ECLI:NL:RBGEL:2023:7367

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
6 mei 2024
Zaaknummer
C/05/408075 / HA ZA 22-380
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid bij misleidende mededelingen over vastgoedobligaties

In deze zaak vorderde eiser, een particuliere belegger, de vernietiging van obligatie-overeenkomsten die hij had gesloten met SA RE Villa Astoria B.V. en SA Real Estate NL B.V. Eiser stelde dat hij onjuiste en misleidende mededelingen had ontvangen over de investeringen in vastgoedobligaties, die hem hadden bewogen om te investeren. De rechtbank Gelderland oordeelde dat de mededelingen in de informatiebrochure van Villa Astoria onjuist waren, met name over de hypotheekvrijheid van het vastgoed en de taxatiewaarde. Eiser had zich ingeschreven voor obligaties ter waarde van € 50.000,00, maar had later verzocht om zijn deelname vrij te maken. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren vernietigd en dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schade die eiser had geleden. De rechtbank wees de vorderingen van eiser toe en veroordeelde de gedaagden tot betaling van € 49.025,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van eiser begroot op € 3.919,06.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/408075 / HA ZA 22-380 / 1521 / 1520
Vonnis van 16 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat mr. E.C.N. Sweep te Haarlem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SA RE VILLA ASTORIA B.V.,
gevestigd te Lent, gemeente Nijmegen,
gedaagde sub 1,
hierna te noemen: Villa Astoria,
niet verschenen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SA REAL ESTATE NL B.V.,
gevestigd te Lent, gemeente Nijmegen,
gedaagde sub 2,
hierna te noemen: Real Estate,
niet verschenen,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde sub 3,
hierna te noemen: [gedaagde 3] ,
advocaat mr. W.G.A. van Hoogstraten te Beuningen Gld.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 14 december 2022
  • de aanvullende producties 15 en 16 van [eiser]
  • het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 29 maart 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is een particulier belegger.
2.2.
[gedaagde 3] is blijkens een uittreksel uit het handelsregister van 30 maart 2022 directeur en enig aandeelhouder van Real Estate. Real Estate is blijkens een uittreksel uit het handelsregister van 30 maart 2022 directeur en enig aandeelhouder van Villa Astoria. [1] Villa Astoria houdt zich onder meer bezig met het beleggen in onroerend goed en het uitgeven van obligaties. Zij houdt 85% van de aandelen in Astoria Development SP. Z.o.o S.K., welke vennootschap eigenaar is van het vastgoedobject “Villa Astoria” in Szczecin te Polen.
2.3.
Op enig moment is [naam 1] namens Villa Astoria aangesteld en betrokken bij de uitgifte van obligaties ten behoeve van voornoemd vastgoedobject. [naam 1] heeft [eiser] benaderd en geïnformeerd of hij interesse had voor een investering in deze obligaties. [naam 1] heeft aan [eiser] een informatiebrochure verstrekt. [2] In deze brochure is, voor zover relevant, het volgende geschreven:
“(…)
Uw voordelen bij SA RE Villa Astoria
Zorgeloos investeren in vastgoed
De taxatiewaarde van Villa Astoria is € 1.800.000,-
Villa Astoria is voor 85% eigendom van de uitgevende instelling.
Villa Astoria is (gedeeltelijk) verhuurd met enkel contracten lopende tot 15 jaar.
De obligatielening is een gewone lening (met onderpand) waardoor alle investeerders gelijk zijn aan de crediteuren (…)
Het gaat bij deze obligatielening niet om een achtergestelde, maar om een gewone lening, zodat er geen crediteuren zijn met een voorrangspositie (zoals een bank of grote investeerder). Het betreft dus een obligatielening met als onderpand Villa Astoria, getaxeerd op € 1.800.000,- en voor 85% eigendom van de uitgevende instelling. Hierdoor zijn de door u ingelegde gelden gewaarborgd.
(…)”
2.4.
[eiser] heeft zich blijkens het door hem ondertekende inschrijfformulier van 18 februari 2020 ingeschreven voor zeven door Villa Astoria onder nummer VA-032 uit te geven obligaties met een waarde van € 35.000,00. [3] Daarnaast heeft [eiser] zich blijkens het door hem ondertekende inschrijfformulier van 8 juli 2020 ingeschreven voor drie door Villa Astoria onder nummer VA-84 uit te geven obligaties met een waarde van € 15.000,00. [4]
2.5.
