ECLI:NL:RBGEL:2023:743

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
401766
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk met gebreken aan badkamer en verzuim in uitvoering

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben eisers [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een vordering ingesteld tegen Het Badkamerhuys, vertegenwoordigd door AQUATIQUE BADKAMERS B.V., wegens gebreken aan de badkamer die door de gedaagde is geïnstalleerd. De eisers, die de eerste bewoners zijn van hun nieuwbouwwoning, hebben een overeenkomst gesloten voor de levering en installatie van sanitair en tegels voor een totaalbedrag van € 22.995,00. Na de installatie hebben zij diverse gebreken geconstateerd, waaronder ongelijke tegelhoogtes, productiefouten in de wandtegels, en andere esthetische en functionele tekortkomingen. Ondanks herhaalde verzoeken om herstel, heeft Het Badkamerhuys niet adequaat gereageerd, wat heeft geleid tot een juridische procedure.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Het Badkamerhuys in verzuim is geraakt door niet te voldoen aan de overeenkomst en heeft de eisers in hun vorderingen ondersteund. De rechtbank heeft ook een deskundigenonderzoek gelast om de gebreken en de kosten van herstel vast te stellen. De zaak is aangehouden voor het deskundigenbericht, waarbij de rechtbank partijen heeft verzocht om hun standpunten over het deskundigenonderzoek in te dienen. De uitspraak is gedaan op 15 februari 2023, waarbij de rechtbank de verdere beslissing heeft aangehouden tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/401766 / HA ZA 22-138 / 754 / 560
Vonnis van 15 februari 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

2.
[eiser sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat: mr. A. Heilig te Hoorn,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AQUATIQUE BADKAMERS B.V., tevens handelend onder de naam
Het Culemborgs Badkamerhuys,
gevestigd te Culemborg,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. M.M.A. Timmermans te Druten.
Partijen worden [eiser sub 1] en [eiser sub 2] en Het Badkamerhuys genoemd.

1.De procedure in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 juli 2022,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 september 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten in conventie en in reconventie

2.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] zijn eigenaars van de nieuwbouwwoning aan [adres] . Zij zijn de eerste bewoners.
2.2.
Het Badkamerhuys is leverancier en installateur van badkamers.
2.3.
Na offertes te hebben ontvangen van 8 februari 2020 en 15 maart 2020 hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] aan Het Badkamerhuys opgedragen sanitair en tegels te leveren en te installeren voor een bedrag van in totaal € 22.995,00 inclusief btw. Deze opdracht is vastgelegd in een opdrachtbevestiging (‘order’) van 21 maart 2020. [1] Aan het eind daarvan staat:
Tegels rondom profielen en nissen, ramen en wandjes worden gesneden en daarom zal geringe kartelvorming zichtbaar kunnen zijn i.v.m. het glazuur van de tegels. Deze geringe kartels zijn geen reden tot reclamatie.
2.4.
Op 31 maart 2020 heeft [eiser sub 2] Het Badkamerhuys per e-mail bericht: [2]
(...) Daarnaast zat ik de offerte nog even door te lezen en kwam een paar kleine dingetjes tegen die volgens niet helemaal kloppen/we iets anders willen:
- (...) spiegelverwarming (...)
- (...) drukplaat van het toilet (...)
- (...) tegelsluitprofiel (...)
2.5.
In de week van 29 juni 2020 is Het Badkamerhuys begonnen met de werkzaamheden.
2.6.
Partijen hebben naar aanleiding van klachten van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] begin augustus 2020 met elkaar over de werkzaamheden gesproken en gemaild.
2.7.
Op 10 augustus 2020 hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] Het Badkamerhuys per e-mail bericht: [3]
(...)
Toilet:
- Sommige tegels in het toilet zitten ongelijk qua hoogte waardoor je tegen de onbewerkte zijkant van de tegel kijkt
- De tegels rond de inbouwprullenbak en nis zijn lelijk gekarteld.
- De prullenbak sluit en opent niet goed. Jij hebt dit iets afgesteld, maar het werkt nog steeds niet goed en hij steekt nu scheef uit.
Badkamer:
- Er zitten allerlei productiefouten in de wandtegels waardoor er allemaal putjes zichtbaar zijn.
- Er zitten tegels ongelijk qua hoogte waardoor er zelfs scherpe randen uitsteken.
- Sommige tegelranden zijn heel lelijk gekarteld.
- De voegen zijn niet overal even breed.
- In de hoeken van de douche zitten delen van tegels los.
- De douchedeur sleept gigantisch over de grond, waardoor het onder rubbel snel kapot zal gaan en de deur erg stroef open gaat.
- Het tegelprofiel van de nis in de douche is scheef gezaagd en steekt uit.
(...)
(...)
Ook als wij aangeven dat bepaalde tegels niet mooi zitten, vind ik het opmerkelijk dat je direct aangeeft dat dit binnen de marges valt bij een geschillencommissie. Ik hoop toch dat we onderling punten willen oplossen en dat jij een tevreden klant wilt i.p.v. dat we het over een geschillencommissie hebben.
Wat betreft de zaag/snij randen geef jij aan dat dit normaal is, maar ik heb dit nog nooit eerder bij een professioneel geplaatste badkamer gezien. Indien dit echt normaal is had ik op zijn minst een waarschuwing verwacht bij het verkoopgesprek dat dit niet strak zou worden. We hebben tijdens het verkoopgesprek namelijk meermaals aan gegeven dat we alles superstrak wilden hebben en kwaliteit verwachtten.
(...)
Wij gaan er nog steeds vanuit dat de genoemde punten op korte termijn opgelost zullen worden en wij straks kunnen genieten van een mooi afgemaakte badkamer!
2.8.
Op 17 augustus 2020 heeft Het Badkamerhuys [eiser sub 2] per e-mail bericht: [4]
Afgelopen vrijdag ben ik wederom bij jullie geweest om het één en ander te bespreken.
Dit naar aanleiding van de 2 door jullie verstuurde mails na ons persoonlijke gesprek van een week hiervoor.
Het betrof het afmaken van de badkamer, wederom de gang van zaken omtrent de planning en diverse zaken omtrent de afwerking.
