In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een incident tot het stellen van zekerheid op basis van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eiser, aangeduid als [eiser], heeft zich in een vrijwaringsprocedure tegen de gedaagde, aangeduid als [gedaagde], verzet tegen een eerder vonnis. De gedaagde heeft in het incident gevorderd dat de eiser zekerheid stelt voor de proceskosten, omdat hij in het buitenland woont. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet de eisende partij is in de hoofdzaak, en heeft daarom de vordering van de gedaagde tot het stellen van zekerheid afgewezen. De gedaagde is veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op € 598,00. De rechtbank heeft tevens een mondelinge behandeling bevolen in de hoofdzaak om verdere inlichtingen te verkrijgen en te onderzoeken of partijen tot een schikking kunnen komen. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het opgeven van verhinderdagen van de partijen en hun advocaten, waarna een datum voor de mondelinge behandeling zal worden vastgesteld.