Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure heeft Bol.com B.V. (hierna: Bol) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde facturen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Bol in haar dagvaarding niet voldoende rekening heeft gehouden met het verweer van [gedaagde]. De procedure begon met een dagvaarding waarin Bol stelde dat [gedaagde] een bedrag van € 204,85 verschuldigd was, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. [gedaagde] voerde verweer en betwistte de vordering, waarbij hij aanvoerde dat Bol de substantiëringsplicht had geschonden door niet alle relevante feiten en correspondentie te vermelden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] wel degelijk verweer heeft gevoerd en dat Bol in haar dagvaarding niet het volledige geschil heeft weergegeven. Dit is in strijd met artikel 111 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechter oordeelde dat Bol niet aan haar verplichtingen heeft voldaan om het werkelijke geschil in volle omvang zichtbaar te maken, wat leidde tot de afwijzing van de vordering. Bol werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden vastgesteld, aangezien [gedaagde] in persoon procedeerde en er geen zittingen hebben plaatsgevonden.
De uitspraak benadrukt het belang van de substantiëringsplicht in civiele procedures en de noodzaak voor eiser om alle relevante feiten en verweren in de dagvaarding op te nemen. De rechter heeft de vordering van Bol afgewezen en de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil, gezien het schriftelijke karakter van de procedure.