ECLI:NL:RBGEL:2023:7137

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
5 januari 2024
Zaaknummer
C/05/427565 / FA RK 23/3617
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • R.C.C. van Leest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in het kader van multiproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 november 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene met multiproblematiek. De rechtbank constateert dat de betrokkene, die lijdt aan cognitieve stoornissen en een alcoholverslaving, een 24-uurszorgbehoefte heeft. De rechtbank oordeelt dat de Wvggz van toepassing is, omdat de zorgbehoefte van de betrokkene centraal staat en niet de specifieke aandoening. De rechtbank wijst op de noodzaak van een overgangsmachtiging, waarbij de continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving van belang is. De betrokkene heeft aangegeven dat hij wil laten zien dat hij zich kan staande houden, maar de rechtbank concludeert dat er een aanzienlijk risico op ernstig nadeel bestaat als de betrokkene naar huis gaat zonder verplichte zorg. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de duur van negen maanden, met de mogelijkheid tot eerder beëindigen indien de omstandigheden dat toelaten. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 14 december 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/427565 / FA RK 23/3617
Datum mondelinge uitspraak: 30 november 2023
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
woonachtig in [woonplaats] ,
verblijvende bij [verblijfadres] ,
op grond van een zorgmachtiging, geldend tot en met 1 december 2023,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.J.M. Paanakker te Ede.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 9 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 november 2023, in de accommodatie van Pro Persona.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
dhr. [naam 1] , vriend van betrokkene;
dhr. [naam 2] , ambulant woonbegeleider van betrokkene;
dhr. [naam 3] , broer van betrokkene;
mw. [naam 4] , als begeleider verbonden aan Pro Persona;
mw. [naam 5] , als ANIOS verbonden aan Pro Persona;
mw. [naam 6] , als psychiater verbonden aan Pro Persona.
1.4.
Omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft aangegeven het goed met hem gaat. Betrokkene wil een kans om te laten zien dat hij zich staande kan houden thuis. Betrokkene vindt het ook belangrijk dat hij zo snel mogelijk weer een passende daginvulling heeft, bijvoorbeeld in de vorm van een baan bij de bibliotheek. Betrokkene wil in contact blijven met de zorgverleners en zal meewerken aan alle controles. Betrokkene heeft het idee dat hij onderschat wordt. Daarbij benoemt betrokkene dat hij een groot sociaal netwerk heeft dat hem kan ondersteunen.
De advocaat verzoekt de rechtbank om het verzoek af te wijzen. Er is geen sprake van een psychische stoornis als bedoeld in de Wvggz. Ook is er niet langer sprake van dreigend ernstig nadeel.
2.2.
De zorgverlener heeft aangegeven dat uit de diagnostiek is gebleken dat betrokkene een 24-uurszorgbehoefte heeft. De zorgverlener benadrukt dat betrokkene eerder na een opname in de [naam kliniek] naar huis is gegaan. Daar ging het mis, betrokkene at niet meer, had geen dagstructuur meer en verwaarloosde. Betrokkene heeft 24-uurs toezicht nodig om gevaarlijke situaties te voorkomen. Daarbij is ook het verval in ernstig alcoholgebruik een aanzienlijk risico. De [naam kliniek] is in principe geen perspectiefplek, de zorgverlener wil daarom aan de slag met het zoeken van een passende vervolgplek voor betrokkene alleen maakt betrokkene dit lastig door te weigeren dat zijn gegevens met de zorginstanties worden gedeeld. De zorgverlener wil daarom dat er een traject voor een mentor voor betrokkene start. Daarna zal gezocht worden naar een passende perspectiefplek voor betrokkene waarbij rekening zal worden gehouden met de leeftijd van betrokkene en zijn functioneringsniveau. De plekken die de zorgverlener op het oog heeft zijn schaars. De zorgverlener staat achter de verzochte duur van de zorgmachtiging (twaalf maanden) omdat niet te voorspellen is wanneer het traject voor een mentor, de juiste zorgindicaties en een passende vervolgplek voltooid is. Tegelijkertijd beperkt de zorgmachtiging betrokkene niet in de mogelijkheid om de vervolgstap te zetten als daarvoor een mogelijkheid ontstaat.
2.3.
Over de diagnose merkt de rechtbank het volgende op. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan cognitieve stoornissen (waaronder geheugenproblemen) ten gevolge van M. Korsakov. Daarbij is er ook sprake van een alcoholverslaving. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de psychiater aangegeven dat bij betrokkene ook een persoonlijkheidsverandering door een somatische aandoening wordt gezien. Op het bestaan van deze aandoeningen is geen verweer gevoerd. De advocaat acht op basis van deze diagnoses de Wet zorg en dwang (hierna: de Wzd) voorliggend. De psychiater heeft aangegeven dat ook te verdedigen is waarom betrokkene (nog) onder de Wvggz valt. Korsakov is namelijk bij uitgangspunt een psychische stoornis en voor de persoonlijkheidsverandering geldt dat deze altijd als psychische stoornis wordt gezien. De psychiater merkt daarbij op dat op den duur gezocht zal worden naar een zorgvoorziening die naar waarschijnlijkheid onder de Wzd valt. Voorlopig is deze vervolgplek nog niet beschikbaar en is de feitelijke keuze dat betrokkene of in de [naam kliniek] verblijft of naar huis gaat.
