ECLI:NL:RBGEL:2024:1134

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
4 maart 2024
Zaaknummer
96-244568-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek vergoeding rechtsbijstand na ernstige verkeersovertredingen en beleidsmatig sepot

Op 14 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak waarin de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.J. Oosterhagen, een verzoek indiende om vergoeding van kosten van rechtsbijstand naar aanleiding van een strafbeschikking. De verzoeker had ernstige verkeersovertredingen gepleegd, waaronder het gebruikmaken van een rijstrook waarboven een verlicht rood kruis zichtbaar was. Deze strafbeschikking was echter nooit betaald en is uiteindelijk ingetrokken omdat het feit te oud was. De rechtbank oordeelde dat de billijkheid zich verzet tegen toewijzing van het verzoek, aangezien bij tijdige dagvaarding een fikse straf had kunnen volgen. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen, evenals de proceskosten, omdat het verzoek tegen beter weten in was ingediend. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open binnen een maand na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
parketnummer : 96/244568-23
raadkamernummer : 23-031005
datum : 14 februari 2024
Beschikkingvan de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
mr. H.J. Oosterhagen, advocaat te Bodegraven,
hierna te noemen: de verzoeker.

Feiten

Tegen verzoeker is een strafbeschikking uitgevaardigd wegens het gebruikmaken van een rijstrook waarboven een verlicht rood kruis zichtbaar is. Deze strafbeschikking is ingetrokken, omdat het feit waarvan verzoeker werd verdacht te oud is.

Procedure

Het verzoekschrift is op 15 december 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 14 februari 2024 het verzoekschrift in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de gemachtigde advocaat van de verzoeker, mr. S. Konya (namens mr. H.J. Oosterhagen) en de officier van justitie op zitting gehoord. De verzoeker is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

Verzoek

In het verzoekschrift heeft verzoeker verzocht om vergoeding van de door hem gemaakte kosten ten behoeve van de strafzaak, te weten:
  • € 640,09 ter zake kosten rechtsbijstand;
  • PM de forfaitaire vergoeding voor het indienen/behandelen van het
onderhavige verzoekschrift.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie verzet zich tegen het toekennen van de gevraagde vergoeding. Hiertoe is aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen vanwege het ontbreken van gronden van billijkheid. De zaak is geseponeerd, omdat het belang van strafrechtelijk ingrijpen te gering is geworden in verband met de lange tijd die is verstreken na het plegen van het feit.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd en het verzoek is tijdig ingediend.
Aan het dossier en hetgeen besproken is ter zitting kan het volgende worden ontleend.
Op 20 november 2021 werd gezien dat een auto met kenteken [kenteken] op de A50 rijstrook 3 gebruikte, waar door middel van een verlicht rood kruis was aangegeven dat deze rijstrook tijdelijk gesloten was. Dat was omdat de rijstrook werd geblokkeerd door een voertuig met pech. Een verbalisant zag het gebeuren en zag ook dat er geen enkele noodzaak was om die rijstrook 3 te gebruiken. Rijstrook 3 was afgezet waardoor ook de afrit richting de N225 dicht zat. De verbalisant zag dat de bestuurder door de afzetting naar de afrit toe reed waar op dat moment mensen bezig waren met het bergen van een vrachtwagen. Door de snelheid van het voertuig was een staande houding niet mogelijk. Het betrokken voertuig stond op naam van verzoeker. Deze heeft geen verklaring willen afleggen.
Op 2 december 2021 is verzoeker een strafbeschikking opgelegd van € 259,- wegens het gebruikmaken van een rijstrook waarboven een verlicht rood kruis zichtbaar is. Deze onherroepelijk geworden strafbeschikking is niet betaald, en is ingetrokken op 23 september 2023 omdat ‘het feit nu te oud is.’
De strafbeschikking is niet betaald. Normaliter had dan een strafvervolging in de rede gelegen. Daarvan is enkel afgezien vanwege het tijdsverloop. Het betreft een zogeheten beleidssepot. Uit de stukken kan enkel worden afgeleid dat verzoeker zich onverantwoordelijk heeft gedragen door een rijstrook te gebruiken die was ‘afgekruist’ en een wegafzetting heeft genegeerd waar mensen bezig waren een defecte vrachtauto te bergen. Die handelingen kunnen levensgevaarlijk zijn voor de betrokken bergers. Als het openbaar ministerie tijdig een strafvervolging had ingezet, had een fikse straf in de rede gelegen, variërend van geldboete, taakstraf tot ontzegging van de rijbevoegdheid.
Iedere billijkheid verzet zich tegen het toekennen van een schadevergoeding in deze zaak. Het verzoek wordt dan ook afgewezen. Dat geldt ook voor de proceskosten, nu het verzoek is ingediend tegen beter weten in omdat een afwijzing daarvan nogal voor de hand ligt.

Beslissing

De raadkamer:
-
wijst afhet verzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S.F.A. Vrede, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen binnen een maand na de betekening hoger beroep open bij het gerechtshof.