Uitspraak
[eisende partij] ,
IWM Management B.V.,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap (hierna: [eisende partij]) en IWM Management B.V. (hierna: IWM). De eisende partij vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte die IWM huurde, vanwege een aanzienlijke huurachterstand van meer dan € 36.000,00. De huurovereenkomst was gesloten op basis van de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW. De voorzieningenrechter oordeelde dat de huurachterstand dermate hoog was dat het aannemelijk was dat de huurovereenkomst in een eventuele bodemprocedure zou worden ontbonden. De rechter overwoog dat de belangenafweging in het voordeel van de verhuurster uitviel, omdat IWM niet had aangetoond dat zij in staat was de huurachterstand op korte termijn in te lopen. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd IWM veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de contractuele boete, alsook de proceskosten. De rechter wees de verzoeken van IWM om huurprijsbescherming en huurverlaging af, omdat hiervoor geen rechtsgrond was.