ECLI:NL:RBGEL:2023:5609

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
C/05/421429 / HA ZA 23-294
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arbitragebeding in algemene voorwaarden als onredelijk bezwarend aangemerkt

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een incident waarbij de aannemer, [ged.hfdz./eis.inc.], zich beroept op een arbitragebeding uit de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB '92). De eiser, [eis.hfdz./verw.inc.], heeft de aannemer opdracht gegeven om een warmtepomp te installeren in zijn woning, maar stelt dat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd. De aannemer betwist de ontvankelijkheid van de eiser door te verwijzen naar het arbitragebeding, dat volgens hem de rechtbank uitsluit van bevoegdheid. De eiser stelt echter dat het arbitragebeding onredelijk bezwarend is en op de zwarte lijst staat, waardoor het niet bindend is voor hem als consument. De rechtbank oordeelt dat het beding inderdaad onredelijk bezwarend is, omdat het de eiser geen redelijke termijn biedt om te kiezen voor de bevoegde rechter. De rechtbank verwerpt het beroep van de aannemer op het arbitragebeding en verklaart de eiser ontvankelijk in zijn vordering. De zaak wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord, en de aannemer wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/421429 / HA ZA 23-294 / 1841 / 560
Vonnis in incident van 11 oktober 2023
in de zaak van
[eis.hfdz./verw.inc.],
wonende te [plaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. P. Thole te Alkmaar,
tegen
[ged.hfdz./eis.inc.],
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. R.H.M. Bus te Geldermalsen.
Partijen zullen hierna [eis.hfdz./verw.inc.] en [ged.hfdz./eis.inc.] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de akte houdende exceptie tot onbevoegdheid,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[eis.hfdz./verw.inc.] vordert in de hoofdzaak dat de rechtbank [ged.hfdz./eis.inc.] veroordeelt tot vergoeding van schade. Hij licht die vordering als volgt toe. Hij is eigenaar van een woning te [plaats] en heeft [ged.hfdz./eis.inc.] opgedragen in die woning een warmtepomp te installeren. [ged.hfdz./eis.inc.] heeft die opdracht uitgevoerd, maar volgens [eis.hfdz./verw.inc.] heeft hij dat niet goed gedaan.
2.2.
[ged.hfdz./eis.inc.] werpt een incident op. Hij vordert in het incident dat de rechtbank [eis.hfdz./verw.inc.] niet-ontvankelijk verklaart, althans dat zij hem zijn vorderingen ontzegt. Daartoe voert hij het volgende aan. De grondslag van de vordering van [eis.hfdz./verw.inc.] is de opdracht van 23 september 2017, die [eis.hfdz./verw.inc.] op 2 oktober 2017 voor akkoord heeft ondertekend. Op die opdracht zijn volgens [ged.hfdz./eis.inc.] de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB ’92) van toepassing. Artikel 72 van deze ALIB ’92 luidt:
Elk geschil tussen installateur en opdrachtgever, zal met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door de Raad van Arbitrage voor de metaalnijverheid en -Handel.
Volgens [ged.hfdz./eis.inc.] is hij hiermee met [eis.hfdz./verw.inc.] overeengekomen dat alle geschillen met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door de Raad van Arbitrage. [ged.hfdz./eis.inc.] concludeert daaruit dat de rechtbank niet bevoegd is om dit geschil te beslechten.
2.3.
[eis.hfdz./verw.inc.] laat binnen het kader van dit incident in het midden of de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn. Hij meent dat het arbitragebeding hoe dan ook onredelijk bezwarend is. Het beding staat op de zwarte lijst. Op die lijst staan bedingen die bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een consument als onredelijk bezwarend worden aangemerkt. [eis.hfdz./verw.inc.] stelt dat hij consument is, omdat hij [ged.hfdz./eis.inc.] heeft opgedragen werkzaamheden uit te voeren aan zijn woning. Het beding zou volgens [eis.hfdz./verw.inc.] niet onredelijk bezwarend zijn als in dat beding aan hem als wederpartij een termijn van tenminste een maand was gegund om ervoor te kiezen dat het geschil wordt voorgelegd aan de rechter die volgens de wet bevoegd is. Zo’n termijn is in het arbitragebeding echter niet opgenomen. [eis.hfdz./verw.inc.] concludeert hieruit dat het arbitragebeding als onredelijk bezwarend moet worden aangemerkt en dat [ged.hfdz./eis.inc.] er daarom geen beroep op kan doen.
2.4.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. De rechtbank is volgens de wet in beginsel bevoegd om kennis te nemen van het onderhavige geschil. Volgens [ged.hfdz./eis.inc.] is de rechtbank toch niet bevoegd, omdat hij met [eis.hfdz./verw.inc.] is overeengekomen dat geschillen tussen hen worden beslecht door een arbiter. Een arbiter is een ander dan de rechter die volgens de wet bevoegd zou zijn. Het beding gunt [eis.hfdz./verw.inc.] als wederpartij niet een termijn om ervoor te kiezen dat de rechter die volgens de wet bevoegd is het geschil beslecht. Het beding zoals het is opgenomen in de algemene voorwaarden van [ged.hfdz./eis.inc.] staat op de zwarte lijst. Het moet daarom als onredelijk bezwarend worden aangemerkt (art. 6:236 aanhef en sub n BW). [eis.hfdz./verw.inc.] kan zich daarop beroepen omdat hij een consument is. Hij is immers een natuurlijke persoon en hij heeft [ged.hfdz./eis.inc.] opgedragen werk te verrichten aan zijn woning. Daarmee heeft hij niet gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Op grond van uitleg van de wet conform de Richtlijn oneerlijke bedingen komt de rechtbank tot de conclusie dat het beding [eis.hfdz./verw.inc.] niet bindt. De rechtbank verwerpt daarom het beroep van [ged.hfdz./eis.inc.] op het arbitragebeding in zijn algemene voorwaarden.
2.5.
De zaak zal worden verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord.
2.6.
[ged.hfdz./eis.inc.] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het incident.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt [ged.hfdz./eis.inc.] in de kosten van het incident, aan de zijde van [eis.hfdz./verw.inc.] tot op heden begroot op € 598,00 voor salaris voor de advocaat,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
verwijst de zaak naar de rol van
22 november 2023voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.