ECLI:NL:RBGEL:2023:7218

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
10517909 \ CV EXPL 23-1395
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • F.M.TH. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor een online bestelling, betwisting van de overeenkomst door gedaagde

In deze zaak vordert Alektum Capital II AG betaling van een factuur van € 54,97 voor een bestelling die op 6 juli 2021 is geplaatst op de webshop van H&M. Gedaagde betwist dat hij de bestelling heeft geplaatst en stelt dat iemand anders dit in zijn naam heeft gedaan. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, aangezien gedaagde in Nederland woont en Alektum in Zwitserland is gevestigd. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat gedaagde de overeenkomst met Klarna heeft gesloten. De orderbevestiging bevat geen duidelijke identificatie van gedaagde, en de aanmaningen zijn gericht aan een andere naam. Bovendien is het adres waar de goederen zijn afgeleverd niet het adres van gedaagde, maar dat van zijn grootouders. De kantonrechter oordeelt dat Alektum niet kan bewijzen dat de bestelling daadwerkelijk is afgeleverd aan gedaagde. Daarom wordt de vordering afgewezen en wordt Alektum veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op nihil, aangezien gedaagde zonder gemachtigde procedeert.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 10517909 \ CV EXPL 23-1395
Vonnis van 10 november 2023
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL II AG,
te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In naam van [gedaagde] is op 6 juli 2021 op de webshop www2.hm.com (hierna: H&M) een bestelling gedaan. Hierbij is gekozen voor betaling achteraf via Klarna. Klarna heeft per mail aan [gedaagde] op het bij de bestelling opgegeven mailadres ( [e-mailadres] ) een orderbevestiging gestuurd met een factuur ten bedrage van € 54,97. Op de orderbevestiging van Klarna staat onder meer het volgende:
“Hoi [naam 1] ! Hier zijn de instructies over hoe je je bestelling bij H&M kunt betalen metBetaal later.
Uiterste betaaldatum 6 augustus
Besteldatum 6 juli
Te betalen € 54,97
(…)
Je bestelling
1 x COOLMAX® overhemd - Slim Fit € 19,99
1 x Sneakers € 29,99
Levering volgende dag € 4,99
Totaalbedrag € 54,97”
2.2.
Klarna heeft haar vordering op [gedaagde] middels cessie overgedragen aan Alektum.
2.3.
Alektum heeft op 27 september 2021 en op 17 februari 2022 aanmaningen aan [gedaagde] gestuurd. Op 16 augustus 2022 heeft Alektum een laatste betalingsherinnering toegezonden.
2.4.
[gedaagde] heeft de vordering van Alektum niet voldaan.

