie van het reservefonds. SESS houdt de aan de VvE toekomende bedragen onrechtmatig onder zich. De vordering van de VvE bedraagt ten minste het saldo van de geldmiddelen van de VvE die SESS onder zich houdt.
4.De beoordeling
De VvE heeft de rechtbank in strijd met het bepaalde in artikel 21 Rv niet volledig en niet juist geïnformeerd. De VvE moet om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen, althans moeten de vorderingen van de VvE worden afgewezen, aldus SESS.
primair onder i gevorderd om SESS te veroordelen om volledige rekening en verantwoording af te leggen over het door haar gevoerde beheer over de geldmiddelen van de VvE, meer concreet door aan de VvE alle facturen en alle afschriften van de bankrekeningen van SESS te verstrekken over de periode vanaf 1 januari 2019 tot en met de dag van de dagvaarding (27 oktober 2021) en
a. SESS verleent aan de VvE afschrift van de bankafschriften van de bankrekening van SESS over de periode van 2016 tot en met 31 december 2021,
4.21. SESS verzet zich tegen het door haar moeten verstrekken van afschriften van de stukken als omschreven in de gewijzigde eis. SESS stelt dat zij aan de VvE de documenten heeft verstrekt als hiervoor 4.16. zijn bedoeld, dat de VvE meer dan een half jaar de tijd heeft gehad om de door SESS verstrekte informatie te bestuderen en dat de VvE in de tussentijd geen aanvullende informatieverzoeken aan haar heeft gedaan.
Dit is echter -anders dan SESS aanvoert- onvoldoende om te kunnen concluderen dat SESS volledig is tegemoetgekomen aan de eis van de VvE, die niet afhankelijk is van en evenmin beperkt is tot de (met het oog op een schikking) door partijen gemaakte procesafspraken tot het verstrekken van afschriften. In het bijzonder heeft SESS onvoldoende gemotiveerd tegengesproken dat bij de door haar aan de VvE verstrekte stukken overeenkomsten waaruit periodieke betalingen voortvloeien geheel ontbraken. SESS heeft immers de beweerdelijk verstrekte overeenkomsten niet omschreven, maar heeft volstaan met een algemene opmerking. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat SESS in de procedure onder zaaknummer [zaak/rekestnummer] wel enkele overeenkomsten heeft overgelegd waaruit periodieke betalingen kunnen voortvloeien, maar de rechtbank mag die stukken niet betrekken in de onderhavige procedure zo lang zij niet ook in deze procedure zijn overgelegd.
4.24. De rechtbank zal SESS dan ook op de voet van het bepaalde in artikel 22 Rv bevelen na te melden stukken in afschrift aan de rechtbank over te leggen en aan de VvE ter beschikking te stellen. Indien SESS niet aan dit bevel mocht voldoen zonder dat daartoe een voldoende rechtvaardiging bestaat, kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht.
Op dit verweer mag de VvE in na te melden akte nog reageren.
“Berekening nog te ontvangen gelden van de VvE door SESS”d.d. 11 juli 2022 in het geding gebracht.
5.De beslissing
13 september 2023afschriften van de navolgende stukken (met gelijktijdig afschrift aan de advocaat van de VvE) in het geding te brengen:
a. alle grootboekkaarten, debiteurenkaarten en crediteurenkaarten uit de boekhoudingen van de jaren 2016 tot en met 2022,
25 oktober 2023haar vordering zo nodig nader toe te lichten en aan te passen naar aanleiding van de onder 5.1. bedoelde stukken,
6 december 2023te reageren op de hiervoor onder 5.2. bedoelde akte van de VvE,