Wij waren voornemens om vandaag of morgen het kitwerk te komen doen zodat de badkamer af was op wat opleverpunten, met betrekking tot de materialen, na.
Dit hebben wij in overleg on hold gezet in verband met het tegelwerk.
In ons gesprek hebben jullie diverse zaken omtrent het tegelwerk aangegeven en met name waar jullie het niet mee eens waren. Hierin zaten wij zeer ver uit elkaar en verliep het gesprek in eerste instantie dan ook niet soepel.
Ik ben van mening dat het tegelwerk er goed uit ziet en op basis van jullie mails leek het wel of de badkamer geheel opnieuw moest.
Wij hebben toen aangedragen een onafhankelijke partij als bijvoorbeeld de geschillencommissie hier naar te laten kijken om het te laten beoordelen gezien het feit dat wij zo ver uit elkaar zaten met onze meningen.
Gezien de termijn die dit normaal gesproken in beslag zou nemen stelden wij voor het voor die tijd te kitten zodat de badkamer in ieder geval gebruikt kon worden.
Later verliep het gesprek weer rustiger en werd er meer constructief gekeken door beide partijen en werd gezocht naar een oplossing zonder tussenkomst van de geschillencommissie.
Wij waren van mening uit coulance 2 tot 3 twijfelgevallen op te lossen, maar jullie wilden eigenlijk beduidend meer. Wij vinden dat de insteek van oplossen moet zijn dat het na het aanpassen ook goed moet zijn en daar over was mijn twijfel te groot en had ik niet de verwachting dat het na aanpassen beter zou zijn.
Daarom heb ik, gezien de aard van het gesprek op dat moment, toen een wat overenthousiast coulance voorstel gedaan. Dit gezien jullie gevoel over de gang van zaken in verband met de communicatie omtrent de planning en de uitloop van realisatie en de kwaliteit van het tegelwerk.
Overenthousiast bedoel ik mee dat het naar mijn mening in de verste verte niet in verhouding staat tot de genoemde zaken. Dit bedrag betreft namelijk ruim 20% van het totale montagebedrag.
Dit neemt niet weg dat ik mijn voorstel gestand doe, want gezien de aard van het gesprek op dat moment en het gevoel wat jullie afgaven wil ik mij hier toch aan houden en hoop ik uiteindelijk toch op een nog enigszins tevreden koper.
Het coulance voorstel is € 1.500,- compensatie voor het tegelwerk en de gang van zaken omtrent de planning. Dit tegen volledige kwijting omtrent tegelwerk e.d..
Dit geldt uiteraard niet voor garanties op materialen e.d. deze blijven volledig van kracht.
Jullie stonden open voor dit voorstel.
De genoemde compensatie zal bij volledige oplevering en acceptatie van de badkamer worden verrekend met het laatste termijn en het verschil zal dan worden overgemaakt.
Voor het compensatiebedrag gaan jullie dan een eigen tegelzetter in schakelen die zal trachten de punten op te lossen waarvan jullie vinden dat die niet netjes zijn. Dit valt dan verder buiten onze verantwoordelijkheid.
Wel zullen wij de benodigde tegels toeleveren. Mits voor een volledige vervanging wordt gekozen.
Nadat dit dan is gebeurd zullen wij dan de badkamer afkitten, maar bij meer vertrouwen in het kitwerk van de tegelzetter mag hij dit uiteraard ook doen.
Overige zaken die wij doorlopen hebben omtrent de materialen en die wij uiteraard nog verhelpen zijn: [volgt een opsomming van acht punten; rechtbank]
Wij horen graag of jullie op bovenstaand voorstel in gaan en hoe de verdere planning dan kan verlopen.
Wanneer niet op het voorstel wordt ingegaan vervalt deze volledig en blijven wij bij ons voorstel de tegels van de achterwand van het toilet te vervangen, één tegel vervangen naast het toilet in de badkamer en een pitje repareren in een tegel op de achterwand van de doucheruimte.
De andere zaken omtrent de materialen en het kitwerk staan hier uiteraard buiten en worden verholpen, dan wel afgemaakt.
2.9.
Bij brief van 8 september 2020 van hun advocaat hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] Het Badkamerhuys bericht dat de badkamer die zij hebben ontvangen niet beantwoordt aan de overeenkomst. [5] Zij hebben Het Badkamerhuys een termijn gesteld om de overeenkomst zonder bijkomende kosten alsnog na te komen door de badkamer en het toilet te herstellen en op te leveren en wel uiterlijk 5 oktober 2020.
2.10.
In reactie op deze brief heeft Het Badkamerhuys de advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] per e-mailbericht van 15 september 2020 bericht dat zij meent dat zij niet is tekortgeschoten en dat zij geen gehoor zal geven aan de sommatie. [6] Voorts heeft zij voorgesteld het geschil voor te leggen aan de geschillencommissie van het CBW.
2.11.
Bij e-mailbericht van 6 oktober 2020 van hun advocaat hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] Het Badkamerhuys bericht: [7]
(...) Cliënten zijn zoals aangekondigd gisteren verhuisd naar hun nieuwbouwwoning en kunnen op dit moment geen gebruik maken van hun badkamer, daar deze niet is afgekit. (...) Aangezien het kitten onder de overeenkomst viel en Het Culemborgs Badkamerhuys nalaat deze werkzaamheden uit te voeren – Het Culemborgs Badkamerhuys verbindt hier namelijk voor cliënten ongunstige voorwaarden aan – zijn cliënten genoodzaakt zelf over te gaan tot kitten rondom de douche. (...) Graag verneem ik per ommegaande of Het Culemborgs Badkamerhuys (deze week nog) kan overgaan tot het kitten rondom de douche, bij gebreke waarvan cliënten hiertoe zelf zullen overgaan. (...)
2.12.
