ECLI:NL:RBGEL:2023:756

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
10184488 \ CV EXPL 22-7872
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens tanken zonder betaling en onrechtmatige daad

In deze zaak heeft de Stichting Serviceorganisatie Directe Aansprakelijkheidstelling (SODA) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens schadevergoeding na het tanken zonder betaling. Op 21 juni 2020 heeft [gedaagde] bij [naam tankstation] getankt voor een bedrag van € 4,99, maar dit bedrag is niet betaald. SODA, die optreedt namens [naam tankstation], heeft [gedaagde] aansprakelijk gesteld en een schadevergoeding van € 135,99 gevorderd, bestaande uit de directe schade van € 4,99 en een forfaitair bedrag van € 131,00 voor vermogensschade. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een onrechtmatige daad heeft gepleegd en heeft de vordering van SODA toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat de schade voldoende onderbouwd was en dat [gedaagde] in verzuim was, waardoor hij ook wettelijke rente verschuldigd was. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van SODA vastgesteld op € 309,22. Het vonnis is uitgesproken op 8 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10184488 \ CV EXPL 22-7872
Vonnis van 8 februari 2023
in de zaak van
STICHTING SERVICEORGANISATIE DIRECTE AANSPRAKELIJKSTELLING (SODA),
te Amersfoort,
eisende partij,
hierna te noemen: SODA,
gemachtigde: De Schout Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
SODA verricht diensten tot het beperken van schade ten gevolge van onder meer wanprestatie en onrechtmatige gedragingen en treedt in gerechtelijke procedures op namens benadeelden. Zij staat onder toezicht van de landelijke stichting Directe Aansprakelijkheidstelling aan Daders (DAAD).
2.2.
Op 21 juni 2020 heeft de bestuurder van de auto met kenteken [kenteken voertuig] bij [ naam tankstation] (hierna: [ naam tankstation] ) getankt voor een totaalbedrag van € 4,99. Dit bedrag is niet betaald aan de kassa.
2.3.
De auto met kenteken [kenteken voertuig] staat op naam van [gedaagde] .
2.4.
SODA heeft [gedaagde] op 1 oktober 2020 namens [ naam tankstation] aansprakelijk gesteld voor de schade door het tanken zonder betaling en een schadevergoeding gevorderd van € 135,99. In het betreffende document staat het volgende vermeld:
AansprakelijkheidsstellingTe betalen schadevergoedingBetaal vóór
Schadevergoeding€ 135,9919-10-2020
Kenteken
[kenteken voertuig]
Reden schadevergoedingOp rekeningnummerBetaal op tijd
Tanken Zonder Betalen [bankrekeningnr.] Voorkom hoge kosten
Datum aansprakelijkstelling Op naam van Bedrag na verhoging
01-10-2020 SODA €175,99
Benadeelde Met betalingskenmerk Wilt u in termijnen betalen of
[ naam tankstation] 0126293 heeft u andere vragen?
Indirecte schade In de bijlage vindt u
€ 131,00 antwoorden op de meest
gestelde vragen.
Tankbedrag Als u contact opneemt houd
€ 4,99 dan altijd uw betalings-
kenmerk bij de hand.
Aansprakelijkstelling
Het kenteken ( [kenteken voertuig] ) van uw voertuig, is op 21-06-2020 omstreeks 02:58uur bij [ naam tankstation] te Nijmegen geregistreerd. Er werd brandstof getankt zonder dat er is betaald. Hiervan is aangifte gedaan bij de politie. Door het hiermee gepaard gaand oponthoud en overlast is er bij de benadeelde ondernemer schade ontstaan. Deze is vastgesteld op€ 135,99. Voor specificatie zie de achterzijde.
De benadeelde stelt [gedaagde] aansprakelijk voor de eerder vermelde schade en vordert derhalve de volledige betaling binnen 15 dagen na bezorging van deze aansprakelijkstelling en draagt de inning van het schadebedrag over aan SODA.
Deze directe aansprakelijkstelling is gebaseerd op de geconstateerde onrechtmatige daad (Boek 6 artikel 162 van het Burgerlijk Wetboek) en verplicht de veroorzaker ervan de schade te vergoeden.
SODA
ontving uw gegevens in verband met tanken zonder betalen. Hiervan is aangifte gedaan bij de politie.
De benadeelde eist een schadevergoeding van € 131,- verhoogd met de kosten van de brandstof zijnde € 4,99. Volgens de wet bent u verplicht de schadevergoeding te betalen.
Het betalen van het schadebedrag staat los van het eventueel strafrechtelijk vervolg in deze zaak. Bovendien biedt betaling geen finale kwijting voor de eventuele later vast te stellen direct- en/of indirecte schade i.v.m. deze onrechtmatige daad. Betaling van het schadebedrag kan uitsluitend plaatsvinden op bankrekening: [bankrekeningnr.] t.n.v. Stichting SODA, onder vermelding van het betalingskenmerk.
Er kan sprake zijn van een bijzondere situatie:

