Op 16 oktober 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking van mr. F.M. Smit afgewezen. Het verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, stelde dat de rechter partijdig was in een lopende belastingzaak tegen de inspecteur van de belastingdienst. De gemachtigde voerde aan dat hij de voorzitter van de rechtbank kende uit een andere zaak en dat dit de objectiviteit van de rechter in gevaar bracht. Daarnaast werd gesteld dat verzoekster niet de gelegenheid had gekregen om nadere gronden in te dienen en dat dit haar verdediging had geschaad.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden op basis van concrete omstandigheden die wijzen op partijdigheid. Het niet uitnodigen van de gemachtigde voor het indienen van nadere beroepsgronden werd gekwalificeerd als een procesbeslissing, die op zichzelf geen grond voor wraking vormt. De wrakingskamer concludeerde dat de gemachtigde onvoldoende feiten had aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zouden maken. De beslissing van de rechter was in overeenstemming met het geldende procesreglement en beleid, en de wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.