Op dezelfde dag (6 oktober 2020) heeft Het Badkamerhuys per e-mail gereageerd: [8]
(...) Mijn mail van 17 augustus lijkt mij geheel duidelijk. Wij hebben nimmer geweigerd om iets af te maken en zelfs voorgesteld om in ieder geval de badkamer te kitten zodat zij een bruikbare badkamer hadden en dat ze dan eventueel later altijd nog een deskundige konden inschakelen. Uw cliënten hebben dit geweigerd. (...) Ook de andere zaken die u noemt staan gewoon in die mail om opgelost te worden en hadden allang opgelost kunnen zijn. Maar door de juridische weg die uw cliënten zijn gaan bewandelen is dit stil komen te liggen. Anders had alles allang klaar geweest. (...)
2.13.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben DEKRA Experts te Rotterdam opgedragen het werk van Het Badkamerhuys te inspecteren. Dat heeft DEKRA gedaan op 13 januari 2021 in aanwezigheid van beide partijen. Zij heeft rapport uitgebracht op 4 maart 2021. [9] Volgens dat rapport vertoont het werk gebreken en kost het € 15.237,64 om deze gebreken te herstellen. Daarvan zien posten van € 800,00, € 2.500,00 en € 2.000,00 op het slopen van tegelwerk en het leveren en aanbrengen van nieuw tegelwerk. In het rapport staat:
Beantwoording vragen
Algemeen
(...) Beide partijen zijn het er over eens dat de werkzaamheden nog niet zijn afgerond en dat de badkamer en het toilet dus nog niet zijn opgeleverd. Zo is nog niet door partij 2 [Het Badkamerhuys; toevoeging rechtbank] gekit (met uitzondering van de ruimte tussen de wandtegels in het toilet op de begane grond en het plafond); zijn de planken voor de nis in de badkamer nog niet geleverd en geplaatst en is het partij 2 bekend dat er enkele opleverpunten zijn die nog opgelost moeten worden. Partij 2 is hiertoe ook bereid.
Partij 1 [ [eiser sub 1] en [eiser sub 2] ; toevoeging rechtbank] heeft het werk echter stil gelegd, omdat het werk wat tot dusver is gedaan niet naar tevredenheid van partij 1 is. Om toch van de douche gebruik te kunnen maken, heeft partij 1 de douchecel zelf gekit.
(...)
Vraag 2. Het verzoek om aan te geven wat de algehele indruk is van de graad van afwerking van de badkamer en het toilet.
Antwoord:
(...)
Gezien de kostprijs van de badkamer en het toilet en het feit dat beide ruimten niet bijzonder groot zijn en/of met zeer luxe en/of kostbare materialen en items zijn afgewerkt, achten wij het reëel dat partij 1 dan wel de verwachting heeft, dat de badkamer en het toilet op een hoog niveau worden gerealiseerd en dat partij 1 kritisch mag zijn in de beoordeling van het werk.
Gezien het aantal door ons vastgestelde gebreken en onvolkomenheden, zijn wij van mening dat dit nu niet het geval is en dat geen sprake is van goed en deugdelijk werk.
Het antwoord op de vraag is dan ook dat de algehele indruk van de graad van afwerking in de badkamer en het toilet niet voldoet aan onze verwachting en de verwachting die partij 1 mag hebben.
2.14.
De advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] heeft dit rapport bij brief van 16 maart 2021 aan de rechtsbijstandsverlener van Het Badkamerhuys toegestuurd. Daarbij is Het Badkamerhuys in de gelegenheid gesteld de gebreken te herstellen en wel uiterlijk 30 april 2021. [10]
2.15.
Bij brief van 20 april 2021 heeft de rechtsbijstandsverlener van Het Badkamerhuys geantwoord dat Het Badkamerhuys het pertinent oneens is met de inhoud en de conclusies van het rapport van DEKRA en dat zij een contra-expert zal inschakelen. [11]
2.16.
De contra-expert A.M.F.J. Borrenbergs heeft het werk geïnsprecteerd en rapport uitgebracht op 10 juni 2021. [12] In dit rapport staat:
(...)
Alvorens ik mijn objectieve mening ga geven, hierbij eerste de volgende informatie;
Het tegelwerk moet voldoen aan de richtlijnen van Stabu standaard bouwbestek. De tegelzetter moet zich voldoende verdiepen in richtlijnen van tegelwerken. (...)
(...)
De geconstateerde gebreken in de badkamer / toilet zijn als volgt:
- Technisch gezien functioneren de sanitaire voorzieningen wel. Het gehele sanitair is al enige tijd in gebruik. Daarnaast zijn de tegels deugdelijk gemonteerd (geen holle klanken).
- Esthetisch gezien zijn er enkele onvolkomenheden. Het montagebedrijf heeft geen uitvoeringsrichtlijnen overeengekomen en zonder voorgestelde beperkingen afgegeven. Het montagebedrijf heeft dus het risico genomen op een goedkeuring. De onvolkomenheden laat ik zien aan de hand van de ter plekke gemaakte fotoreportage.
(...)
Naar alle redelijkheid en billijkheid het volgende advies;
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] wenste een hoge kwaliteit, maar zijn in zee gegaan met een montagebedrijf die naar hun zeggen hier niet aan heeft kunnen voldoen. Tegelzetter is een beroep waarbij een handwerker met eenvoudig gereedschap eindproducten maakt, helaas is dit niet altijd perfect. Als opdrachtgever wil je alleen maar 100% tevredenheid, maar is perfect tegelwerk wel realiseerbaar?
Herstel advies;
Het moeilijke van tegelwerkzaamheden is dat fouten cumulatief zijn ingebouwd, lokaal herstel is daarom vaak lastig uit te voeren en mogelijk af te raden. Gezien het hier enkel om esthetische imperfecties gaat, is het compleet slopen van de badkamer een veel te zwaar middel. Het meest storende is toch wel het achterwandje raamzijde, 2 kapotte tegels in het douchegedeelte, badmeubel kraan. Er zijn geen reserve tegels meer. Tegels van een gelijke charge zijn mogelijk niet voor handen.
Daarom het volgende;
- Maak een herstelplan.
(...)
- Verwijder de 2 kapotte wandtegels in het douchegedeelte.
- Verwijder het tegelwerk achterwandje raam (rechts naast het raam en onder het raam).
- Verwijder de 2 tegels boven wastafel waar rechter kraan en stopcontact zit.
