Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiseres 1] ,
2.
[eiseres 2],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
) dat wensen.”
“overeenkomst DB en MJP”.
“onze financiering veilig te stellen”, in verband waarmee hij heeft verzocht om de cijfers (
“de laatste balans, de v&w en crediteurenlijst”) van [bedrijf 1] .
“de architect van de splitsing”is, dat alle beslissingen van na 1 april het doel hebben gehad het schip niet te laten zinken en dat de beslissingen voor 1 april gezamenlijk zijn genomen.
“In plaats van dit gelabelde bedrag te gebruiken waarvoor het bestemd was, heeft u – wetende van de financiële situatie van [bedrijf 1] (…) – dit bedrag direct aan de vennootschap onttrokken en aangewend voor persoonlijke doeleinden c.q. persoonlijk voordeel. Bovendien heeft u daarmee [bedrijf 1] (…) (verder) in de financiële problemen gebracht (met uiteindelijk haar faillissement tot gevolg). Geen redelijk handelend bestuurder had onder de gegeven omstandigheden zo gehandeld. Uw handelen is daarmee onrechtmatig en leidt tot bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW (…). Tevens kwalificeert de betaling van € 30.000,-- door [bedrijf 1] (…) aan [gedaagde 1] als een selectieve betaling die onrechtmatig is.