Het voertuig was ten tijde van het tanken zonder betalen gestolen
° Doe aangifte van diefstal bij de politie en stuur een afschrift van de aangifte naar info@so-da.nl

Er was ten tijde van het tanken zonder betalen sprake van Joyriding
° Doe aangifte van Joyriding bij de politie en stuur een afschrift van de aangifte naar info@so-da.nl

De politie heeft uw zaak onderzocht en u bent vrijgesproken
° Stuur een afschrift van uw vrijspraak of sepot naar info@so-da.nl SODA zal de vordering intrekken.
In veel gevallen zijn er (stilstaande) beelden van de tankbeurt aanwezig. Deze kunnen onder voorwaarden worden verstrekt. Stuur hiervoor een mail naar info@so-da.nl
Schadeberekening indirect schade
Handeling
(Tarief a € 70,-per uur) Tijd in minuten Tarief in euro’s
Vaststellen brandstofdiefstal 15 17,50
Online aangifte doen 30 35,00
Veiligstellen videoregistratie 15 17,50
Administratie brandstofderving 15 17,50
Bemoeienis SODA 39,67
BTW 21% 8,33+
Totaal inhouding SODA inclusief B.T.W. 48,00 +
_______
Subtotaal inclusief B.T.W.135,50
=====
Afronden€ 131,00
Tankbedrag€ 4,99
Te betalen schadevergoeding € 135,99
2.5.
Op 12 november 2020 stuurt SODA [gedaagde] een nieuw document. Hierop is het bedrag van € 135,99 intussen verhoogd naar € 175,99. Het document vermeldt onder meer:
“(…) Omdat het gehele bedrag na eerdere ingebrekestelling nog niet door ons is ontvangen bent u in verzuim. De vordering is inmiddels verhoogd met administratiekosten ad € 40,00.”
2.6.
De gemachtigde van SODA stuurt [gedaagde] op 28 januari 2021 een sommatiebrief en op 17 februari 2021 een laatste herinneringsbrief om een bedrag van € 177,58 (aan schadevergoeding inclusief verhoging en rente) te betalen.

3.Het geschil

3.1.
SODA vordert - samengevat - dat de kantonrechter [gedaagde] primair veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 177,58 (hoofdsom van € 135,99, rente tot 7 oktober 2022 van € 1,59 en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00), subsidiair tot betaling van een door de kantonrechter in redelijkheid te bepalen schadebedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 135,99 vanaf 7 oktober 2022 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt SODA dat [gedaagde] een onrechtmatige daad heeft gepleegd jegens [ naam tankstation] , waardoor [ naam tankstation] schade heeft geleden. Soda is middels lastgeving (cessie door incasso) gemachtigd tot het verhalen van de schade die is ontstaan ten gevolge van de onrechtmatige gedraging van [gedaagde] . Het schadebedrag van € 135,99 bestaat uit de directe schade van € 4,99 voor het tanken en een forfaitair bedrag aan vermogensschade van € 131,00. Daarnaast is [gedaagde] € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten aan haar verschuldigd en moet hij de kosten van deze procedure betalen, aldus SODA.
3.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de hoogte van de ingestelde vordering.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De schadevergoeding
4.1.
[gedaagde] erkent dat hij heeft getankt zonder te betalen. Hij heeft dan ook een onrechtmatige daad jegens [ naam tankstation] gepleegd. Als onweersproken staat vast dat SODA in deze procedure op grond van lastgeving (cessie ter incasso) optreedt voor [ naam tankstation] als benadeelde. Beoordeeld moet worden of de onrechtmatige daad van [gedaagde] bij [ naam tankstation] heeft geleid tot schade ter grootte van het gevorderde bedrag.
4.2.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de door [gedaagde] gepleegde brandstofdiefstal oponthoud en overlast heeft veroorzaakt en dat dit in beginsel tot schade voor [ naam tankstation] leidt. SODA heeft, naast het directe schadebedrag van € 4,99 waarvoor [gedaagde] heeft getankt, een forfaitair bedrag aan schade van € 131,00 gevorderd, dat zij heeft vastgesteld aan de hand van een abstracte schadeberekening. Daarbij heeft zij handelingen benoemd die gemiddeld genomen in geval van brandstofdiefstal (minimaal) moeten worden verricht, met de daarvoor benodigde tijd in minuten en een uurtarief van een (assistent-)bedrijfsleider van € 70,00 per uur. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft SODA het schadebedrag voldoende onderbouwd. Nu [gedaagde] ook geen verweer heeft gevoerd tegen de hoogte van de gevorderde schadevergoeding, zal de kantonrechter de gevorderde hoofdsom van € 135,99 toewijzen.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.3.
SODA vordert de betaling van buitengerechtelijke incassokosten. Ter onderbouwing stelt zij dat zij verschillende brieven en aanmaningen heeft gestuurd aan [gedaagde] en dat hij voldoende tijd heeft gehad de extra kosten te voorkomen.
[gedaagde] maakt bezwaar tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Hij heeft in eerste instantie verklaard dat hij niet op de hoogte was van de vordering van SODA op hem totdat hij werd gedagvaard. Bij dupliek heeft [gedaagde] vervolgens te kennen gegeven één brief van de gemachtigde van SODA te hebben ontvangen.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. SODA vordert een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De onderhavige vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarop het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, aangezien de grondslag onrechtmatige daad is. De kantonrechter zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. Nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] de (aanmanings)brieven van (de gemachtigde van) SODA heeft ontvangen, leidt dit tot afwijzing van dit deel van de vordering. De door SODA gestelde handelingen betreffen immers verrichtingen die niet meer omvatten dan een enkele (eventuele herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een - niet aanvaard - schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Als zij kosten heeft gemaakt, worden deze geacht betrekking te hebben op kosten waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding insluit.
De rente
4.5.
Om wettelijke rente te kunnen vorderen, moet de schuldenaar (in dit geval: [gedaagde] ) in verzuim zijn. Om [gedaagde] in verzuim te laten komen, moet in principe een schriftelijke aanmaning worden gestuurd (een ingebrekestelling) met daarin een redelijke termijn om het verschuldigde bedrag te betalen. In dit geval is een dergelijke ingebrekestelling echter niet vereist, omdat sprake is van een onrechtmatige daad van [gedaagde] . Gelet hierop zal de kantonrechter hem veroordelen om de wettelijke rente aan SODA te betalen, te weten € 1,59 tot aan 7 oktober 2022 en daarna de wettelijke rente over de toe te wijzen hoofdsom van € 135,99.
De proceskosten
4.6.
[gedaagde] maakt bezwaar tegen de gevorderde proceskostenveroordeling. Hij voert daartoe aan dat hij pas in een laat stadium op de hoogte is gebracht van de vordering van SODA op hem. Nu [gedaagde] echter grotendeels ongelijk krijgt in deze procedure en hij zelf heeft verklaard één brief van de gemachtigde van SODA met betrekking tot de vordering tot schadevergoeding heeft ontvangen, zal de kantonrechter hem in de proceskosten veroordelen.
4.7.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van SODA als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
74,00
(2,00 punten × € 37,00)
Totaal
309,22
4.8.
De gevorderde nakosten worden toegewezen tot een half salarispunt van het toegewezen salaris met een maximum van € 124,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan SODA van een bedrag aan schadevergoeding (inclusief wettelijke rente) van € 137,58, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de toegewezen hoofdsom van € 135,99 met ingang van 7 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van SODA vastgesteld op € 309,22, en € 18,50 aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2023.
398 \ 41245