In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om de definitieve vaststelling van zijn aanspraak op subsidie op grond van de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 2.0). De rechtbank heeft op 17 februari 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet de intentie heeft gehad om een aanvraag om subsidieverlening in te dienen, en dat hij pas in oktober 2020 ontdekte dat hij deze aanvraag had moeten indienen, terwijl de uiterste aanvraagdatum al was verstreken.
De rechtbank oordeelt dat de aanvraag om subsidievaststelling niet kan worden goedgekeurd, omdat deze niet is ingediend voor het einde van het subsidietijdvak, dat liep van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020. De rechtbank wijst erop dat artikel 4:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een beschikking omtrent subsidieverlening moet worden gegeven voordat een aanvraag om subsidievaststelling kan worden ingediend. De rechtbank concludeert dat de NOW 2.0. een directe subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening niet mogelijk maakt.
Eiser beroept zich op het vertrouwensbeginsel, maar de rechtbank stelt vast dat er geen toezeggingen zijn gedaan door de minister of het UWV met betrekking tot zijn recht op subsidie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 februari 2023.