- Bestel nieuwe tegels van een gelijk merk en model/kleur. Hopende zijn dezelfde nog bij te krijgen van eenzelfde serie. Kleine tintverschillen zullen niet opvallen bij volledig vernieuwde vlakken.
- Herstel waterdicht membraam in het douchegedeelte.
- Plaats nieuw tegelwerk volgens de regels der kunsten van het ambacht!
(...)
- Repareer de radiator, indien noodzakelijk, plaats en lever een nieuwe.
- Vervang het vuilnisbakje bij toilet begane grondvloer.
(...)
- Lever de badkamer / toilet opnieuw op en geef een garantie verklaring af van minimaal 10 jaar op de tegelwerkzaamheden.
Kostenberekening;
5 man dagen arbeid. (Voor een professional) × € 400,- = € 2000,-
Materialen zoals (...) tegels (...)
Stelpost wandtegels = € 500,-
Overige kosten van materialen € 450,-
Genoemde prijzen zijn inclusief btw.
(...)
Na dit herstel en afwerking verdient deze badkamer een ruime voldoende!
2.17.
De rechtsbijstandsverlener van Het Badkamerhuys heeft dit rapport bij brief van 21 juni 2021 naar de advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gestuurd. [13] Daarbij heeft Het Badkamerhuys zich bereid verklaard de werkzaamheden uit te voeren die in het rapport staan onder het kopje ‘Herstel advies’ en gevraagd of [eiser sub 1] en [eiser sub 2] haar daartoe in de gelegenheid willen stellen.
2.18.
Bij brief van hun advocaat van 26 juli 2021 hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] geantwoord dat zij zich niet kunnen vinden in de inhoud van het rapport van Borrenbergs. [14] Zij stellen voor dat Het Badkamerhuys binnen drie maanden na dagtekening van de brief herstelwerkzaamheden uitvoert die meer omvatten dan Borrenbergs adviseert en dat het voorstel vervalt tenzij Het Badkamerhuys het uiterlijk op 16 augustus 2021 aanvaardt.
2.19.
Bij e-mailbericht van 8 september 2021 van haar rechtsbijstandsverlener heeft Het Badkamerhuys geantwoord dat zij bereid is in overleg te treden en een financiële vergoeding beschikbaar te stellen. [15]
2.20.
Op 23 september 2021 hebben partijen bij [eiser sub 1] en [eiser sub 2] thuis met elkaar overlegd.
2.21.
Bij e-mailbericht van 25 oktober 2021 heeft Het Badkamerhuys [naam] [eiser sub 2] bericht: [16]
Naar aanleiding van mijn bezoek bij u thuis dit schrijven.
Er is door u tussen 2 tinten tegels gekozen en de keus voor tegel 1 genomen, welke tint nummer 16C5 heeft, en uitstekend bij de reeds verwerkte tegels.
Deze zijn besteld en komen op korte termijn binnen.
Direct na uw vakantie gaan wij de afgesproken tegels vervangen, en de openstaande punten herstellen / vervangen.
Dit zal plaatsvinden op:
Dinsdag 2 nov
Woensdag 3 nov
En Donderdag 4 nov.
2.22.
Op 2 november 2021 is Het Badkamerhuys herstelwerkzaamheden bij [eiser sub 1] en [eiser sub 2] komen uitvoeren. Het Badkamerhuys heeft [eiser sub 1] en [eiser sub 2] bij die gelegenheid gevraagd een verklaring te ondertekenen waarop als onderwerp staat: ‘Betreft: Bevestiging afspraken aanpassingen badkamer’. [17] In die verklaring staat:
Naar aanleiding van mijn bezoek bij u thuis op 23 september jl., waarvoor onze dank, hierbij een bevestiging van ons gesprek.
Wij zijn overeengekomen dat wij de onderstaande afspraken en werkzaamheden zullen uitvoeren:
(...)
BADKAMER
(...)
TOILETRUIMTE
(...)
Vertrouwende erop dat na de overeengekomen werkzaamheden de badkamer naar tevredenheid is afgewerkt, en dat we het dossier kunnen sluiten.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben hun advocaat hierover geraadpleegd. Zij hebben de verklaring niet ondertekend.
2.23.
Bij e-mail van 2 november 2021 heeft de advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] aan de rechtsbijstandsverlener van Het Badkamerhuys bericht:
Vanmorgen kreeg ik een telefoontje van cliënten dat er een medewerker van Het Culemborgs Badkamerhuys aan cliënten vroeg om het aangehechte document te ondertekenen (
bijlage).
Cliënten zijn over deze gang van zaken niet te spreken en zijn hier ook niet mee akkoord.
Allereerst meen ik dat een overeenkomst sluiten ter zake herstelwerkzaamheden niet aan de orde is en ook niet aan de orde hoeft te zijn.
Er dient te worden hersteld en zodra het herstel voltooid is, kan er alsnog worden opgeleverd, om tot een sluiting van het dossier te komen.
Onder de sinds 21 maart 2020 lopende overeenkomst is namelijk nog niet opgeleverd.
(...)
2.24.
Bij brief van haar rechtsbijstandsverlener van 3 november 2021 heeft Het Badkamerhuys de advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] bericht dat zij bereid is de werkzaamheden zoals genoemd in de verklaring van 2 november 2021 uit te voeren ter finale kwijting over en weer. [18] Zij heeft verder bericht dat zij de herstelwerkzaamheden heeft opgeschort omdat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet bereid zijn om die verklaring te ondertekenen.

3.Het geschil en de beoordeling in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen in conventie, na vermeerdering van eis, [19] dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
I de overeenkomst ontbindt,
II Het Badkamerhuys veroordeelt tot betaling van € 27.331,62,
subsidiair
III Het Badkamerhuys veroordeelt tot betaling van € 27.331,62 op grond van art. 6:74 BW,
meer subsidiair
IV Het Badkamerhuys veroordeelt tot herstel van nader genoemde gebreken op straffe van een dwangsom,
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair
V voor recht verklaart dat Het Badkamerhuys is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst,
VI Het Badkamerhuys veroordeelt tot betaling van € 4.778,90 als vergoeding van de kosten van het onderzoek door DEKRA,
VII Het Badkamerhuys veroordeelt tot betaling van € 1.096,11 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten,
IX voor recht verklaart dat Het Badkamerhuys aansprakelijk is voor nader omschreven schade en Het Badkamerhuys veroordeelt die schade te vergoeden, de hoogte van die schadevergoeding in goede justitie te bepalen of op te maken bij staat,
VIII Het Badkamerhuys veroordeelt in de proceskosten en de nakosten,
de vorderingen onder II, III, VI, VII en VIII te vermeerderen met rente.
