ECLI:NL:RBGEL:2023:6415

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
C/05/425385 / FA RK 23-3033
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • mr. dr. E.L. de Jongh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in een familiezaken met betrekking tot zorgregeling en kinderalimentatie

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 27 november 2023 uitspraak gedaan in een familiekwestie tussen een vader en een moeder over de zorgregeling voor hun kinderen en de kinderalimentatie. De vader had verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij hij vroeg om een zorgregeling waarbij de kinderen iedere week of om de week op zondag bij hem zouden verblijven. De vader stelde dat hij de kinderen sinds oktober 2022 niet meer regelmatig had gezien en dat hij de zorgregeling met spoed wilde hervatten. De rechtbank oordeelde echter dat de vader niet voldoende had onderbouwd waarom hij niet kon afwachten wat de uitkomst van de bodemprocedure zou zijn. De rechtbank benadrukte dat er voor een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden voor contactherstel tussen ouder en kind, na een lange periode van geen contact, onvoldoende ruimte was in een spoedprocedure. De rechtbank verklaarde de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek om een provisionele voorziening en stelde dat het in het belang van de kinderen was dat de vader de uitkomst van de bodemprocedure afwachtte.

Daarnaast heeft de rechtbank de kinderalimentatie van de vader gewijzigd. De rechtbank heeft bepaald dat de bijdrage in de kosten van de kinderen met ingang van 1 januari 2022 op nihil wordt gesteld, en dat bedragen die de vader na deze datum heeft betaald niet hoeven te worden terugbetaald door de moeder. De beslissing over de zorgregeling en informatieregeling is aangehouden voor een mondelinge behandeling op een later moment.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/425385 / FA RK 23-3033 en C/05/425679 / FA RK 23-3115
Datum uitspraak: 27 november 2023
tussenbeschikking provisionele voorziening, kinderalimentatie, zorg- en informatieregeling
in de zaak van
[verzoeker], hierna de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. J.F.W. Veraar te Veenendaal
tegen
[verweerster], hierna de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. S.C.M. Wouda-van Velzen te Arnhem.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift van de vader, ingekomen op 20 september 2023,
- het F9-formulier van de vader van 13 november 2023,
- het F9-formulier van de moeder van 13 november 2023.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad. Zij hebben samen twee kinderen:
  • [de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , en
  • [de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] .
Beide ouders zijn belast met het ouderlijk gezag. De kinderen wonen bij de moeder.
2.2.
Bij beschikking van 14 januari 2019 is bepaald dat de vader met ingang van 10 oktober 2018 met € 57 per kind per maand dient bij te dragen in de kosten van de kinderen.
2.3.
Bij beschikking van 24 maart 2022 is de vastgestelde alimentatie gewijzigd en is bepaald dat de man met ingang van 1 januari 2022 met € 250 per kind per maand dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] .