3.Het geschil

3.1.
Alektum vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 99,21 (een hoofdsom van € 54,97 en wettelijke rente tot aan de datum van de dagvaarding van € 4,24), vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 54,97 vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, en tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt Alektum dat [gedaagde] een aankoop heeft gedaan op de website van H&M en daarbij gekozen heeft voor betaling achteraf via Klarna. H&M heeft op het bij de bestelling opgegeven adres aan de [adres 1] de bestelde goederen geleverd. [gedaagde] heeft echter, ook na meerdere herinneringen en aanmaningen te hebben ontvangen, de factuur niet betaald, aldus Alektum.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij heeft nooit iets besteld op de website van H&M. Volgens [gedaagde] heeft iemand anders in zijn naam de bestelling gedaan en daarbij het adres van zijn opa en oma als afleveradres opgegeven. Hij heeft de betreffende producten van H&M overigens nooit ontvangen. [gedaagde] voert aan dat op het adres van zijn opa en oma vaker producten (via verschillende webshops en bedrijven) zijn besteld door anderen en dat hij contact heeft opgenomen met die bedrijven om deze fraude tegen te gaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Nu Alektum is gevestigd in Zwitserland, heeft deze procedure een internationaal karakter. Allereerst moet daarom de vraag worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn partij bij het EVEX II-Verdrag. Nu [gedaagde] in Nederland woont, is op grond van artikel 2 lid 1 van het EVEX II-Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd.
4.2.
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Alektum heeft onweersproken gesteld dat zij de vordering tot betaling van de koopsom door middel van cessie van Klarna heeft overgenomen.
Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening Rome I wordt de betrekking tussen Alektum als cessionaris en [gedaagde] als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Nu [gedaagde] als consument heeft gehandeld wordt de overeenkomst gelet op artikel 6 lid 1 van de Rome I-Verordening beheerst door Nederlands recht.
4.3.
Op grond van het bovenstaande komt de kantonrechter toe aan een inhoudelijke beoordeling van dit geschil naar Nederlands recht.
De inhoudelijke beoordeling
4.4.
Als meest verstrekkende verweer heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij niet degene is geweest die de bestelling heeft geplaatst. Hiermee betwist hij dat er een overeenkomst is gesloten.
4.5.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het enkele feit dat de voornaam van [gedaagde] overeenkomt met degene die volgens Alektum de bestelling heeft geplaatst, wil nog niet zeggen dat de order daadwerkelijk door hem is geplaatst. Uit de als productie 3 overgelegde orderbevestiging vallen verder geen naams- of adresgegevens af te leiden, anders dan de voornaam ‘ [naam 1] ’ in de aanhef. De aanmaningen van 27 september 2021, 17 februari 2022 en 16 augustus 2022 zijn bovendien gericht aan ‘ [naam 2] ’. Daarnaast heeft Alektum erkend dat het adres dat bij de bestelling is vermeld en waar de bestelde goederen volgens haar zijn afgeleverd, niet het adres van [gedaagde] zelf is, maar het adres van zijn opa en oma. Adresgegevens zijn makkelijk te achterhalen en worden door veel mensen makkelijk afgegeven aan anderen. Uit het door Alektum als productie 7 overgelegde ‘history report’ blijkt dat er op 3 februari 2022 contact is opgenomen met Alektum waarbij wordt vermeld “Bewoner belt; deb woont hier niet”. Verder is het volgens Alektum bij de bestelling opgegeven mailadres ( [e-mailadres] ) een ander mailadres dan het mailadres waarmee [gedaagde] in het kader van deze procedure met de rechtbank en ook met de gemachtigde van Alektum heeft gecommuniceerd ( [e-mailadres] ). Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee niet komen vast te staan dat [gedaagde] een overeenkomst met Klarna heeft gesloten. De vordering komt reeds daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
4.6.
Ook indien wel sprake zou zijn van een overeenkomst dan geldt nog het volgende. Alektum heeft niets gesteld waaruit blijkt dat en wanneer het bestelde daadwerkelijk is afgeleverd (door welke besteldienst?) of ontvangen door [gedaagde] . Dat het voor Alektum niet meer mogelijk is om het afleverbewijs te overleggen omdat de factuur al 2 jaar oud is, komt voor haar risico. De blote stelling dat de bezorgstatus van de bestelling ‘afgeleverd’ is, is ontoereikend. Niet valt niet uit te sluiten dat de bestelling elders is afgeleverd of buiten is achtergelaten en door een derde is meegenomen. Dit risico dient voor rekening van de afzender van de bestelling te komen, op basis waarvan de vordering evenmin kan worden toegewezen.
4.7.
De kantonrechter merkt tot slot nog op dat Alektum weliswaar heeft gesteld dat [gedaagde] een betalingsregeling met haar heeft getroffen en daarmee de vordering heeft erkend, maar uit de als productie 8 overlegde brief blijkt alleen dat de gemachtigde van Alektum [gedaagde] een voorstel voor een betalingsregeling heeft gedaan.
De proceskosten
4.8.
Alektum wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
De kantonrechter begroot deze kosten aan de zijde van [gedaagde] op nihil, omdat hij zonder gemachtigde procedeert en daarnaast geen kosten heeft opgevoerd.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.TH. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023.
610 \ 41245