ECLI:NL:RBGEL:2023:5787

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
10201954 \ BR VERZ 22-1837 \ 814
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens ontbreken beroepsgronden in verkeersboetezaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in zes gelijktijdige zaken, waarbij beroep is ingesteld door een beroepsmatig handelend adviesbureau. Ondanks herinneringen en waarschuwingen van de griffier zijn er geen beroepsgronden ingediend en is er niemand ter zitting verschenen. Dit leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep. De gemachtigde, mr. N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, was in de gelegenheid gesteld om de beroepsgronden in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat niet voldaan was aan de vereisten van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om proceskosten toe te kennen, aangezien het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10201954 \ BR VERZ 22-1837 \ 814
cjib-nr / registratienr 247902004 / TD8429
zitting van 4 oktober 2023
beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

[betrokkene]

wonende te [adres]
betrokkene
gemachtigde mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl
tegen

de officier van justitie

Gronden voor de beslissing:

Art. 6:5 Awb meldt aan welke voorwaarden een beroepschrift moet voldoen om als zodanig te worden aangemerkt.
Op grond van artikel 6:6 onder a Awb kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep.
Gemachtigde is in de brief van de griffier van 24 augustus 2023 in de gelegenheid gesteld de (aanvullende) gronden van het beroep uiterlijk 25 september 2023 in te dienen. Van die mogelijkheid tot het herstellen van het verzuim heeft gemachtigde geen gebruik gemaakt. Gemachtigde is gewezen op de gevolgen van het niet aanvoeren van gronden. Nu gemachtigde dit verzuim niet heeft hersteld en niet is gesteld noch gebleken dat hiervan betrokkene geen verwijt is te maken zal de kantonrechter het beroep van gemachtigde niet-ontvankelijk verklaren.
Nu het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard, bestaat er geen aanleiding voor toekenning van proceskosten.
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
-verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
-wijst het verzoek om toekenning van proceskosten af.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. F.J.H. Hovens, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer C.1.14, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: