ECLI:NL:RBGEL:2023:7231

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 november 2023
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
10756060 \ VV EXPL 23-73
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F.M.TH. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot medewerking aan opruimwerkzaamheden door huurder in kort geding

In deze zaak heeft de woningbouwstichting Portaal een kort geding aangespannen tegen de huurder, aangeduid als [onderbewindgestelde], en zijn bewindvoerder, met als doel medewerking te verkrijgen voor noodzakelijke opruimwerkzaamheden in de huurwoning. De huurder is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek tegen hem is verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een (brand)gevaarlijke situatie in de woning, die onaanvaardbare risico's oplevert voor de huurder en zijn omgeving. De huurder heeft zijn verplichtingen als goed huurder niet nageleefd, door geen medewerking te verlenen aan de opruimwerkzaamheden en de woning in een vervuilde staat te houden.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Portaal, die onder andere inhouden dat de huurder moet meewerken aan de opruimwerkzaamheden en de woning regelmatig moet onderhouden, toewijsbaar zijn. De rechter heeft de huurder en zijn bewindvoerder veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de woning tijdelijk te ontruimen, indien de huurder niet vrijwillig aan de veroordelingen voldoet. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Portaal toegewezen aan de bewindvoerder.

De rechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Portaal direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 10756060 \ VV EXPL 23-73
Vonnis in kort geding van 16 november 2023
in de zaak van
STICHTING PORTAAL,
te Nijmegen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. W.A. Kempe,
tegen

1.[onderbewindgestelde] ,

te [plaats 1] ,
gedaagde partij sub 1,
niet verschenen,
2.
BEWINDVOERDERSKANTOOR KROEZEN B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij sub 2,
procederend in persoon.
Eisende partij wordt hierna Portaal genoemd. Gedaagde sub 1 wordt [onderbewindgestelde] genoemd en gedaagde sub 2 de bewindvoerder. Gedaagde partijen worden gezamenlijk gedaagden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 9 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Tot slot is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Portaal is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.
2.2.
[onderbewindgestelde] huurt met ingang van 26 mei 1994 voor onbepaalde tijd de woning aan de [adres+plaats] (hierna: het gehuurde). Het gehuurde betreft een appartement op de bovenste etage van een portiekflat van drie woonlagen. Van toepassing op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen d.d. 29 maart 1993 (hierna: AV).
2.3.
In de AV zijn onder meer de volgende artikelen opgenomen:
“(…)
ART. 5 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
5.1.
Het gehuurde is uitsluitend en alleen bestemd om te worden gebruikt als woonruimte. Huurder zal het gehuurde als een goed huurder en overeenkomstig deze bestemming gebruiken en aan deze bestemming geen wijziging geven. Huurder zal steeds de voorschriften (van verhuurder en van andere bevoegde instanties) ten aanzien van de in het gehuurde aanwezig installaties en voorzieningen in acht nemen.
5.2.
Huurder is verplicht de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water en vorst.(..) Bij nalatigheid van de huurder in deze zal de daardoor ontstane schade, zowel aan het gehuurde als aan eigendommen van huurder of van derden, voor zijn rekening zijn.(…)”
2.4.
Op 23 november 2001 heeft de kantonrechter te Nijmegen bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [onderbewindgestelde] met benoeming van mevrouw [bewindvoerder] van Maatschap bewindvoerderskantoor Kroezen tot bewindvoerder. Gedaagde sub 2 is de huidige bewindvoerder van [onderbewindgestelde] .
2.5.
Medio februari 2023 brengt Portaal een bezoek aan het gehuurde. Portaal meldt hierover op 21 februari 2023:
“Dhr is een zorgmijder. In het verleden regelden zijn beide zussen het een en ander, maar ook zij komen niet meer met hem in contact. Na veel pogingen is het ons (wijkbeheer en sociaal beheer) vorige week gelukt om binnen te komen. De woning ligt vol met van alles, o.a. veel papieren. Zo vol dat je er nauwelijks kunt lopen. Dhr geeft aan een slechte lichamelijke conditie te hebben en zelfs de gang naar de winkel lukt hem nauwelijks. Hij zegt nu wel open te staan voor ondersteuning. Met zijn goedkeuring heb ik een afspraak ingepland met [betrokkene 1] van Buurtteams Volwassenen.”
2.6.
Op 14 maart 2023 brengt Portaal samen met [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ) een bezoek aan [onderbewindgestelde] . Afgesproken wordt dat [betrokkene 1] een afspraak zal inplannen voor een intakegesprek met [onderbewindgestelde] . [betrokkene 1] bericht Portaal op 4 april 2023 dat Buurtteam Volwassen al tweemaal voor een gesloten deur heeft gestaan, ondanks aankondigingsbrieven.
2.7.
Portaal meldt [onderbewindgestelde] op 3 mei 2023 aan bij het GGD-meldpunt Bijzondere Zorg. Bij brief van diezelfde datum maakt zij dit ook kenbaar aan [onderbewindgestelde] en zijn bewindvoerder.
2.8.
Op 16 mei 2023 brengt Portaal samen met twee medewerkers van de GGD onaangekondigd een bezoek aan het gehuurde. [onderbewindgestelde] doet niet open. Vervolgens kondigt Portaal bij brief van 17 mei 2023 een huisbezoek aan voor 23 mei 2023. De sociaal beheerder van Portaal schrijft in deze brief onder andere:
“(…) De staat van de woning zoals ik die in februari en maart heb aangetroffen is een bewijs van slecht huurderschap. U houdt zich hiermee niet aan de regels van goed huurderschap zoals bepaald in de Algemene Huurvoorwaarden bijbehorend aan het huurcontract. De woning is naar alle waarschijnlijkheid op dit moment brandgevaarlijk.(…)”
2.9.
Op 23 mei 2023 staan Portaal en de medewerkers van de GGD voor een dichte deur bij [onderbewindgestelde] .
2.10.
Nadat Portaal haar zorgen over de woonsituatie van [onderbewindgestelde] aan de wijkagent heeft doorgegeven brengt de politie op 1 juni 2023 een bezoek aan het gehuurde. In de mutatie schrijven de betreffende agenten onder meer het volgende:
“(…) Binnen in de woning troffen wij overal papier aan. Er loopt een pad door de woning waar je nog enigszins kan lopen maar de rest is bezaaid met papier en rommel. In de woonkamer, de rechter kamer na de voordeur, konden wij in gesprek met [onderbewindgestelde] . Ik, verbalisant [betrokkene 2] , moest een plekje zoeken waar ik kon staan. Er lag zoveel rommel op de vloer dat er nauwelijks plek was waar ik kon staan. Er stond wel een stoel waar ik, na wat rommel weg te leggen, kon gaan zitten maar dit was niet echt uitnodigend. De zorgen om brandveiligheid kunnen wij zeker beamen.(…)
Vervolgens gaven wij aan dat wij ons zorgen maakte[n] om zijn leefsituatie. Dit begreep hij in eerste instantie niet. Hij verwees tenslotte naar televisieprogramma’s waarbij mensen hulp ontvangen om hun huis weer op orde te krijgen. Hij snapte niet dat mensen het zover konden laten komen. Hierop medegedeeld dat het bij meneer er zo ook uit ziet. Hierop bevestigde [onderbewindgestelde] dat hij misschien toch wel een “probleem” heeft.(…)
Wij deelde[n] [onderbewindgestelde] mede dat wij ons zorgen maken om zijn situatie en dat wij hulpinstanties in willen schakelen. Hier stond [onderbewindgestelde] voor open maar wil zelf graag de touwtjes in handen houden. Hij is bang dat hij de controle kwijt raakt en dat de hulpinstanties hem dingen op gaat leggen. Aangegeven dat wij dit door gaan geven.(…)”
2.11.
Op 9 juni 2023 brengt de politie samen met de GGD een bezoek aan het gehuurde. De GGD krijgt van [onderbewindgestelde] toestemming voor overleg met onder andere zijn huisarts, zijn bewindvoerder en Portaal.
2.12.
Op 23 juni 2023 laat de GGD aan Portaal weten dat zij na twee keer met inzet van de politie en na veel aandringen bij [onderbewindgestelde] binnen zijn gekomen. Medio juni 2023 vindt ook een bezoek plaats aan [onderbewindgestelde] door de huisarts en een medewerker van [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ).
2.13.
[bedrijf] stelt op 7 juli 2023 een offerte van € 2.321,70 op voor het reinigen van de woning. De bewindvoerder krijgt op 18 juli 2023 een machtiging van de kantonrechter van deze rechtbank voor voldoening van die offerte.
2.14.
De GGD bericht Portaal op 26 juli 2023 dat op 21 en 22 augustus 2023 schoonmaakwerkzaamheden in het gehuurde zullen plaatsvinden en dat [onderbewindgestelde] is aangemeld bij het RIBW-OGGZ.
2.15.
Op 14 augustus 2023 laat GGD aan Portaal weten dat [onderbewindgestelde] het niet eens is met de geplande opruimwerkzaamheden. Portaal sommeert [onderbewindgestelde] bij brief van 15 augustus 2023 zijn medewerking te verlenen aan de werkzaamheden en kondigt een huisbezoek aan waarbij naast Portaal ook de GGD en het RIBW OGGZ aanwezig zal zijn. Portaal stuurt deze brief ook aan de bewindvoerder.
2.16.
De GGD bericht Portaal op 22 augustus 2023 dat [onderbewindgestelde] de dag ervoor niet meewerkte aan de werkzaamheden door [bedrijf] . De GGD bericht hierover:
“(…) Dhr weigerde hen de toegang en ging zelfs dreigen (dat hij in de keuken wel iets zou pakken om hen weg te werken).(…)”
2.17.
Op 23 augustus 2023 brengt Portaal met de GGD en het RIBW-OGGZ een bezoek aan het gehuurde en treft daar een vervuilde woning aan.

3.Het geschil

3.1.
Portaal vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [onderbewindgestelde] veroordeelt om met ingang van de datum van het vonnis gelegenheid te geven voor de uitvoering van de opruimwerkzaamheden, zoals omschreven in de offerte van [bedrijf] in en aan het gehuurde door Portaal en/of door haar ingeschakelde derden;
II. Indien [onderbewindgestelde] niet vrijwillig aan de onder I. gevorderde veroordeling voldoet, gedaagden veroordeelt om uiterlijk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het gehuurde tijdelijk, voor de duur van de onder I. genoemde werkzaamheden door [bedrijf] , te ontruimen, althans een voor deze werkzaamheden vereist gedeelte van die onroerende zaak, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Portaal;
III. [onderbewindgestelde] gebiedt om na uitvoering van de werkzaamheden zoals gevorderd onder I. het gehuurde regelmatig, zijnde in ieder geval eens per twee weken, te onderhouden c.q. te laten onderhouden, zodat het gehuurde een verzorgde indruk maakt, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Portaal;
IV. [onderbewindgestelde] veroordeelt om, na voorafgaande schriftelijke aankondiging door Portaal met een termijn van veertien dagen, medewerking te verlenen aan controlewerkzaamheden in het gehuurde door Portaal of door Portaal ingeschakelde derden;
V. Indien [onderbewindgestelde] niet vrijwillig aan de onder III. en/of IV. gevorderde veroordeling voldoet, gedaagden veroordeelt om uiterlijk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen en deugdelijk aan Portaal op te leveren;
VI. De bewindvoerder te veroordelen in de proceskosten, inclusief de nakosten.
3.2.
Portaal legt aan de vordering ten grondslag dat [onderbewindgestelde] zich niet houdt aan zijn huurverplichtingen om het gehuurde als een goed huurder te gebruiken (artikel 5.1. AV en artikel 7:213 BW), de nodige maatregelen te nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde (artikel 5.2. AV) en de woning te onderhouden, zodanig dat deze een verzorgde indruk maakt (artikel 7:217 BW jo. 7:240 BW jo. sub p van de bijlage behorende bij artikel I van het Besluit kleine herstellingen). Naast dat [onderbewindgestelde] zijn medewerking moet verlenen aan de schoonmaakwerkzaamheden door [bedrijf] , vordert Portaal ook dat aan hem een gedragsaanwijzing wordt opgelegd inhoudende dat [onderbewindgestelde] wordt verplicht het gehuurde goed te blijven onderhouden en zijn medewerking te verlenen aan controles daarvan. Portaal heeft hier belang bij gelet op het rookgedrag van [onderbewindgestelde] , de huidige staat van de woning en zijn houding ten aanzien van het accepteren van hulpverlening, zo stelt zij.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de stellingen van Portaal.
4.2.
Portaal heeft (een deel van) haar vorderingen terecht niet alleen tegen [onderbewindgestelde] ingesteld, maar ook tegen de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] . De bewindvoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door Portaal tegen haar ingestelde vorderingen.
4.3.
De dagvaarding is op de bij de wet voorgeschreven wijze betekend aan het adres van [onderbewindgestelde] . Hij is niet verschenen in deze procedure, zodat tegen hem verstek wordt verleend ten aanzien van de tegen hem ingestelde vorderingen.
4.4.
In dit kort geding moet de rechter beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.5.
Nu tegen [onderbewindgestelde] verstek wordt verleend worden de vorderingen die niet zijn weersproken toegewezen behoudens voor zover deze de voorzieningenrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomen.
4.6.
De voorzieningenrechter stelt het volgende voorop. Een huurder is verplicht zich ten aanzien van het gebruik van het gehuurde als een goed huurder te gedragen (artikel 7:213 BW en artikel 5.1. AV). Een huurder mag de woning niet vervuilen en daar geen gevaarlijke situatie laten ontstaan. Hij moet de nodige maatregelen nemen ter voorkoming van schade aan het gehuurde (artikel 5.2. AV) en de woning onderhouden, zodanig dat deze een verzorgde indruk maakt (artikel 7:217 BW jo. 7:240 BW jo. sub p van de bijlage behorende bij artikel I van het Besluit kleine herstellingen).
4.7.
Voldoende aannemelijk is dat er op dit moment sprake is van een (brand)gevaarlijke situatie in het gehuurde die onaanvaardbare risico’s oplevert voor [onderbewindgestelde] zelf en zijn directe woonomgeving. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat [onderbewindgestelde] zelf niet in staat is om zijn woonsituatie binnen aanvaardbare grenzen te krijgen en te houden. Hij gedraagt zich ook niet als een goed huurder door zijn medewerking aan noodzakelijke opruimwerkzaamheden te onthouden aan Portaal. Hiermee schiet [onderbewindgestelde] tekort in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder.
4.8.
Portaal heeft zich ingespannen om [onderbewindgestelde] te bewegen de door haar en diverse (hulpverlenings)instanties aangeboden hulp te accepteren om zijn woning (brand)veilig te maken en een gezondere leefsituatie te creëren. Deze pogingen zijn uiteindelijk echter tevergeefs gebleken. Het belang van Portaal om een opgeruimde, (brand)veilige situatie te creëren wegen zwaarder dan de belangen van [onderbewindgestelde] . Uiteraard heeft [onderbewindgestelde] er belang bij om in het gehuurde te kunnen verblijven op een wijze die hij zelf prettig vindt, maar die vrijheid kent zijn grens daar waar dit leidt tot strijd met goed huurderschap. Gelet op de ernst van de tekortkoming en het feit dat het [onderbewindgestelde] niet lukt om zijn (woon)gedrag aan te passen, weegt het belang van Portaal zwaarder. De kantonrechter acht het voorshands aannemelijk dat de vordering van Portaal om [onderbewindgestelde] te veroordelen zijn medewerking te verlenen aan de opruimwerkzaamheden in een bodemprocedure zal worden toegewezen, zodat in dit kort geding op dat oordeel vooruit kan worden gelopen. De vordering onder I. zal daarom worden toegewezen.
4.9.
Ook de nevenvorderingen zijn toewijsbaar zoals gevorderd. Als [onderbewindgestelde] zijn medewerking niet verleent aan het uitvoeren van de opruimwerkzaamheden zal Portaal hem - voor zover vereist - (en de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] ) kunnen vragen tijdelijk het gehuurde te verlaten. Daarnaast is het van groot belang dat bij [onderbewindgestelde] een blijvende gedragsverandering tot stand wordt gebracht. Gelet op zijn rookgedrag, de huidige staat van de woning en zijn afwijzende houding ten aanzien van het accepteren van hulpverlening acht de voorzieningenrechter de vorderingen om [onderbewindgestelde] een gedragsaanwijzing op te leggen en hem te veroordelen mee te werken met controlewerkzaamheden door Portaal, op straffe van ontruiming van het gehuurde indien hij zich niet aan die gedragsaanwijzing houdt, niet onrechtmatig of ongegrond.
4.10.
Dit vonnis zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Het belang van Portaal bij tenuitvoerlegging van dit vonnis prevaleert boven de belangen van [onderbewindgestelde] (en de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] ) hangende een eventueel hoger beroep.
4.11.
Gedaagden zijn de partijen die ongelijk krijgen. Daarom zal de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] , in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Portaal als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,85
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
529,00
Totaal
786,85
4.12.
De gevorderde nakosten worden toegewezen tot een half salarispunt van het toegewezen salaris met een maximum van € 132,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [onderbewindgestelde] om met ingang van de datum van dit vonnis gelegenheid te geven voor de uitvoering van de opruimwerkzaamheden, zoals omschreven in de offerte van [bedrijf] in en aan het gehuurde, staande en gelegen aan de [adres+plaats] , door Portaal en/of door haar ingeschakelde derden;
5.2.
veroordeelt [onderbewindgestelde] en de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] , indien [onderbewindgestelde] niet vrijwillig aan de onder 5.1. opgenomen veroordeling voldoet, om uiterlijk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de onroerende zaak aan de [adres+plaats] tijdelijk, voor de duur van de onder 5.1. genoemde werkzaamheden door [bedrijf] , te ontruimen, althans een voor deze werkzaamheden vereist gedeelte van die onroerende zaak, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Portaal;
5.3.
gebiedt [onderbewindgestelde] om na uitvoering van de werkzaamheden zoals beschreven onder 5.1. het gehuurde regelmatig, zijnde in ieder geval eens per twee weken, te onderhouden c.q. te laten onderhouden, zodat het gehuurde een verzorgde indruk maakt en waarbij onder een verzorgde indruk wordt verstaan:
  • het tijdig afvoeren van afval, rommel en etensresten;
  • het voldoende ventileren van de woning;
  • het voorkomen van een (brand)gevaarlijke situatie, onder meer maar niet uitsluitend door middel van het fatsoenlijk opbergen van papier en andere brandbare stoffen, het niet onbeheerd laten van open verbrandingen (bijvoorbeeld kaarsen, gas, sigaretten(peuken), et cetera),
een en ander ter uitsluitende beoordeling van Portaal;
5.4.
veroordeelt [onderbewindgestelde] om, na voorafgaande schriftelijke aankondiging door Portaal met een termijn van veertien dagen, medewerking te verlenen aan controlewerkzaamheden in het gehuurde door Portaal of door Portaal ingeschakelde derden, waaronder het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan medewerkers van Portaal en/of derden die van Portaal opdracht hebben gekregen om de werkzaamheden uit te voeren, waaronder maar niet uitsluitend een deurwaarder;
5.5.
veroordeelt [onderbewindgestelde] en de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] , indien [onderbewindgestelde] niet vrijwillig aan de onder 5.3. en/of 5.4. opgenomen veroordeling voldoet, om uiterlijk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen en deugdelijk aan Portaal op te leveren met inlevering van de sleutels aan Portaal;
5.6.
veroordeelt de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] , in de proceskosten, aan de zijde van Portaal tot dit vonnis vastgesteld op € 786,85, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de explootkosten als de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [onderbewindgestelde] , niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.TH. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2023.
610 \ 42145