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De vader verzoekt (samengevat):
Als provisionele voorziening:
1. te bepalen dat de kinderen iedere week dan wel om de week op zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de vader zullen verblijven, waarbij de vader de kinderen ophaalt en terugbrengt.
In de bodemprocedure:
de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van de kinderen te wijzigen en de bijdrage met terugwerkende kracht tot 24 maart 2022 althans met ingang van een datum als de rechtbank juist acht, op nihil te stellen, althans op het bedrag dat de vader feitelijk heeft betaald of dat op hem is verhaald,
als contactregeling vast te stellen dat de kinderen bij de vader verblijven om de week van vrijdag (ophalen tussen 17.00 en 18.00 uur) tot zondag (terugbrengen tussen 17.00 en 18.00 uur),
als regeling voor de verdeling van de schoolvakanties vast te stellen, dat de kinderen ieder jaar de tweede helft van de zomervakantie bij de vader verblijven en in de kerstvakantie afwisselend de eerste helft bij de vader en de tweede helft bij de moeder en het jaar daarop andersom en in de even jaren de voorjaarsvakantie,
een informatieregeling vast te stellen, inhoudende dat de moeder op elke eerste dag van de maand gehouden is de vader per mail op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de school(resultaten), gezondheid, hobby’s en gehouden is de rapporten (met inbegrip van de digitale overzichten) en een goedgelijkende foto aan de vader te verstrekken.
3.2.
De moeder is in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken verweer te voeren tegen het provisionele verzoek, maar zij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal vast beslissen op het provisionele verzoek en de kinderalimentatie.
4.2.
Het verzoek van de vader in de bodemprocedure over de zorg- en informatieregeling wordt besproken op de mondelinge behandeling van [datum] . Partijen hebben hiervoor al een uitnodiging ontvangen van de rechtbank.
Kinderalimentatie
4.3.
Partijen zijn het erover eens dat de door de vader te betalen kinderalimentatie met ingang van 1 januari 2022 op nihil wordt gesteld met de bepaling dat hetgeen na deze datum is betaald door de vader of op hem is verhaald, niet hoeft te worden terugbetaald door de moeder. Partijen verzoeken deze overeenstemming vast te leggen in een tussenbeschikking. De rechtbank zal dit doen.
Provisionele voorziening
4.4.
De rechtbank zal de vader niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek om een provisionele voorziening te treffen en hierna uitleggen waarom.
4.5.
De vader vraagt om een spoedmaatregel voor de duur van de procedure, ook wel een ‘voorlopige voorziening’ of een ‘provisionele voorziening’ genoemd (artikel 223 Rv). De rechtbank kan alleen een provisionele voorziening treffen als is voldaan aan een aantal wettelijke vereisten. De rechtbank is van oordeel dat niet aan alle vereisten wordt voldaan.
4.6.
De vader vraagt met zijn provisionele verzoek een zorgregeling vast te stellen van één dag (zonder overnachting) per week, dan wel per twee weken.
4.7.
De vader heeft niet duidelijk gemaakt waarom niet van hem kan worden verlangd dat hij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht. De vader stelt dat hij de kinderen in oktober 2022 voor het laatst met regelmaat heeft gezien en daarna slechts nog éénmalig met Kerst 2022. De vader heeft de kinderen dus bijna een jaar geleden voor het laatst gezien. De vader heeft onvoldoende onderbouwd wat, behalve tijdsverloop, maakt dat de zorgregeling nu met spoed hervat moet worden. De vader noemt zijn, zeer begrijpelijke, wens tot spoedig contactherstel, maar onderbouwt niet dat het hervatten van het contact na zo’n lange periode op de door hem verzochte wijze mogelijk is én in het belang van de kinderen is. De rechtbank is van oordeel dat er voor een beslissing over de wijze van contactherstel na zo’n lange periode zonder contact tussen ouder en kind, een zorgvuldige afweging gemaakt moet worden over de (on)mogelijkheden bij de kinderen. Voor zo’n afweging is in een spoedprocedure onvoldoende ruimte.
4.8.
De mondelinge behandeling staat gepland op [datum] . Hierna zal de rechtbank een beslissing nemen over de zorgregeling tussen de vader en de kinderen. Dat kan ook een voorlopige beslissing zijn. De rechtbank is van oordeel dat van de vader, hoe vervelend dat ook voor hem is, in het belang van de kinderen gevergd kan worden om dit af te wachten.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijzigt de beschikking van 24 maart 2022 en bepaalt dat de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen met ingang van 1 januari 2022 op nihil wordt gesteld;
5.2.
bepaalt dat de bedragen vanaf 1 januari 2022 die door de vader zijn betaald of op hem zijn verhaald, niet hoeven te worden terugbetaald door de moeder;
5.3.
verklaart onderdeel 5.1 en 5.2 uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn provisionele verzoek;
5.5.
houdt de beslissing over de zorgregeling en informatieregeling aan en bepaalt dat deze verzoeken worden behandeld tijdens de mondelinge behandeling van
[datum].
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. E.L. de Jongh, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2023.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.