3.2.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] lichten hun vorderingen als volgt toe. Het Badkamerhuys heeft het werk niet opgeleverd, althans [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben de oplevering geweigerd, althans zij hebben oplevering aanvaard onder aanwijzing van gebreken.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] stellen dat zij bij het verkoopgesprek aan Het Badkamerhuys kenbaar hebben gemaakt dat kwaliteit voor hen de belangrijkste reden was om met haar te contracteren. Doordat zij met Het Badkamerhuys hebben gecontracteerd, hebben zij nu meer betaald dan hun buren, die in hun nieuwbouwwoning voor een lager bedrag een standaard badkamer hebben, die beter is afgewerkt dan die van hen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] verwijten Het Badkamerhuys dat zij is tekortgeschoten omdat het werk gebreken vertoont: de badkamer twaalf gebreken (a – l), waaronder gebreken aan het tegelwerk, en het toilet zeven gebreken (m – s), waaronder eveneens gebreken aan het tegelwerk. [20] Die gebreken zijn vastgesteld door DEKRA, die heeft getoetst aan de Uitvoeringsrichtlijn voor het aanbrengen van wand- en vloertegelwerk in reguliere toepassing URL 35-101 zoals die is vastgesteld door IKOB-BKB. [21] Na het rapport van DEKRA zijn er gebreken bijgekomen en zijn er problemen opgelost. De begroting van de kosten van herstel is volgens [eiser sub 1] en [eiser sub 2] per saldo nog steeds adequaat. [22]
3.3.
Het gaat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] om de volgende gebreken:
In de badkamer:
twee wandtegels zijn gescheurd en twee wandtegels zijn mechanisch beschadigd;
60% van de wandtegels klinken hol aan de randen;
de aangrenzende wand- en vloertegels en de wandtegels en het aluminium tegelprofiel verschillen in hoogte;
het wandtegelwerk vertoont gekartelde randen, er zit een rode streep op het wandtegelwerk en de snijlijnen van het wandtegelwerk zijn niet recht;
sommige voegen zijn te smal, de voegen hebben geen regelmatige afmetingen en er zitten oneffenheden in het voegwerk;
de aluminium tegelstrips zijn niet recht afgezaagd dan wel rafelig en er is een hoogteverschil met de aangrenzende wandtegels; ook is er niet in verstek gezaagd;
de eenhendelkraan van de wastafelkraan kan niet worden vastgezet en is beschadigd, de uitloop van de rechtse wastafelkraan zit scheef, de ronde afdekplaat van de douchekraan is beschadigd en er zit speling op de bovenste kraan van de inbouw douchekraan;
de radiator in de badkamer functioneert niet en het kunststof afdekdopje is afgebroken;
de aluminium strip op de vloer bij de douchedeur ontbreekt en de douchedeur hangt te laag;
de spiegel is beschadigd en verkeerd aangesloten; de spiegelverwarming kan niet uit;
de wandcontactdoos boven het wastafelmeubel is niet recht gemonteerd;
de aluminium BAK met toiletrolhouder is niet geleverd.
In het toilet:
de aangrenzende wandtegels bij de wand waar het toilet aan is gemonteerd, verschillen in hoogte;
het wandtegelwerk heeft gekartelde randen bij de wand waar het toilet aan is gemonteerd;
er zijn voegen die te smal zijn en de voegen hebben geen regelmatige afmetingen bij de wand waar het toilet aan is gemonteerd;
de aluminium tegelstrips zijn niet recht afgezaagd, zijn rafelig en niet in verstek gezaagd bij de wand waar het toilet aan is gemonteerd;
het toilet hangt niet in het midden van de toiletruimte en ook het tegelwerk is niet vanuit het midden van de toiletruimte betegeld;
de prullenbak aan de wand waar het toilet aan is gemonteerd, gaat niet goed open en dicht en de kunststof bak is niet achter de tegels gemonteerd;
de kit tussen het wandtegelwerk bij de wand waar het toilet aan is gemonteerd en het plafond is niet netjes aangebracht.
Na het rapport van DEKRA zijn er nog enkele tegels gescheurd en zijn de gebreken aan het paneel van de douchetermostaat en aan de radiator opgelost.
3.4.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben Het Badkamerhuys gesommeerd en in gebreke gesteld op 8 september 2020. Het Badkamerhuys heeft daarop geantwoord dat zij geen gehoor zal geven aan deze sommatie. Daardoor is zij in verzuim geraakt. Op 16 maart 2021 hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] Het Badkamerhuys opnieuw in gebreke gesteld. Ook naar aanleiding daarvan is Het Badkamerhuys niet correct nagekomen. Aldus is Het Badkamerhuys volgens [eiser sub 1] en [eiser sub 2] toerekenbaar tekortgeschoten en is zij in verzuim. Op deze gronden vorderen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] dat de rechtbank de overeenkomst van 21 maart 2020 ontbindt. Als de overeenkomst wordt ontbonden, moeten de prestaties die op grond van de overeenkomst zijn verricht, ongedaan worden gemaakt. Omdat Het Badkamerhuys werkzaamheden heeft verricht die naar hun aard niet ongedaan gemaakt kunnen worden, zullen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] de waarde van die prestatie moeten vergoeden. Die waarde is volgens hen afhankelijk van de aanneemsom, de kosten die nodig zijn om gebreken te herstellen en een compensatie voor ergernis, overlast en ongenoegen. Het bedrag van € 27.331,62 waarvan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] vergoeding vorderen, is als volgt opgebouwd: [23]
aanneemsom € 22.995,00
herstelkosten
€ 16.983,87 -/-
economische waarde € 6.011,13 =
correctie 50% aanneemsom
wegens ergernis, overlast en ongenoegen [24] € 11.497,50 -/-
werkelijke waarde € -5.486,37 =
reeds betaald
€ 21.845,25 +
teveel betaald € 27.331,62‬
3.5.
Het Badkamerhuys brengt hier het volgende tegen in. Zij erkent dat het werk niet is opgeleverd, maar zij betwist dat dit aan haar kan worden verweten. Zij heeft immers in haar e-mailbericht van 17 augustus 2020 aangeboden om de badkamer af te kitten, zodat deze in ieder geval kan worden gebruikt, en om opleverpunten op te lossen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben dat echter herhaaldelijk van de hand gewezen en besloten het werk stil te leggen. Dat staat ook zo in het rapport van DEKRA. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben er dus voor gezorgd dat Het Badkamerhuys de badkamer en het toilet niet kon opleveren en zij hebben deze ruimten in gebruik genomen. Dat leidt volgens Het Badkamerhuys tot een risico-omslag. Het Badkamerhuys voert het verweer dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] te vroeg hebben geklaagd over werk dat nog niet was uitgevoerd en te laat hebben geklaagd over het tegelwerk. [25] Het Badkamerhuys meent voorts dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in schuldeisersverzuim zijn en dat zij zelf niet in verzuim is, althans dat door het schuldeisersverzuim van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] een einde is gekomen aan haar verzuim. Zij heeft keer op keer aangeboden het verdere werk met eisers te bespreken, zaken na te leveren en werkzaamheden te verrichten, alles gericht op het bereiken van een oplossing, maar [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben dat steeds van de hand gewezen. Het Badkamerhuys wijst op haar e-mailberichten van 17 augustus 2020 en 6 oktober 2020 en op de brief van haar rechtsbijstandsverlener van 21 juni 2021. Het Badkamerhuys betwist ten slotte dat zij is tekortgeschoten. Zij kan zich niet vinden in het rapport van DEKRA, ten eerste omdat DEKRA volgens Het Badkamerhuys het werk ten onrechte heeft beoordeeld op basis van uitvoeringsrichtlijn 35-101 en ten tweede omdat DEKRA het werk, dat niet is opgeleverd, heeft beoordeeld aan de hand van maatstaven die gelden voor opgeleverd werk.
oplevering
3.6.
Partijen zijn het erover eens dat Het Badkamerhuys het werk niet heeft opgeleverd. De rechtbank begrijpt [eiser sub 1] en [eiser sub 2] evenwel zo dat zij aan hun vordering tot ontbinding niet ten grondslag leggen dat Het Badkamerhuys het werk niet heeft opgeleverd, maar dat Het Badkamerhuys is tekortgeschoten in de uitvoering van het werk en dat zij ter zake in verzuim is. De rechtbank zal de vordering daarom op die grondslag beoordelen.
klachtplicht
3.7.
Het Badkamerhuys licht haar verweer dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] te laat over het tegelwerk hebben geklaagd als volgt toe. Het tegelwerk was op 23 juli 2020 klaar. Vervolgens hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] het spanplafond laten monteren, inclusief verlichting. Dat spanplafond is rechtstreeks op het tegelwerk gemonteerd. Verder hebben zij na voltooiing van het tegelwerk de douchedeur, het badkamermeubel, de toiletten en de radiator laten monteren. Volgens Het Badkamerhuys had het op de weg van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gelegen om over het tegelwerk te klagen voorafgaand aan die montagewerkzaamheden. Dat hebben zij niet gedaan. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] brengen hiertegen in dat de wet hun het recht geeft pas te klagen op het moment van oplevering. Als Het Badkamerhuys had gewild dat het tegelwerk werd gekeurd voordat het montagewerk werd gedaan, dan had zij dat volgens hen moeten regelen. [26]
3.8.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Het aangewezen moment voor [eiser sub 1] en [eiser sub 2] om te klagen over gebreken in het werk is het moment van oplevering. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waaronder het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als zij niet eerder klagen. Die omstandigheden doen zich hier niet voor. Dat na voltooiing van het tegelwerk het spanplafond is aangebracht en sanitair is gemonteerd, leidt niet tot een ander oordeel. Als Het Badkamerhuys meende dat zij belang had bij tussentijdse oplevering in delen, dan had het immers op haar weg gelegen om daarover afspraken te maken. Dat heeft zij niet gedaan. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van Het Badkamerhuys dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] te laat hebben geklaagd over de gebreken in het tegelwerk (art. 6:89 BW).
waarschuwingsplicht
3.9.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] doen een beroep op art. 7:754 BW, dat inhoudt dat de aannemer verplicht is de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht. [27]
De rechtbank verwerpt dat beroep omdat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet duidelijk maken voor welke onjuistheid in de opdracht Het Badkamerhuys volgens hen had moeten waarschuwen.
verzuim
3.10.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] kunnen hun bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden en hun recht op schadevergoeding niet baseren op tekortkomingen ter zake waarvan Het Badkamerhuys niet in verzuim is (art. 6:265 lid 2 BW en art. 6:74 lid 2 BW). [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben Het Badkamerhuys in gebreke gesteld bij brieven van 8 september 2020 en 16 maart 2021. Bovendien hebben zij op 26 juli 2021 voorgesteld dat Het Badkamerhuys bepaalde werkzaamheden zou verrichten binnen een termijn van drie maanden, met de toevoeging dat het voorstel zou vervallen tenzij Het Badkamerhuys het binnen drie weken zou aanvaarden. Het Badkamerhuys heeft dat niet gedaan. Zij is daarom in beginsel op 16 augustus 2021 in verzuim geraakt.
3.11.
