Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de herziening van zijn recht op bijstand over de maand april 2021 naar € 0,- en de intrekking van zijn recht op bijstand vanaf 1 juni 2021, alsook de terugvordering van € 15.938,08. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft op 7 juli 2022 besloten tot intrekking en terugvordering, wat door eiser is bestreden. De rechtbank heeft het beroep op 24 januari 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college.
De rechtbank stelt vast dat eiser in april 2022 door de politie is aangehouden met een aanzienlijke hoeveelheid drugs en contant geld. Dit leidde tot een onderzoek door de sociale recherche, die concludeerde dat eiser niet aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan door een onbekende bron van inkomsten te verzwijgen. De rechtbank oordeelt dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat eiser over de te beoordelen periode, met uitzondering van mei 2022, een verzwegen inkomstenbron had. De rechtbank vernietigt echter de intrekking en terugvordering voor de maand mei 2022, omdat eiser in die maand wel uitgaven heeft gedaan voor levensonderhoud.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat het bestreden besluit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. De rechtbank herroept het besluit van 7 juli 2022 voor de intrekking van het recht op bijstand over mei 2022 en bepaalt dat een bedrag van € 14.846,71 wordt teruggevorderd. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten aan eiser vergoeden.