In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure die was ingediend door een beroepsmatig handelend adviesbureau. Ondanks herinneringen en waarschuwingen van de griffier, zijn er geen beroepsgronden ingediend en zijn de betrokken partijen niet verschenen op de zitting. Dit leidde tot een niet-ontvankelijk verklaring van het beroep.
De zaak betreft een sanctie die aan de betrokkene was opgelegd voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 14 april 2021. De officier van justitie heeft verklaard dat de gedraging vaststaat en heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de ambtsedige verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de vaststelling van de gedraging, ondanks het ontkennen van de betrokkene.
De kantonrechter heeft overwogen dat er geen specifieke feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel aan de waarnemingen van de verbalisant. De beslissing is genomen op basis van de wettelijke bepalingen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om toekenning van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.