Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderde VGZ Zorgverzekeraar N.V. betaling van zorgkosten van gedaagde, die erkende de hoofdsom van € 240,75 te verschuldigen, maar verweer voerde tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde betwistte de ontvangst van de factuur en betalingsherinneringen. De kantonrechter oordeelde op basis van de ontvangsttheorie, zoals vastgelegd in artikel 3:37 lid 3 BW, dat VGZ niet had aangetoond dat de correspondentie gedaagde had bereikt. De rechter concludeerde dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar waren, omdat VGZ niet had voldaan aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De wettelijke rente over de hoofdsom werd toegewezen vanaf de dag van dagvaarding tot aan de betaling. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 1 december 2023.