Bij e-mailbericht van 8 oktober 2020 laat [eiser] aan Real Estate weten dat hij zijn deelname wil vrijmaken. [5] [eiser] schrijft:
“Geachte heer/mevrouw,
Hierbij wil ik het verzoek indienen voor het vrijmaken van de twee deelnames welke ik bij u heb lopen. Va-032 t.w.v. € 35.000 en va-084 t.w.v. € 15.000.
De reden van het verzoek heeft te maken met de condities van de obligatie deelname.
(…)”
2.6.
Daarna hebben partijen een regeling getroffen voor het terug betalen van de inleg. Tot uitvoering van deze regeling is het niet gekomen.
2.7.
Bij brief van de raadsman van [eiser] aan Villa Astoria van 20 april 2022 heeft [eiser] de obligatie-overeenkomsten vernietigd en Villa Astoria gesommeerd € 50.000,00 te betalen. Een kopie van deze brief is per gelijke datum aan [gedaagde 3] verstuurd waarbij [gedaagde 3] aansprakelijk is gesteld voor de door [eiser] geleden schade en eveneens gesommeerd is € 50.000,00 te betalen. [6] Aan de omschreven sommatie is door Villa Astoria noch [gedaagde 3] voldaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de obligatieleningen met nummers VA-032 en VA-84 bij brief van 20 april 2022 rechtsgeldig buitengerechtelijk zijn vernietigd, althans deze te vernietigen;
II. Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] hoofdelijk – des de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd – te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen de somma van € 49.025,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2020 (€ 35.000,-), althans vanaf 8 juli 2020 (€ 14.025,-) tot aan de dag der algehele voldoening;
III. Villa Astoria te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ad € 1.275,00 en Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] hoofdelijk - des dat de een betaalt, de ander zal zijn bevrijd – te veroordelen in de kosten van de procedure en de nakosten, te voldoen binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis, nadien vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hem onjuiste en misleidende mededelingen zijn gedaan voorafgaand aan het totstandkomen van zijn deelneming in Villa Astoria. Volgens [eiser] heeft hij zijn besluit om te investeren in de obligaties uitsluitend gebaseerd op de mededelingen dat het onderpand Villa Astoria hypotheekvrij zou zijn en een taxatiewaarde heeft van € 1.800.000,00. Achteraf zijn die mededelingen onjuist gebleken. Er rust immers een hypotheekrecht op het onroerend goed van € 800.000,00 en de taxatiewaarde blijkt afhankelijk van voorwaarden die niet zijn vervuld, aldus [eiser] . Bij een juiste voorstelling van zaken zou [eiser] geen overeenkomst hebben gesloten. [eiser] vordert daarom dat de overeenkomsten worden vernietigd en wil dat zijn schade wordt vergoed.
3.3.
Villa Astoria en Real Estate hebben geen verweer gevoerd. [gedaagde 3] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] stelt dat hij naar aanleiding van onjuiste en misleidende mededelingen heeft geïnvesteerd in obligaties van Villa Astoria, terwijl hij dat bij een juiste voorstelling van zaken niet zou hebben gedaan. Hij vordert daarom vernietiging van de overeenkomsten die hij met Villa Astoria heeft gesloten en baseert dat op, zo begrijpt de rechtbank, dwaling (artikel 6:228 BW) althans oneerlijke handelspraktijk (artikel 6:193b jo. 6:193c BW). Daarnaast stelt [eiser] dat zowel Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] als (indirect) bestuurder van deze vennootschap onrechtmatig hebben gehandeld doordat zij zich bezig hebben gehouden met oneerlijke en misleidende handelspraktijken. [eiser] maakt dan ook aanspraak op vergoeding van de schade die hij hierdoor heeft geleden en baseert dit deel van zijn vordering op artikel 6:162 BW (t.a.v. Villa Astoria) jo. artikel 2:11 BW (t.a.v. Real Estate en [gedaagde 3] ).
De vordering t.a.v. Villa Astoria en Real Estate
4.2.
Tegen gedaagden Villa Astoria en Real Estate is verstek verleend. Door de verschijning in het geding van gedaagde [gedaagde 3] , wordt op grond van artikel 140 lid 3 Rv tussen alle partijen in deze zaak één vonnis gewezen dat als een vonnis op tegenspraak geldt.
4.3.
De vordering(en) ten aanzien van Villa Astoria en Real Estate komen de rechtbank niet onrechtmatig en ook niet ongegrond voor en worden daarom toegewezen.
De vordering t.a.v. [gedaagde 3]
4.4.
