ECLI:NL:RBGEL:2023:7205

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
23-021361
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot teruggave van inbeslaggenomen snorfiets en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een klaagschrift van de klager, die in dit geval tevens beslagene is. De klager had een snorfiets, merk Honda, type NSC50WH, in beslag genomen op 12 augustus 2022. Het klaagschrift werd op 22 augustus 2023 ingediend, waarin de klager verzocht om teruggave van de snorfiets. Het Openbaar Ministerie had echter al besloten tot teruggave van de snorfiets aan de klager, maar deze was inmiddels vervreemd. De rechtbank heeft de officier van justitie gehoord en vastgesteld dat de klager, ondanks een goede oproep, niet in raadkamer is verschenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beklag van de klager niet-ontvankelijk is, omdat de teruggave al was geregeld door het Openbaar Ministerie. Tevens is er een forfaitair bedrag aan proceskosten van € 340,- toegewezen aan de klager, omdat de beslissing tot teruggave pas na het indienen van het klaagschrift is genomen, terwijl een eerder verzoek onbeantwoord was gebleven. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter F.J.H. Hovens, in aanwezigheid van griffier B. Doedens.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
parketnummer : 96-253492-22
raadkamernummer : 23-021361
datum zitting : 22 november 2023
datum beslissing : 22 november 2023
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1974 te Arnhem,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats]
Raadsman: mr. G. Onnink, advocaat te Diemen,
hierna te noemen: de klager, tevens beslagene.

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv, blijkt dat op 12 augustus 2022 onder klager in beslag is genomen: een snorfiets (merk: Honda, type: NSC50WH, kenteken: [kenteken] en chassisnummer: [nummer] ).

Procedure

Het klaagschrift is op 22 augustus 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand schriftelijk kenbaar gemaakt dat is besloten tot teruggave van de snorfiets en dat klager, wegens de vervreemding van de snorfiets, schadeloos zal worden gesteld.
De rechtbank heeft op 22 november 2023 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de officier van justitie op zitting gehoord. De klager en zijn raadsman zijn, hoewel daartoe goed opgeroepen, met voorafgaande kennisgeving niet in raadkamer verschenen.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft verzocht de klager niet-ontvankelijk te verklaren, omdat al is besloten om de snorfiets aan klager terug te geven. De snorfiets is al vervreemd en klager zal schadeloos worden gesteld.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie heeft voorafgaand aan en tijdens de behandeling in raadkamer meegedeeld dat de snorfiets aan klager zal worden teruggeven en dat klager, wegens de vervreemding door het openbaar ministerie, schadeloos zal worden gesteld. Door deze beslissing is het beklag beëindigd. Klager heeft geen belang meer en zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in het beklag.
Nu de beslissing tot teruggave eerst is genomen na c.q. naar aanleiding van het klaagschrift terwijl een eerder informeel verzoek aan het openbaar ministerie tot teruggave kennelijk onbeantwoord is gebleven althans niet tot teruggave heeft geleid, zal het forfaitaire bedrag aan proceskosten van € 340,- worden toegewezen.

Beslissing

De rechtbank verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beslissing is gegeven door
mr. F.J.H. Hovens, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. B. Doedens, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de beklager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing.