Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Volgens de Hoge Raad betekent de bewijsminimumregel van artikel 342 lid 2 Sv in zedenzaken, waarin het in de kern vaak gaat om het woord van aangever tegen dat van de verdachte, niet dat vereist is dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer die verklaring op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. De bewijsmiddelen dienen voldoende steun te geven aan de verklaring van aangever (getuige). Dat wil zeggen dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staan met de inhoud van de verklaring van die getuige, zodat die verklaring niet op zichzelf staat, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden, is of de verklaring van aangeefster voldoende steun vindt in ander bewijs.
2023hebben zij telefonisch contact gehad. Aangeefster vertelde toen wat er was gebeurd. Toen getuige bij haar kwam in de vakantie had zij het hem ook al een keer verteld, dit was na de zomer. Ze vertelde dat ze iets had gedaan waar ze niet blij mee was. Niemand wist het en getuige was de eerste tegen wie ze het vertelde. Getuige heeft toen aangegeven dat hij niet alles hoefde te weten en dat zij hem in grote lijnen mocht vertellen wat er was gebeurd. Aangeefster vertelde toen dat ze was betast door een jongen die bij het Rode Kruis heeft gewerkt en die een stuk ouder was. Ze wilde dit eigenlijk niet, maar ze was overgehaald. [9]
“dat ik je nog wel een keertje wilde doen”bedoelde verdachte dat hij nog wel een keer tegen haar aan wilde liggen. [10] Desgevraagd geeft verdachte ter terechtzitting aan dat ze op deze manier met elkaar op bed lagen, omdat je zo beter kunt knuffelen. Ondanks het feit dat verdachte stapelgek op aangeefster was, had hij tijdens dit knuffelen op bed geen erotische gevoelens en kreeg hij geen erectie. [11]
Weet je nog de laatste zondag dat ik had gezegd dat ik je nog wel een keertje wilde doen”en “
Wat er toen gebeurd is dat we het bed hebben gedeeld”. Maar ook de verklaring van haar moeder, aan wie aangeefster heeft verteld dat zij seks met verdachte heeft gehad, nog voordat aangeefster hiervan melding heeft gemaakt bij de politie en de verklaring van [getuige 2] , een vriend van aangeefster die zij eveneens voor het eerste contact met de politie ook al heeft verteld over iets wat zij had gedaan met een oudere jongen van het Rode Kruis waar zij niet blij mee was, geven steun aan haar verklaring. Daarbij komt dat de verklaring van aangeefster tevens steun vindt in de verklaring van verdachte zelf, waarbij hij heeft verklaard over gelijkluidende omstandigheden, dat zij meermalen samen op bed hebben gelegen, dat hij gevoelens voor haar had en ‘stapelgek’ op haar was en dat ze hebben gekust en geknuffeld.
3.De bewezenverklaring
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 27 mei 2022 tot en met 13 september 2022 te Nijkerk,
althans in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007,
/oftussen haar schaamlippen en
/of
/of
/oftussen haar schaamlippen;
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 27 mei 2022 tot en met 13 september 2022 te Nijkerk,
althans in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een ofmeer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
/ofhaar billen en
/ofhaar borsten en
/of
/of
of omstreeks6 februari 2023 te Nijkerk,
althans in Nederlandeen aantal afbeeldingen, te weten
een aantal foto’s en/ofeen gegevensdrager bevattende een aantal afbeeldingen, te weten een telefoon (een Samsung A52) in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen een ontuchtige handeling zichtbaar is waarbij een mens en dier
is/zijn betrokken of schijnbaar
is/zijn betrokken,
anaal en/ofvaginaal penetreren van een hond door de penis van een man en
/of
anaal en/ofvaginaal penetreren van een vrouw door de penis van een hond en
/of
anus en/ofde vagina van een vrouw door een hond.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De beoordeling van de civiele vordering
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres [adres] , te Arnhem meldt. Verdachte blijft zich vervolgens melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
- verdachte zich laat diagnosticeren en meewerkt aan het daaruit voortvloeiende behandelplan door forensische polikliniek De Waag, of soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De diagnostiek zal duidelijk moeten maken wat het intelligentie- en ontwikkelingsniveau is van verdachte en of er daadwerkelijk sprake is van zedenproblematiek. Tevens zal er aandacht moeten zijn voor de delictanalyse. Indien uit de diagnostiek blijkt dat behandeling geïndiceerd is, dan start deze zo snel als mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich hierbij aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de benadeling;
- verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect –contact heeft of zoekt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2007, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht;
- verdachte zich niet bevindt in [plaats] in Nijkerk en de [plaats] in Bennekom, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht.
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 10.000 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] een bedrag te betalen van € 10.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.