Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
Uit de verklaring van de psycholoog ter zitting is echter voldoende gebleken dat cliënt slechts af en toe verbaal aangeeft naar huis te willen maar dat zij daartoe geen aanstalten maakt. Zij kan gemakkelijk weer worden afgeleid en is tevreden met de zorg die zij krijgt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat in dit geval geen sprake is van consistent en duidelijk verzet van cliënt tegen de opname en het verblijf in de accommodatie.”
C/05/421020 / FA RK 23-1958. De rechtbank constateert dat het problematische gedrag van cliënte (als gevolg van de aandoening) in combinatie met haar zorg mijdende houding tot een onhoudbare situatie thuis heeft geleid. Gezien het progressieve en chronische karakter van de aandoening komt het ernstig nadeel naar verwachting direct (opnieuw) tot uiting op het moment dat cliënte niet in de 24-uurszorg accommodatie verblijft. In de huidige accommodatie kan in de zorgbehoefte van cliënte worden voorzien. De opname en het verblijf zijn daarom noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank ziet geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
verbaalverzet”. Dit maakt dat ook als cliënte fysiek geen aanstalten zou maken om te vertrekken, de conclusie zou kunnen volgen dat er sprake is van verzet zoals bedoeld in artikel 3a Wzd.
3.Beslissing
30 november 2024.