Zoals volgt uit hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, zal de op grond van onrechtmatig handelen jegens Villa Astoria ingestelde vordering worden toegewezen. Het onrechtmatig handelen van Villa Astoria volgt uit het feit dat in de door Villa Astoria uitgegeven informatiebrochure onjuiste en misleidende mededelingen zijn opgenomen over de door Villa Astoria uit te geven obligaties, op basis waarvan Villa Astoria geïnteresseerden, waaronder [eiser] , bewogen heeft obligatie-overeenkomsten te sluiten, hetgeen door [gedaagde 3] niet is betwist. [gedaagde 3] is bestuurder en enig aandeelhouder van Real Estate die op haar beurt bestuurder en enig aandeelhouder is van Villa Astoria. Aldus is [gedaagde 3] als (indirect) bestuurder van Villa Astoria verantwoordelijk voor de door of namens deze vennootschap verrichte handelingen. Van een persoonlijke aansprakelijkheid voor de schade die door het onrechtmatig handelen van de vennootschap is of wordt veroorzaakt, is sprake indien de bestuurder van de vennootschap zich schuldig heeft gemaakt aan een onbehoorlijke taakvervulling en hem daarvoor ook een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt (artikel 2:9 BW). Naar het oordeel van rechtbank is dat in deze zaak het geval.
4.5.
De vraag of sprake is van een onbehoorlijke taakopvatting waarvoor [gedaagde 3] een ernstig verwijt kan worden gemaakt, wordt beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Daaronder vallen onder meer de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico’s, de taakverdeling binnen het bestuur, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen, de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen en het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult. Hoewel [gedaagde 3] heeft aangevoerd dat hem geen persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt, volgt uit zijn verweer juist het tegenovergestelde. [gedaagde 3] heeft immers verklaard dat hij niet thuis was in het belegen in onroerend goed, dat hij geen notie had van de financiële wereld en het uitgeven van obligaties, dat hij niet op zijn taak als bestuurder berekend was en dat hij die taak bij gebrek aan enige kennis van zaken ook niet nauwgezet kon vervullen. Juist in de gevallen dat een bestuurder specifieke kennis ontbeert die nodig is voor de door een vennootschap te ondernemen activiteiten is extra behoedzaamheid geboden. De bestuurder dient zich in dat geval adequaat te laten informeren over de risico’s van de betreffende activiteiten en op basis daarvan een zorgvuldige afweging te maken over de vraag of de vennootschap de activiteiten wel of niet moet ondernemen. Voor zover gekozen wordt deze activiteiten wel te ondernemen dient de bestuurder daarop nauwgezet toezicht te houden en zo nodig de activiteiten bij te stellen dan wel te beperken. [gedaagde 3] heeft dit alles nagelaten. Hij heeft naar eigen zeggen zelfs geen enkele bemoeienis gehad met de totstandkoming van de informatiebrochure op basis waarvan [eiser] de obligatie-overeenkomsten heeft gesloten en die naar achteraf bleek onjuiste en misleidende mededelingen bevatte. Dit maakt dat [gedaagde 3] zijn taak als bestuurder niet behoorlijk heeft vervuld en aansprakelijk is voor de schade die [eiser] mede als gevolg daarvan heeft geleden. De vordering ten aanzien van [gedaagde 3] wordt dan ook toegewezen.
Proceskosten
4.6.
Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 252,06
- griffierecht 1.301,00
- salaris advocaat
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal € 3.919,06

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser] de obligatie-overeenkomsten met nummers VA-032 en VA-84 bij brief van 20 april 2022 rechtsgeldig heeft vernietigd;
5.2.
veroordeelt Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 49.025,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 35.000,00 met ingang van 18 februari 2020 en over een bedrag van € 14.025,00 met ingang van 8 juli 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Villa Astoria om aan [eiser] te betalen een bedrag van 1.275,00 in verband met buitengerechtelijke incassokosten,
5.4.
veroordeelt Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 3.919,06, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt Villa Astoria, Real Estate en [gedaagde 3] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Villa Astoria, Real Estate en/of [gedaagde 3] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023.

Voetnoten

1.Productie 1 - [eiser]
2.Productie 6 - [eiser]
3.Productie 7 - [eiser]
4.Productie 9 - [eiser]
5.Onderdeel van productie 1 - [eiser]
6.Productie 2 - [eiser]