Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] op basis van een zorgverzekeringsovereenkomst. De eisende partij vordert een bedrag van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente, omdat [gedaagde] een totaalbedrag van € 8.787,14 onbetaald heeft gelaten. De vordering is ontstaan in 2014, en ondanks een betalingsregeling in 2016 heeft [gedaagde] niet aan zijn verplichtingen voldaan. VGZ heeft meerdere betalingsherinneringen gestuurd en uiteindelijk besloten om juridische stappen te ondernemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een zorgverzekeringsovereenkomst met VGZ heeft gesloten en dat hij verplicht is om de verschuldigde premies en kosten te betalen. Het beroep van [gedaagde] op verjaring is afgewezen, omdat VGZ kan aantonen dat de vordering in 2014 is ontstaan en dat de verjaring is gestuit door de betalingsregelingen. De kantonrechter heeft de vordering van VGZ toegewezen, inclusief de gevorderde wettelijke rente en proceskosten. [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan VGZ, met rente vanaf 3 april 2023, en is ook verantwoordelijk voor de proceskosten die tot de uitspraak zijn gemaakt.