Op 21 juni 2021, dus voorafgaande aan de brief van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] van 26 juli 2021, heeft Het Badkamerhuys aangeboden werkzaamheden te verrichten overeenkomstig het advies van de door haar ingeschakelde deskundige Borrenbergs. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben dat aanbod van de hand gewezen en verlangd dat Het Badkamerhuys meer werkzaamheden zou verrichten. Als de werkzaamheden uit het voorstel van 21 juni 2021 voldoende zijn geweest om het werk te laten beantwoorden aan de overeenkomst, dan zijn [eiser sub 1] en [eiser sub 2] van hun kant als schuldeisers in verzuim komen te verkeren doordat zij Het Badkamerhuys als schuldenaar niet in de gelegenheid hebben gesteld die werkzaamheden uit te voeren (art. 6:58 BW). Met dat schuldeisersverzuim zou een einde worden gemaakt aan het verzuim van Het Badkamerhuys (art. 6:61 BW). De rechtbank kan niet beoordelen of de werkzaamheden uit het voorstel van 21 juni 2021 voldoende zijn geweest om het werk te laten beantwoorden aan de overeenkomst zonder daarover deskundige voorlichting te krijgen. De rechtbank is daarom van plan een onderzoek door een deskundige te gelasten.
tekortkoming
3.12.
De vordering om de overeenkomst te ontbinden en de vordering om Het Badkamerhuys te veroordelen schade van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] te vergoeden kan alleen worden toegewezen als Het Badkamerhuys toerekenbaar is tekortgeschoten (art. 6:265 BW en art. 6:74 BW). Ook dat kan de rechtbank niet beoordelen zonder deskundige voorlichting en de rechtbank zal de te benoemen deskundige dus ook daarover vragen stellen.
3.13.
Partijen zijn het er niet over eens aan welke norm het werk van Het Badkamerhuys volgens de overeenkomst moet voldoen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] menen dat zij werk van hoge kwaliteit mochten verwachten. Zij stellen daartoe dat zij een standaardbadkamer voor hun nieuwbouwwoning hadden kunnen afnemen, maar dat zij hebben gekozen voor een duurdere optie. Zij menen voorts dat de prijs van het werk in verhouding tot de oppervlakte van de badkamer en het toilet hun verwachting rechtvaardigt. Verder stellen zij dat zij tijdens het verkoopgesprek hebben gezegd dat zij ‘alles super strak wilden hebben’ en dat zij een hoogstaande afwerking hebben afgesproken, wat ook bekend was bij de werknemers van Het Badkamerhuys. De door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] ingeschakelde deskundige DEKRA heeft getoetst aan de Uitvoeringsrichtlijn voor het Aanbrengen van Wand- en Vloertegelwerk in Reguliere Toepassing URL 35-101 zoals die is vastgesteld door de IKOB-BKB. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] menen dat deze uitvoeringsrichtlijn een afspiegeling is van de eisen van goed en deugdelijk werk. [28]
3.14.
Het Badkamerhuys betwist dat het overeengekomen werk moest voldoen aan de eisen van de uitvoeringsrichtlijn aan de hand waaraan DEKRA het werk heeft beoordeeld. Daartoe wijzen zij erop dat deze uitvoeringsrichtlijn geen wet is. Het Badkamerhuys vermeldt nergens dat zij deze richtlijn toepast en zij is niet met [eiser sub 1] en [eiser sub 2] overeengekomen dat zij dat zou doen. Als [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hadden gewild dat het werk zou voldoen aan deze uitvoeringsrichtlijn, dan hadden zij moeten contracteren met een tegelzetbedrijf met het KOMO-procescertificaat; dat zijn er in Nederland drie. Het werk zou dan veel duurder zijn. [29] Het Badkamerhuys wijst er verder op dat in de opdrachtbevestiging staat dat bij gesneden tegels geringe kartels zichtbaar kunnen zijn en dat dat geen reden is om te reclameren. [30] Ter zitting heeft [eiser sub 2] verklaard dat dit niet is besproken en niet in de offerte stond maar dat het opeens was opgenomen in de opdrachtbevestiging, die hen aan het eind even onder de neus werd geschoven. Het Badkamerhuys heeft dat betwist. Zij heeft er bovendien op gewezen dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] per e-mail van 31 maart 2020 op de opdrachtbevestiging hebben gereageerd en daarbij niets hebben gezegd over de daarin opgenomen waarschuwing over de kartels. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] zijn daar niet meer op ingegaan.
3.15.
Het werk dat Het Badkamerhuys heeft uitgevoerd, moet in beginsel voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Of [eiser sub 1] en [eiser sub 2] mochten verwachten dat het werk voldeed aan enige strengere norm, hangt af van wat zij daarover met Het Badkamerhuys zijn overeengekomen en dus van uitleg van de overeenkomst. Aangenomen dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] tegen Het Badkamerhuys hebben gezegd dat zij ‘super strak’ werk verlangden, kan daaruit niet worden afgeleid dat het werk van Het Badkamerhuys moest voldoen aan zo’n strengere norm. Die wens is in deze vorm niet voldoende concreet, zodat Het Badkamerhuys niet had hoeven begrijpen dat het werk dat zij zou uitvoeren zou moeten voldoet aan strengere eisen dan die van goed en deugdelijk werk. Ook de verhouding tussen de prijs en de oppervlakte van de sanitaire ruimten is niet voldoende voor het oordeel dat het werk aan enige concrete strengere norm zou moeten voldoen dan aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Bovendien heeft Het Badkamerhuys [eiser sub 1] en [eiser sub 2] ervoor gewaarschuwd dat kartels zichtbaar kunnen zijn aan de snijranden van tegels, door hen daarop schriftelijk te wijzen aan het eind van de order van 21 maart 2020. Gezien de stellingen van Het Badkamerhuys hebben [eiser sub 1] en [eiser sub 2] niet voldoende gemotiveerd dat zij niet met die waarschuwing bekend waren. Die waarschuwing moet daarom een rol spelen als wordt beoordeeld of het werk voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.
schade
3.16.
[eiser sub 1] en [eiser sub 2] vorderen subsidiair vervangende schadevergoeding op grond van art. 6:74 BW. Het bedrag dat zij op deze grondslag vorderen is hetzelfde als het bedrag dat zij vorderen op de grondslag van de ongedaanmakingsverbintenis na ontbinding (de primaire vordering onder II). [eiser sub 1] en [eiser sub 2] betogen dat hun schade moet worden begroot op het verschil tussen hun vermogenssituatie gegeven de tekortkoming en die situatie zonder die tekortkoming. [31]
3.17.