De rechtbank constateert dat er sprake is van multiproblematiek. De rechtbank benadrukt dat in het Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten is bepaald dat de ziekte van Huntington wordt gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap als deze ziekte zich
uit als een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende significante beperkingen overeenkomstig die van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap’. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat bij de vraag of de Wvggz of de Wzd van toepassing is, niet doorslaggevend is welke aandoening op de voorgrond staat maar welke zorgbehoefte de betrokkene heeft. De rechtbank overweegt dat in deze zorgbehoefte in voldoende mate kan worden voorzien in de [naam kliniek] . Naast dat de [naam kliniek] een Wvggz-accommodatie is en om die reden expertise bezit in de behandeling van Korsakov, de alcoholverslaving en de persoonlijkheidsverandering, heeft de [naam kliniek] ook de mogelijkheid om betrokkene 24-uurstoezicht en zorg in de nabijheid te bieden. De rechtbank concludeert dat in de huidige accommodatie voldoende in de zorgbehoefte van betrokkene kan worden voorzien en dat om die reden op dit moment de Wvggz van toepassing is. Daarbij merkt de rechtbank op dat in deze situatie sprake is van een zogenoemde “overgangsmachtiging”. [1] De Hoge Raad heeft in zijn arrest bepaald dat het belang van continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving kan meebrengen dat voor een betrokkene een machtiging wordt verleend onder het regime van zijn vertrouwde omgeving, dus de instelling waar hij verblijft, indien het verlenen van die machtiging bijdraagt aan een soepele overplaatsing van de betrokkene naar (een instelling met) het andere regime. De Hoge Raad acht dit slechts toelaatbaar indien de machtiging wordt verleend met het oog op een reeds voorziene overgang van betrokkene naar een instelling met het andere regime en voor een daarop toegesneden beperkte duur.
2.4.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang.
De rechtbank constateert dat betrokkene op dit moment door de structuur en voorspelbaarheid op de afdeling een goede indruk maakt. Uit de stukken blijkt dat betrokkene gemakkelijk overschat wordt. Betrokkene is eerder opgenomen op de
[naam kliniek] en ging daarna naar huis. Na opname is zijn situatie ernstig verslechterd. Uiteindelijk is betrokkene toen in een crisissituatie weer in beeld geraakt. Betrokkene is in het ziekenhuis opgenomen, nadat hij thuis zelf 112 had gebeld. Betrokkene was vermagerd, had vitaminegebrek en werd in een verwarde toestand opgenomen.
De kans dat hetzelfde zal gebeuren als betrokkene nu naar huis gaat is aanzienlijk.
De rechtbank ziet daarvoor ten eerste aanwijzingen in de uitkomsten van de diagnostiek. Daaruit blijkt dat betrokkene gebaat is bij 24-uurstoezicht. Zo staat er beschreven dat betrokkene de consequenties van zijn handelingen onvoldoende overziet en hulp nodig heeft bij het plannen en stellen van realistische doelen. Verder wordt op de afdeling gezien dat betrokkene gebaat is bij ondersteuning voor een goede dagstructuur. Dit is in lijn met hetgeen betrokkene aan de zorgverleners heeft verteld, namelijk dat hij thuis erg eenzaam was en overmatig begon te drinken. Daarnaast begrijpt de rechtbank dat betrokkene recent met verlof is geweest en bij terugkomst een positieve alcoholtest heeft overlegd. De rechtbank acht de kaders die de zorgmachtiging biedt noodzakelijk om het beeld te stabiliseren. De rechtbank acht het risico aanzienlijk dat als er geen verplicht zorgkader voor betrokkene, hij terugvalt in alcoholgebruik, zich terugtrekt en opnieuw ernstig verwaarloosd. De alcoholverslaving is hierbij een complicerende factor.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank constateert dat betrokkene het niet eens is met de conclusies van de zorgverleners over de zorgbehoefte van betrokkene en de (klinische) behandeling die zij noodzakelijk achten om betrokkene voldoende in zijn zorgbehoefte te voorzien. De rechtbank ziet onvoldoende aanknopingspunten voor een voortzetting van de behandeling in een vrijwillig kader. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het beperken van de bewegingsvrijheid;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
het opnemen in een accommodatie;
alle voor de duur van negen maanden.
De rechtbank heeft aanleiding om de duur van de zorgmachtiging te bekorten. De rechtbank wijst daarbij op het feit dat het gaat om een “overgangsmachtiging” zoals eerder overwogen. De rechtbank acht een termijn van negen maanden passend en noodzakelijk. De rechtbank merkt tegelijkertijd op dat er de aankomende maanden met: de aanvraag van het mentorschap, de aanvraag van de zorgindicaties en het zoeken van een geschikte vervolgplek (met het oog op de geldende wachtlijsten) nog veel moet gebeuren. Desondanks zal betrokkene, zoals de psychiater heeft benadrukt, als de mogelijkheid zich voordoet eerder een vervolgstap zetten. De rechtbank benadrukt daarbij dat in het geval op grond van de Wzd een rechterlijke machtiging is afgegeven tot opname en verblijf in een accommodatie, een eerdere voor die cliënt afgegeven zorgmachtiging vervalt zodra die cliënt is opgenomen in een accommodatie. [2]
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van negen maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.7. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
30 augustus 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023 door mr. R.C.C. van Leest, rechter, in tegenwoordigheid van T. Akasbi, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 december 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Voetnoten

1.HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1063.
2.Artikel 1 lid 6 Wzd.