In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van partneralimentatie. De man, die zijn onderneming heeft gestaakt, verzoekt om de alimentatie op nihil te stellen, terwijl de vrouw zich verzet tegen dit verzoek. De rechtbank oordeelt dat de man een fictieve verdiencapaciteit moet worden toegekend, gebaseerd op zijn oorspronkelijke inkomen, ondanks zijn lagere huidige inkomen. De rechtbank wijst erop dat de vrouw niet heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting om eigen inkomsten te genereren, maar dat haar psychische en lichamelijke gezondheid hierbij een rol speelt. De rechtbank komt tot de conclusie dat de man € 648,- per maand aan partneralimentatie moet betalen, en dat deze wijziging ingaat per de datum van de beschikking. De rechtbank verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.