Het Badkamerhuys brengt hier onder meer tegen in dat voor vervangende schadevergoeding in aanmerking komt het bedrag dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] moeten betalen aan een derde voor eventuele herstelwerkzaamheden waarop in mindering moeten worden gebracht de kosten van de werkzaamheden die Het Badkamerhuys heeft geleverd en de werkzaamheden die zij heeft verricht. [32]
3.18.
Deze subsidiair ingestelde vordering tot schadevergoeding komt aan de orde als de rechtbank de overeenkomst niet ontbindt (dus de primaire vordering afwijst), maar wel oordeelt dat Het Badkamerhuys op onderdelen is tekortgeschoten en in verzuim is. In dat geval zal de rechtbank de schade die [eiser sub 1] en [eiser sub 2] daardoor lijden begroten op de kosten van herstel, dat zijn de kosten die ermee zijn gemoeid om de badkamer en het toilet in de staat te brengen waarin deze aan de overeenkomst beantwoorden (art. 6:97 BW). Met het oog op deze mogelijkheid zal de rechtbank de deskundige ook hierover een vraag stellen.
deskundige
3.19.
Voordat de rechtbank een onderzoek door een deskundige zal gelasten, zal zij partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over:
- de wenselijkheid van een deskundigenbericht;
- het specialisme van de te benoemen deskundige;
- de aan de deskundige voor te leggen vragen.
3.20.
De rechtbank is van oordeel dat een deskundige moet worden benoemd op het gebied van sanitair en tegelwerk en dat de volgende vragen moeten worden gesteld:
Welke werkzaamheden moet Het Badkamerhuys nog verrichten om de badkamer en het toilet in de staat te brengen waarin zij beantwoorden aan de overeenkomst?
Welke kosten zijn er gemoeid met het verrichten van deze werkzaamheden?
Als Het Badkamerhuys de werkzaamheden had uitgevoerd volgens het advies van Borrenbergs, zoals Het Badkamerhuys heeft aangeboden in haar brief van 21 juni 2021, had zij de badkamer en het toilet daarmee dan in de staat gebracht waarin zij beantwoorden aan de overeenkomst?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
De deskundige zal bij de beantwoording van deze vragen het werk moeten beoordelen op basis van de eisen van goed en deugdelijk werk, zoals hiervoor overwogen, en daarbij per onderdeel zijn bevindingen moeten toelichten. Hij zal in zijn beoordeling moeten betrekken dat Het Badkamerhuys [eiser sub 1] en [eiser sub 2] ervoor heeft gewaarschuwd dat kartels zichtbaar kunnen zijn aan de snijranden van tegels.
3.21.
Het voorschot op de kosten van de deskundige zal moeten worden betaald door [eiser sub 1] en [eiser sub 2] (art. 195 Rv). In het eindvonnis zal de rechtbank beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
3.22.
De rechtbank gaat ervan uit dat partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de persoon die als deskundige gaat optreden. Voor zover partijen daarover geen overeenstemming kunnen bereiken en om die reden iedere partij een deskundige voorstelt, moeten partijen gemotiveerd aangeven waarom zij de voorkeur geven aan de door henzelf voorgestelde deskundige en waarom de door de wederpartij voorgestelde deskundige niet voor benoeming in aanmerking mag komen. Daarbij valt te denken aan zwaarwegende redenen als gebrek aan deskundigheid of gerechtvaardigde twijfels met betrekking tot de onpartijdigheid van de deskundige. Die zwaarwegende redenen moeten worden onderbouwd. De rechtbank zal dan, na weging van de onderbouwing vóór en tegen de benoeming van een potentiële deskundige, een door partijen aangedragen deskundige of een eigen deskundige benoemen.
3.23.
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen zich hierover bij akte kunnen uitlaten. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
3.24.
Het oordeel over de vorderingen van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] wordt aangehouden tot na het deskundigenbericht.
de laatste termijn
3.25.
Het Badkamerhuys vordert in reconventie dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser sub 1] en [eiser sub 2] veroordeelt tot betaling van € 1.150,00 te vermeerderen met rente, met veroordeling van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in de proceskosten en de nakosten. Het bedrag van € 1.150,00 is de laatste termijn van 5% van de aanneemsom, door Het Badkamerhuys gefactureerd op 7 juni 2022. [33] Het oordeel daarover wordt ook aangehouden tot na het deskundigenbericht.

4.De beslissing

De rechtbank,
in conventie en in reconventie
4.1.
stelt partijen in de gelegenheid gelijktijdig een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht zoals hiervoor overwogen,
4.2.
verwijst de zaak daartoe naar de rol van
woensdag 15 maart 2023,
4.3.
bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week vóór de genoemde roldatum de concept-akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij,
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.

Voetnoten

1.productie 2, bijlage 2 bij dagvaarding en productie 6 bij conclusie van antwoord
2.productie 6 bij dagvaarding
3.productie 7 bij dagvaarding
4.productie 12 bij conclusie van antwoord in conventie alsmede houdende eis in reconventie
5.productie 2 bij dagvaarding
6.productie 8 bij dagvaarding
7.productie 18 bij conclusie van antwoord
8.productie 19 bij conclusie van antwoord
9.productie 9, bijlage 1 bij dagvaarding
10.productie 9 bij dagvaarding
11.productie 12 bij dagvaarding
12.productie 14 bij dagvaarding
13.productie 14 bij dagvaarding
14.productie 15 bij dagvaarding
15.productie 17 bij dagvaarding
16.productie 19 bij dagvaarding, productie 29 bij conclusie van antwoord
17.productie 20 bij dagvaarding
18.productie 24 bij dagvaarding
19.conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis onder 82
20.dagvaarding 1.23, 1.50 en 1.51
21.Instituut voor Keuring en Onderzoek van Bouwmaterialen en BV Kwaliteitsverklaringen Bouw
22.dagvaarding 1.50
23.conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis 80
24.dagvaarding 2.24
25.conclusie van antwoord 39
26.conclusie van antwoord in reconventie 9
27.dagvaarding 2.6 – 2.14
28.conclusie van antwoord in reconventie 3
29.conclusie van antwoord 91 – 93
30.conclusie van antwoord 20
31.dagvaarding 2.31 en conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis 80
32.conclusie van antwoord 137
33.productie 38 bij conclusie van antwoord